Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,88 MB)






Genre
proza

Subgenre
non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander

Vorige Volgende

T'leven van Cornelis Molenaer, gheseyt schelen Neel, van Antwerpen.

De Schilder-const ten deele van Landtschap hadde haer grootlijcks te belghen, soo ick versweghe, en niet in ghedachtnis en stelde, Cornelis Molenaer, die men om zijn scheelheyt gemeenlijck noemde, schelen Neel van Antwerpen: want offer veel constighe Landtschap-schilders oyt gheweest zijn, die uytnemende van boomen en anders zijn gheweest, so sie ick van niemant fraeyer, en schilderachtiger slach van bladen als van hem. Dit in't welnemen van een yeder, tuygh ick na mijn oordeel so te wesen. Voorts van d'ordinantien zijner Landtschappen, en achter-uyten, heb ick niet veel te roemen: dan dat alles wat men van hem siet, den Schilders wonder wel bevalt: doch in beelden had hy geen handelinghe. Hy wrocht op de Water-verwers maniere, sonder maelstock, en was wonder veerdigh, werckende voor d'een en d'ander in dagh-huyr. In eenen dagh, als men hem te voor wat had aengeleyt, maeckte hy een groot schoon Landtschap, en men gaf hem van eenen heelen dagh eenen Daelder, t'somtijts voor een achter-uyt, oft grondeken seven stuyvers. Hy was seer goelijcx, en veel Schilders ghebruyckten hem tot hun eygen voordeel, hebbende t'huys arm bestier, oft regement, en groote armoede, door dat hy dranckliefdigh hem niet con wel aenstellen. De schult (als veel gheschiet) werdt gheleyt op de Vrouwe: dese haelde dickwils t'gelt te vooren, en t'werck bleef t'huys onvoldaen. Sijn Vader is oock een ghemeen Schilder geweest: welcken gestorven wesende, leerde by zijn Stief-vader, oock een ghemeen Schilder. Cornelis is t'Antwerpen ghestorven, zijn wercken zijn by den Const-liefdighe in grooter weerden. Daer is gheweest een, die hem

[fol. 257r]

naevolghde in Landtschap, doch noyt achterhaelde, dan wel in beelden voor by quam, Ian Nagel, van Haerlem oft Alckmaer, ghestorven in den Haegh Anno 1602.


Vorige Volgende