Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het leven van Rogier van der Weyde, Schilder van Brussel.

Onder de gherucht-weerdighe in der Schilder-const, moet sonderlinghe ghedacht, en niet versweghen blijven, den uytnemenden Rogier van der Weyde, die muyt Vlaender oft van Vlaemsche Ouders te Brussel heel vroegh in onsen voorigen donckeren Const-tijt heeft laten blincken t'licht der vernuftheyt, dat de Natuere in zijnen edelen gheest hadde deelachtigh ghemaeckt, en ontsteken hadde, tot groot verwonderen en oogh ontsluytinge der Constenaren van zijnen tijt: want hy onse Const grootlijcx heeft verbetert, toonende met zijn vindinghen en handelingen een volcomender wesen, so in stellingen, als ordineren, met uytbeeldinghe der Menschlijcker inwendighe begheerten oft gheneghentheden, t'zy droef, gram, oft blijde, nae den eysch des wercks. Van hem tot eeuwighe ghedachtnis zijn te sien te Brussel op t'Raedt-huys, seer vermaerde stucken, wesende vier historien, op het gherichte oft Iustitie by een ghebracht. Daer is voorneemlijck een uytnemende en mercklijck stuck, daer den ouden Vader te bedde cranck ligghende, zijnen misdadigen soon den hals af snijdt: waer seer eyghentlijck de ernsticheyt des Vaders is te sien, die bijtende op zijn tanden, met onghenadighe handen, soo grouwsaem recht aen zijn eyghen kindt bedrijft. Voorts isser daer den Vader en den soon om t'recht in eeren te houden, beyde elck een ooghe worden uytghesteken, en dergelijcke beduytselen meer, welcke dinghen wonderlijck te sien zijn: beweeghden oock den gheleerden Lampsonio soo seer, dat hy zijn ooghen qualijck con verbieden die stadich aen te sien, doe hy ter dier plaetsen was doende om tot bevredinge der Nederlanden te schrijven de Pacificatie van Ghent, ondertusschen dick-

[Folio 207r]
[fol. 207r]

wils segghende: O Meester Rogier, wat een Man sijdy geweest, en dergelijcke woorden: daer hy nochtans met soo belanghende saeck onledigh en doende was. Van Rogier is oock gheweest te Loven in een Kerck, gheheeten Onse Vrouwe daer buyten, een afdoeninghe des Cruycen, daer twee op twee leeren stonden, en lieten t'lichaem afdalen met eenen lijnen doeck oft dwael: beneden stonden Ioseph van Aromathia, en ander, die het ontfinghen. Beneden saten de Marien seer beweeghlijck, en weenden: alwaer Maria, als in onmacht wesende, was van Ioanne, die achter haer was, opghehouden. Dit principael stuck van Meester Rogier wiert aen den Coningh nae Spaengien gesonden, welck onder weghe met t'Schip op de reys verdronck, doch werdt ghevischt: en seer dicht en wel ghepackt wesende, was niet seer bedorven, dan een weynich ontlijmt. En in de plaets van dit, hadden die van Loven een, dat van Michiel Coxie nae dit ghecopieert was: waer by te bedencken is, wat een uytmuntigh stuck dit was. Hy hadde een conterfeytsel ghemaeckt voor eenighe Coninginne, oft groote Personnagie, daer hy voor hadde een erflijcke Cooren-rente, en is tot grooten rijckdom ghecomen, heeft den armen veel aelmossen bestelt, en ghestorven ten tijde van de sweetende sieckte, die men d'Enghelsche cranckheyt noemde, die t'heele landt schier doorcroop, en veel duysent Menschen wech nam. Dit was in't Iaer ons Heeren 1529. in den Herfst. Van desen Rogier, oft tot hem, seght Lampsonius op dese meeninghe:

 
Laet u niet o Rogier, soo seer met lof verblijden,
 
Dat ghy gheschildert hebt, soo doe den tijdt mocht lijden,
 
Veel schoone dinghen doch, die wel verdienen saen,
 
Dat alle Schilders noch, in dees vernufte tijden
 
(Indien sy wijs zijn recht) staegh d'ooghen daer op slaen.
 
Sulcx tuyght de schilderije, de welcke doet vermaen,
 
Aen t'Brusselsche ghericht, aen gheenen cant te wijcken,
 
Van billickheyt ghewis de goede oprechte baen.
 
Hoe sal gheconnen oock uyt Mensch ghedachte strijcken
 
Dijn uyterlijcksten wille in't deelen verghelijcken,
 
Van uwen rijckdom groot, ghewonnen met t'Pinceel,
 
Den armen t'eenen troost, voor t'hongherigh beswijcken?
 
Ghy liet u goeders doch hier d'aerde voor haer deel,
 
Die blijven metter tijdt verdorven al gheheel:
 
Maer die schoon stucken claer, waer by wy u ghedencken,
 
Die sullen onghescheynt in Hemel eeuwigh blincken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken