Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Alpheus, en Arethusa.

Alpheus (soo eenighe seggen) was den soon van Thermodon, en de Nymphe Amimona: oft (so ander seggen) Parthenia. D'een wil, dat hy schiltknecht was van den Coning Pelops: d'ander, dat hy was een treflijck Hooftman,Ga naar voetnoot* die een goet proefstuck zijner vroomheyt dede in den veldtslagh van den Thermopyles, hem toonende den cloecksten naest Leonidas, van alle die daer in den strijt verslagen bleven, gelijck Herodotus in zijn sevenste Boeck verhaelt. Watter van is, meest al segghen, dat hy nae zijn doot in een Vliet van zijnen naem verandert is. Daer zijnder oock die segghen, dat Alpheus was een Iagher,Ga naar voetnoot* die op eenen tijdt seer verliefde op de Nymphe Arethusa, dochter van Nereus en de Nymphe Doris, en sy wesende ghesellinne van de Iacht-Goddinne Diana, daer sy op de Iacht was, begeerde Alpheus haer te Houwlijck: maer sy hier van niet willende hooren, ontschaecktese, en brachtse in't Eylandt Ortygia. Ander segghen, dat hy op Diana self verlieft was, en aher naeliep tot in't voorseyde Ortygia. Het zijn die seggen, dat hy afgecomen is van t'geslacht Phoebi, oft der Sonnen, en dat hy twist hebbende met zijn broeder Cercaphus, wie den cloecksten oft stercksten was, zijn broeder versloegh, t'welck hem de Herders verwijtende, uyt onverduldicheyt hem verdronck in een Vliet, die zijnen naem behiel. De eygenschap van de Vliet Alpheus, waer uyt de FabelGa naar voetnoot* van de vryagie, en het loopen van Alpheus, nae Arethusa soude oorsprongh hebben, is, datmen van oudts aen altijt ghehouden heeft, dat Alpheus eenen seldtsamen loop heeft, t'sommiger plaetsen verborgen onder d'aerde, en t'sommiger plaetsen uyt die onder-aerdige holen weder uytcomende, verscheyden reysen, tot datse aldus van uyt Arcadien oft Peloponesos eyndlinghe zijn water comt vermengen met der vliet Arethusa, te Syracusa, in Sicilien. Dit tuyghen eenige Schrijvers, onder ander oock Plinius, in't elfste Boeck in't 103e. Capittel, daer hy verhaelt, dat eenighe soete waters soo weynigh ghemeens hebben met de soutte, datse hen stracx in den grondt der Zee begheven, gelijck

[Folio 48r]
[fol. 48r]

men dat waer bevindt en siet in de Syracuysche borne van Arethusa, daer alle dinghen weder uyt bortelen, die men werpt in de Vliet Alpheus, den welcken loopende door de stadt Olympia, valt ter sijden Peloponeso in de Zee, heel wijt van Syracusa. En gelijck de Heydenen den Vlieten al Godtheden toeeygenden, werden dees twee Vlieten oock Godlijcke eere ghedaen, en t'water Alphei was gehouden te hebben eenighe besonder heylicheyt, en hadde oock een ghenesighe cracht, voor crauwagie, seericheyt, sprengvyer, en ander ghebreken, alsmense daer mede wreef en wiesch: sy hieldent oock, als Iuppiter bysonder behaeghlijck, seer bequaem in d'Offerhanden te ghebruycken. De meeningeGa naar voetnoot* waerom de Poeten also Godtheyt in Vlieten en anders den volcke wijs maecten te wesen, was, om hen te maken schromigh ergens yet quaets te doen, dewijle het van sulcke Godtheden gheopenbaert en ghetuyght soude worden: en om dat Godt begeert, datmen niet alleen onbevleckt en zy aen den gheest, maer dat t'lichaem van alle onbehoorlijcke onreynicheyt oock vry zy, daerom hielen sy dit Alpheische water tot der Offerhanden seer nut te wesen, om dat het van soo suyver-makende cracht en aerdt was. Het zijn eenighe, die met dees versieringhe beduyden, de Godlijcke cracht onses geestes, en de eyghenschap der deucht, om dieswille dat de stoffe alleen is begeerigh te hebben ghedaente, en in't werck te zijn gestelt, als niet tot anderen eyndt gemaeckt wesende, zijnde van haer selven onnut en ledigh. Oock begheert onse Siele de deucht, ghelijck haer eygen beeldt oft gedaente: daerom versierden sy dat Alpheus liep nae Arethusa, dewijl Alphos beteyckent, een smette, vlecke, oft ander ghebreck, en Areté soo veel als deucht. Oock wort by Alpheus, verlieft op Arethusa wesende, verstaen, dat Arethusa in een borne verandert, beteyckent de kuysheyt, de welcke haer onthoudende, en vliedende den aenvechtenden onreynen lust der oncuysheyt, is suyver en claer, ghelijck doorluchtigh water van een springhende borne.

voetnoot*
VVie Alpheus was verscheyden meeningen.
voetnoot*
Historische vryagie van Alpheus en Arethusa.
voetnoot*
VVt wat natuerlijcke eyghenschap de Fabel van Alpheus en Arethusa comt.
voetnoot*
Leerlijck uytlegh van Alpheus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken