Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,88 MB)






Genre
proza

Subgenre
non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander

Vorige Volgende
[fol. 105r]

Van Aiax, Oilei soon.

Aiax, den soon van Oileus, was gheboren in't Landtschap Locres, nu ter tijt Ozoli geheeten, niet wijt van Etolien: doch niet van Locres in Italien: dan is een Griecx Heer, en cloeck Krijghs-heldt geweest, die voor Troyen groote stoutheyt en gheweldt dede. Maer in de Troysche plunderinghe oneerlijck omgaende met Cassandra, als verhaelt is, heeft den toorn van Minerva en Apollo op zijnen hals gehaelt. Minerva vercreegh van haer Vader den Blixem, weerlichten, donderen, onwederen, draey-winden, en doncker wolcken, en hier mede ghewapent, heeft der Griecken reyse in't nae huys trecken grouwlijck beschadicht. Aiax Schip werdt van Minerva met den scheut eens Blixemstraels te gronde ghedreven, d'ander Schepen morselden op de rootsen, die daer nae Aiax Clippen gheheeten wierden. Aiax behielp hem met zijn stercke armen crachtlijck swemmende, dat hy op een Clip gheclommen wesende, soude t'leven behouden hebben, boven al dat hy soo misdadigh was, en hadde hy den Goden doe soo niet ghelastert, roepende luydstemmigh, dat hy hoe spijtigh en toornigh sy waren, noch ontcomen soude tegen hunnen danck. Waerom Neptunus vergramt, d'aerde dede schudden, treffende met den drytandt de Clip, dat hyse te gronde wierp, en Aiax lichaem alsoo ontsielde. Hier* sien wy, gelijck de Poeten veel aenwijsen, dat het een grouwlijck quaet is, dat sterflijcke Menschen Godt niet in eeren ghenoech en hebben: maer zijnen naem heerlijckheyt, en geweldt lasteren, niet bedenckende zijn almachticheyt, en s'Menschen gheleent heel swack vermoghen: En hoe haest de Godtlijcke straffende handt den vermeetlijcken sondaer te gronde can werpen.

*
Leerlijck aenwijs op Aiax Oileiders ondergangh.

Vorige Volgende