Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Polyphemus.

Polyphemus den wreedtsten onder den Menschen, Prince, en grootsten van ghestaltnis onder alle de Cyclopes, worden verscheyden Ouders ghegheven: eenige, te weten, Apollonius, Homerus, en onsen Poeet, gheven hem Neptunus tot eenen Vader, maer d'een maeckt zijn Moeder Europa, de dochter des Reuses Tityi, d'ander de Nymphe Thoossa. Hy hadde zijn wesen in Sicilien, daer hy veel Vee hoedde, en weydde op den berghen. Hy wort gheseyt te zijn gheweest oncuysch, guls, dronckaert, onmenschlijck, vermetel, en eenooghigh, achter nae blindt ghemaeckt van Vlysses. Hy was seer verlieft op Galathea, een Zee-Nymphe oft Goddinne, dochter van Nereus en Doris, alsoGa naar voetnoot* den Poeet Theocrites in zijnen Polyphemus ghetuyght. En Bacchylides seght, dat hy by haer hadde eenen soon Galathus: ander segghen, noch ander viere, Celtus, Illyrus, Hevetus, en Paphlagonus, en dat nae dese souden ghenoemt zijn Galathien, de Celten, Illyricum, Venetia, en Paphlagonia. Nu veel vertellingenGa naar voetnoot* overgheslaghen, die elder te lesen zijn, willen sien, om eerst eenighe gheschiedsche verclaringhe te vinden. Wy hebben verhaelt, dat Scylla, en Charybdis, den voorby varende veel om hals brachten. Oock wort gheseyt van den Laestrygones, en Cyclopes, by den bergh AEthna, dat het wreede Menschen waren, want het onthielden sich altijt veel quade straetscheynders en Zeeroovers: die den reysende luyden veel doodden, en beroofden, waerom dat den onmenschlijcken Polyphemus eyndlinghe verblindt werdt door Vlysses, als tot een straffe over zijn overdadigh en moetwilligh leven. Nu zijn van desen Polyphemo, en den Cyclopes, natuerlijcke uytlegginghen, van den dampenGa naar voetnoot* van der Locht en Blixemen, waer van wy in't tweede Boeck, daer wy van Vulcanus verhalen, oock ghesproken hebben. Eenighe meenen, dat met de witte en withayrighe Galathea wort gemeent het schuym der Zee: ander, de melck, en dat sy der selver Goddinne is, segghende: dat de vryagie Polyphemi niet anders mede brengt, dan dat de Herders geern sien, dat hun kudde vruchtbaer is, en wel melck gheeft, en dat de Vliet Acis in Sicilien vanGa naar voetnoot* sulcker aerdt is, dat de beesten van dat water drinckende, hun melck verdrooght, dat hy daerom niet en wouw dat Galathea, te weten, zijn melck-Vee daer by quam. Noch wort gheseyt, dat de Fabel van Polyphemus half gheschiednis soude wesen, en dat Polyphemus was een wreedt Tyran van Sicilien,Ga naar voetnoot* welcken onmaetlijck was verlieft op een seer schoon edel Iong-vrouw, Galathea ghenaemt, welcke hy niet door liefde connende trecken tot zijnen wille, heeftse ghenomen met ghewelt: maer siende daer nae, datse veel meer toeghedaen was een Iongling des selven Eylandts, werdt soo toornigh, dat

[Folio 109r]
[fol. 109r]

hy den Ionghlingh ombracht, hem werpende daer nae in een Vliet, die den naem des Ionglings behiel. Desen Polyphemus, die de Poeten segghen, dat een vermeten Godt-verachter en Mensch-vyandt, en eyndlijck met ellendighe eeuwighe donckerheyt ghestraft was, dewijl in zijnen droncken slaep hem de eenighe ooghe door Vlyssem was benomen, wijst aen, dat alle Menschen van soo rouwen quaden leven, (die de Poeten veel noemen kinderenGa naar voetnoot* Neptuni) als van Godt ghestraft, eyndlijck in ellende comen: En dat sulcke wreede hun beghevende tot wellustigh leven, dronckenschap, en onmaetlijckheyt, ten lesten verliesen het weynigh licht dat sy noch hadden, van eenige kennisse der redelijckheyt, en niet meer tot de selve en connen gecomen, maer tasten in den middagh met der handt als in den nacht, sonder uyt hun den donckeren dwaelwegh nemmermeer te geraken. Dat Galathea niet geern by hem was, bewijst, dat wreede Menschen van niemant bemint en zijn. Nu schort ons hier Glaucus, den voorgenoemden Zee-Godt, die op Scylla was verlieft.

voetnoot*
Galathea, wiens dochter sy is.
voetnoot*
Geschiedighe verclaringhe op Polyphemus.
voetnoot*
Natuerlijc uytlegh op Galathea.
voetnoot*
Van Acis, Vliet in Sicilien.
voetnoot*
Ander geschiedige verclaringhe op Polyphemus.
voetnoot*
Leerlijck uytlegh op Polyphemus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken