Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De omgekeerde wereld (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De omgekeerde wereld
Afbeelding van De omgekeerde wereldToon afbeelding van titelpagina van De omgekeerde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.17 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De omgekeerde wereld

(1975)–Lidy van Marissing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]

Hoofdstuk VIII Hoe lang kan dat nog duren? / Een luchtzak

De toeschouwer ziet, na muntinworp, door een kijkgat een zich steeds herhalend filmpje.

 

We zien een onderwijzer die de kinderen laat ervaren hoe vreemd het eigenlijk is dat in een land met zó'n rijkdom aan bodemschatten toch velen - ook de kinderen zelf - arm zijn of zuinig moeten leven. We zien een vriendelijke grootmoeder: ‘Ik heb geen ezeltje-schijt-geld.’ En een strenge vader: ‘Het geld groeit niet op mijn rug.’

 

Een boerenknecht: ‘Men komt op de wereld om een figurant te zijn in de grote geschiedenis van de mensen. De rol die men er moet spelen wordt door de omstandigheden bepaald, zonder dat men er zelf veel aan kan bijdragen. Men komt op het toneel als het produkt van wat ouders, schoolmeesters en andere omstanders er geleidelijk in hebben gestopt. Ieder is produkt van zijn tijd en zijn miljeu. Maar we worden zelf ook weer omstanders van anderen en hebben met z'n allen ook weer invloed op de situatie. We slepen met elkaar de geschiedenis een stukje verder.’

 

Vervolgens worden beelden getoond van de tweehonderd families die ongeveer alle grond bezitten en zich zodoende de bodemschatten toe-eigenen.

 

In een paleis denkt men anders dan in een hut.

 

De onderwijzer: ‘Je kan er dus niet omheen: als je vader fabrieksarbeider is, dan zal hij niet zoveel verdienen en niet zoveel onderwijs genoten hebben als zijn chef. Daardoor zijn jouw mogelijkheden ook beperkt. Om later aan de kost te komen zal je toch uit die beperkte mogelijkheden een bepaald beroep moeten kiezen. Je wordt óf fabrieksarbeider óf bouwvakker óf kantoorbediende, enz. Arbeidsde-

[pagina 50]
[p. 50]

ling en het feit dat je je specialiseert zijn dus niet gevolgen van je eigen keuze - je kán niet anders. Als je zelf ook weer fabrieksarbeider wordt, dan ga je praten en reageren en denken als een fabrieksarbeider (als andere fabrieksarbeiders). Je bepaalt dus niet zelf wie je bent of wordt, nee, juist omgekeerd: het feit dat je uit een bepaald miljeu komt en in een specialisatievakje terecht bent gekomen, bepaalt joú.’

 

Hyperkorrektie (een geval van valse schaamte).

Overal in de maatschappij kan men konstateren, dat de lagere standen de hogere trachten na te volgen. Dit geldt niet alleen voor de mode, van kleding zowel als haardracht, maar ook voor de taal. Dit streven kan aanleiding geven tot zeer vreemde taalvormen, die men hyperkorrekt noemt. Zo zijn de vormen koei, zooi, vlooi, en dergelijke niet gebruikelijk in het algemeen beschaafd Nederlands. Een Nederlander, die niet al te best zijn moedertaal beheerst, maar toch een beschaafde indruk wil maken, weet dit en vermijdt die j-klank aan het eind van een woord. Maar hij verraadt zijn kom-af door te zeggen: vloe, daar hij meent dat de j-klank ook híer plat zou zijn. Mensen die altijd spreken van een koppie, een happie, een boekie, een jassie, enz. zeggen soms, wanneer op hun woorden gelet wordt, een kopje kofje, vakansje, poliesje, enz. Daarnaast vindt men de hyperkorrekte vormen ik heeft en ik gaat.

 

Die middag leerden ze dat als een belangrijk man (= rijk man) de kamer binnenkomt, hijzelf 't eerst door de deur gaat, vóór zijn ondergeschikte. Ze leerden dat hij een royale winterjas behoort te dragen en dat hij zwijgt tot hij door zijn ondergeschikte wordt voorgesteld. Ze leerden ook dat hij heel eenvoudig uit de aangeboden stoelen de grootste fauteuil kiest, zonder tijd te verliezen met komplimenten, schouderklopjes of knipoogjes.

 

Een luchtzak.

 

‘Hoe lang kan dat nog duren?’ vroeg ze. Hij antwoordde gedragen: ‘In het donker van mijn hermeties verduisterde slaapkamer hoor ik af en toe de stem van een onder puin verstikkend wezen met een ontzettend geluid om hulp huilen. Het zal zólang duren tot allen die stem

[pagina 51]
[p. 51]

hebben gehoord...’

 

Dat wat niet te verdragen is, blijft in ons opgesloten.

 

Ze voelen zich ellendig zonder hun ongeluk te kennen.

 

Een sociaal-psycholoog: ‘Waarom rebelleert men niet hoewel men de onderdrukking - altans de ongelijkheid/achterstelling - scherp ervaart? Waarom komt men niet in verzet hoewel men zich onrechtvaardig behandeld voelt? Waarom staken de arbeiders zo zelden hoewel ze weten dat ze dagelijks van achteren en van voren bescheten worden?’

 

Een psychiater: ‘Cognitieve dissonantie. Mensen maken voor zichzelf het beste van hun situatie naarmate die situatie meer uitzichtloos is.’

 

Zoals die rabbi die een wanhopige man, die met z'n hele gezin in één kamertje moet wonen, adviseerde er een hond en een ezel bij te nemen. En die na een week weer weg te doen. En inderdaad: ‘Wat een opluchting,’ lachte de man toen.

 

Sociaal-psycholoog: ‘Zo komt het ook dat men onder realiteitsprincipe niet een realiteitszin verstaat, maar eerder een volledige onderwerping aan dezelfde maatschappelijke eisen die de neurosen juist hebben veroorzaakt.’

 

/ Wat wij nu beleven: Daar zit iemand in de hoek van zijn luie bank, leest een spannende oorlogsroman, gniffelt (‘die geeft ze er goed van langs!’) en plotseling wordt het gordijn opzij geschoven: gebombardeerde steden, miljoenen doden, door napalm verminkten... de bank met de lezer is onder het puin verdwenen.

 

Een voorbijganger: ‘Toch zou ik niet gemakkelijk kunnen zeggen of we hier nou een droom realiseren, of dat het de bittere werkelijkheid is waarin we leven. Knijp me eens in m'n arm, dan weet ik tenminste of ik echt wakker ben of dat ik droom dat ik naar een film kijk.’

 

Het beeld toont ook wat anders niet zichtbaar is of mag zijn. Vandaar

[pagina 52]
[p. 52]

het voortwoekeren van de weerstand tegen (angst voor) de beelden.

 

De kamera wordt steeds geraffineerder, is nu ook in staat om verboden en geheime beelden vast te leggen - die de toeschouwer zo schokken dat het associatiemechanisme in hem tot stilstand komt.

 

Cognitieve dissonantie

‘In dat ongelukkige jaar verloor ik mijn handen, maar ik had in elk geval mijn polsen nog. Het was heel moeilijk, maar ik moest me zien te redden. Van toen af voelde ik een wijdse vlakte van kalmte in mij. Ik was nog nooit zo kalm geweest. De uitgestrekte wanhoop had mijn grenzen verlegd.’

 

Wat er dan overblijft? Ik heb het al meer gezegd: die vraag beantwoord je door er op te wijzen dat in groepsverband de leden van de groep elkaar verstaan doordat ze zich in hun gedachten en in de taal waarmee ze die gedachten uitdrukken aan elkaar hebben aangepast. Dat mensen dat kunnen is iets heel bijzonders.

 

‘toch wel zeggen, een goede opvoeding genoten. Met mijn tong tussen mijn tanden, met wilde blik en trillende spieren liep ik zonder een moment rust rond te draaien, sprong door hoepels van vuur, grote brandende houtblokken opklimmend en afspringend. Bang dat ik een fout zou maken, een misstap zou doen, niet snel genoeg vooruit zou gaan. Als ik me brandde, huilde ik. Dan draaide ik me - radeloos en woedend - om. Mijn meester pakte zijn revolver en schoot in de lucht. (Koelbloedig als altijd: een glimlach op zijn gezicht.) Midden in het tumult werd het me duidelijk. Ik begreep mijn vergissing, herstelde mij snel, mompelde verontschuldigingen en sprong door de volgende hoepel.’

 

De inwerking van het miljeu op de door de mutaties verkregen genetiese veranderingen. De mens is tot nu toe het hoogste produkt van de evolutie. Hij onderscheidt zich van de andere diersoorten door zijn enorm aanpassingsvermogen. De mens heeft zich over de hele aarde kunnen verspreiden. Hij dringt door tot de dieptes van de oceanen en vliegt door de atmosfeer. De mens is er zelfs in geslaagd een klein stukje door het heelal te reizen. Die veelzijdige aanpassing is

[pagina 53]
[p. 53]

o.a. mogelijk gemaakt door de perfektionering van het gezichtsvermogen, de handen en vooral de hersenen. De reuk is bij ons afgenomen, terwijl het zien zich sterk heeft ontwikkeld. De ogen staan weerzijds op het hoofd waardoor een breed gezichtsveld is ontstaan. We kunnen ook scherp en driedimensionaal in kleuren zien. De handen hebben zich tot uiterst fijne instrumenten gevormd. De nauwkeurigheid waarmee de mens zijn handen gebruikt wordt door geen enkel diersoort geëvenaard. Zeer opvallend is de gigantiese ontwikkeling van de hersenen. Ten opzichte van zijn lichaamsgewicht heeft de mens een zeer grote hersenmassa. Binnen in dat brein zitten vele zogenaamde schakelcellen waarmee prikkels met elkaar kunnen worden gekombineerd. Typies voor de mens is zijn kulturele evolutie, evenmin als de biologiese evolutie een geleidelijk proces. In de sociaal-kulturele ontwikkeling zien we steeds uit geleidelijke kwantitatieve veranderingen op een bepaald moment sprongsgewijze kwalitatieve veranderingen ontstaan.

 

De voorstellingen die de mensen van de konflikten van hun tijd hebben vormen een wezenlijk bestanddeel van de omwenteling zelf:

 

‘Nu de stoflaag van de armoede is verdwenen en de broodvraag is gestreden, is de arbeider weer mens geworden.’

 

‘Moet de mens om mens te blijven een rover worden? Moet een mens om maatschappelijk te overleven zich ontmenselijken?’

 

‘Ze hebben zo'n behoefte om te vergeten. Het alkoholisme bijvoorbeeld. Geloof je dat ze als ze gelukkig waren, dat ze zich dan zó zaten te bezatten?’

 

‘Zo zien wij bij de sociale verzekering dat een groot aantal werknemers afhankelijk van de sociale voorzieningen wordt, doordat ze in hun jeugd te weinig opleiding hebben gehad om op latere leeftijd met de zo snel veranderende omstandigheden mee te kunnen buigen - mee te kunnen buigen - mee te kunnen buigen -’

 

‘Zodra het weekend is begonnen nemen ze de trein en vertrekken naar het land om tot maandagochtend te jagen, te vissen, te slente-

[pagina 54]
[p. 54]

ren. De jongeren willen méér, tenminste twee weken naar een rustig plekje, om even uit het systeem te breken.’

 

‘Elke zondag wegwezen, op je stukje land ploeteren en je rustig houden. En als het regent is er altijd wel amusement op de tv. Er zijn massa's middelen om te voorkomen dat de mensen over hun situatie gaan nadenken.’

 

- Zou u terug willen?

‘Ik mis het kontakt met de natuur wel. Ik mis de rust. Je hoort geen vogels. Lichamelijk is het werk hier lichter dan in de tuinbouw, geestelijk is het bepaald zwaarder.’

- Wat is uw afleiding?

Bij die vraag verandert er iets in de heer Woudstra. Hij gaat rechtop zitten, zijn vingers trommelen niet meer zo'n beetje op tafel, en bijna met een andere stem zegt hij:

‘Ik heb een paard. En een grote bloementuin. Iedere dag moet ik even naar dat paard toe. Verzorgen. Rijden. Ik ben lid van een rijvereniging geworden. En de bloementuin is mijn trots, die mag iedereen zien.’

- U heeft er als ik het zo hoor achteraf toch spijt van dat u naar de industrie bent overgestapt?

‘Ach, nee. Een mens moet toch kiezen.’

Zijn kollega naast hem aan het tafeltje stoot hem vriendschappelijk aan: ‘Kiezen? Een mens móet wel met z'n tijd meegaan.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken