Het schilder-boeck
(1969)–Karel van ManderVan den Os, en zijn beteyckeninghe.Wort beteyckent met den Os, die van den Wolf wort verwonnen, den* Borgher van vreemden verdruckt: want van oudts mochtmen so qualijck een Os uyt toornicheyt ombrenghen, als een Borgher. Met het Ossen hooft, oft met t'hooft en huydt, wort den arbeydt beteeckent.* Eenighe nemen het Ossen hoofts ghebeente met den hoornen aen, voor arbeydt en ghedult. |