Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De omgekeerde wereld (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De omgekeerde wereld
Afbeelding van De omgekeerde wereldToon afbeelding van titelpagina van De omgekeerde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.17 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De omgekeerde wereld

(1975)–Lidy van Marissing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 110]
[p. 110]

Hoofdstuk XXII Dialoog tussen Domkop en Punthoofd / Een schoolvoorbeeld

Punthoofd: ‘Ja, dat klinkt allemaal wel mooi. Maar ik blijf toch van mening dat zo het kwaad niet werkelijk met wortel en tak zal worden uitgeroeid. Ik zal U zeggen wat mij persoonlijk een betere oplossing lijkt. Het is gebeurd dat honderdduizenden uit de lagere volksklassen leven en bezit van hun medeburgers bedreigden, het parlement belegerden en gevangenissen opengooiden. Kortom een rampzalige situatie. Het is niet waarschijnlijk dat dit alles zó ver gekomen was als deze mensen behoorlijk onderwijs hadden genoten. Door onderwijs immers hadden zij leren inzien dat zij met hun gruwelen een chaos schiepen, waarin een belangrijk stuk handels- en bedrijfskapitaal vernietigd werd. Welnu, wat gebeurt er met de werkman wanneer het kapitaal vernietigd wordt?’
Domkop: ‘Wel, dan raakt hij werkloos?’
Punthoofd: ‘Precies! Het enige kapitaal dat de werkman zelf heeft is arbeid. Door onrust te zaaien ondermijnt de werkman dus zelf de waarde van zijn eigen kapitaal. Daar is dan namelijk minder vraag naar. Zo is de werkman tenslotte zelf degeen die het meeste door zijn eigen opruiigheid lijdt: door werkloosheid vervalt hij tot armoede. Door middel van onderwijs nu leert hij dit alles inzien. Hij leert dat hij zijn grieven langs wettelijke weg moet zien te herstellen. Hij leert God en de overheid te eren.’

Het is wel gewenscht, dat bij het instudeeren van het stuk iemand meewerkt, die Haagsch spreekt en liefst ook iemand, die den ruwen toon van vele arbeiders kent. Denk er vooral aan, dat de gesprekken in het tweede en derde bedrijf zoveel mogelijk in dien toon gevoerd moeten worden en dat de arbeiders over het algemeen een min of meer lompe en onverschillige houding moeten aannemen.

[pagina 111]
[p. 111]

(Opmerking van de souffleur: Als T zijn spreekbeurten ging houden in de sociëteiten van industriëlen drukte hij zich graag uit in zogeheten arbeiderstaal, met vette woorden en krachttermen. En de dames waren dan zo tevreden - ze knikten instemmend onder hun brede bloemhoeden: zoals die T. de arbeiders kende!)

 

Plaats van handeling: het park met de barokfontein (die uit gemeentelijke bezuinigingsoverwegingen niet meer spuit buiten het toeristenseizoen) en de (leegstaande) villa uit de zeventiende eeuw. Om precies te zijn: het verlaten terras op de heuvel. Het ziet uit over het vroegere centrum van de stad, nu een hoop ruïnes met daarachter de volkswijk van de moderne stad. Duidelijk zichtbaar is steeds de oude boom met het enorme hol tussen de wortels; daarin verborgen de verzetsstrijders tijdens de laatste oorlog hun wapens.

 

Tijd van handeling: omstreeks 1850.

Domkop: ‘Ach, het kan zijn dat U gelijk hebt. Toch schuilt er, dunkt mij, een zeker gevaar in Uw zienswijze. Is het niet waarschijnlijk dat onderwijs aan de lagere volksklassen zal leiden tot hoogmoed, tot een drang zich te verheffen boven hun stand? Zullen we niet zien dat kinderen van eenvoudige lieden niet ambachtsman willen worden, zoals hun dat past, maar door ongebreidelde eerzucht gedreven op kantoren werkzaam willen zijn?’
Punthoofd: ‘Welnee. Hiervan is in de praktijk nooit iets gebleken. In het onderwijs wordt immers juist geleerd de maatschappelijke orde, die door God gegeven is, te eerbiedigen? Bovendien moet U bedenken dat onderwijs aan het lagere volk een belangrijke schakel is in de bloei van handel en nijverheid in ons land. De arbeidende klasse in Nederland heeft een gevaarlijke konkurrentie te duchten door de voortgang van nijverheid in het buitenland. De ongeschoolde Nederlandse arbeider moet dikwijls machteloos toezien hoe het fel begeerde werk hem door de buitenlandse arbeider, die wel de juiste scholing heeft gehad, voor de neus wordt weggekaapt. Ambachtsonderwijs,

[pagina 112]
[p. 112]

  werktuigkunde en ander vakonderwijs moet de arbeider in staat stellen de plaats van de buitenlandse arbeiders in ons land in te nemen. Ook hier weer neemt het onderwijs dus een bron van armoede en onrust weg. Het is mijn vaste overtuiging, dat men de lagere volksklassen, die toch de vrede en welvaart van de maatschappij in handen hebben, beheersen moet met kennis en beschaving op scholen aangekweekt.’
Domkop: ‘Wel, laten we in ieder geval blij zijn dat God ons beiden in een stand heeft willen plaatsen waarin we het brood der behoeftigen niet hoeven te eten. Integendeel, wij mogen ons gelukkig prijzen dat wij anderen met ons brood en met de helderheid van ons inzicht kunnen steunen. Kom! Genoeg gepraat. Mijn keel is dorstig geworden door ons gesprek. Armoede is er nu eenmaal in de wereld, amice, zij behoort tot de orde der dingen. Prosit!’

Men denke er wel aan, dat de figuranten (arbeiders), evenals de aanwezige soldaten, een actieve rol moeten spelen, ook al worden hun in den tekst geen woorden in den mond gelegd. Zij praten onderling, lachen of fluiten, loopen heen en weer, kijken geïnteresseerd toe en vormen aldus een levenden menschelijken achtergrond van hetgeen de eigenlijke spelers op den voorgrond zeggen of doen.

 

De ondertitels proberen een indruk te geven van de zeer dichte en toch eenvoudige, de zeer moderne en toch vreemde taal; deze ondertitels zijn een fragmentariese vertaling van de gesproken tekst, men hoeft ze zelfs niet te volgen, ze zijn bedoeld als signalen waaruit de lezer kan kiezen. Want de gesproken tekst, de woorden, zijn hier niet belangrijker dan de zeer verschillende spreeksnelheden, intonaties en aksenten; niet belangrijker dan de afzonderlijke stemmen die op dit ogenblik vechten tegen het lawaai, de lucht, de ruimte, de zon, de wind; niet belangrijker dan de ontsnapte zuchten of andere kleine, per ongeluk geregistreerde geluiden die plotseling betekenis krijgen; niet belangrijker dan de inspanning, de arbeid van de akteurs en het risiko dat ze lopen als koorddansers of slaapwandelaars van het ene

[pagina 113]
[p. 113]

naar het andere eind van lange gekompliceerde tekstfragmenten;

niet belangrijker dan het kader waarin de akteurs gevangen zitten, of hun bewegingen en posities binnen dit kader en de achtergrond waarvóór zij zich bevinden (fiksaties en lokaties); of de veranderingen en de sprongen van het licht en de kleuren; niet belangrijker in ieder geval dan de montage, het wisselen van de beelden en van de instellingen (gezichtshoeken en standpunten).

 

Met open ogen en oren zal men de stillevens zelfs spannend vinden en merken dat hier alles informatie is - zelfs de overwegend zinnelijke werkelijkheid van de ruimte die de akteurs aan het eind van iedere scène leeg achterlaten:

hoe goed zou het kunnen zijn zonder

zonder het treurspel van het cynisme, de valse voorwendselen, het bedrog, de omkeringen, de uitbuiting, de in- en verkoop van mensen.

Domkop: ‘Wanneer wij klakkeloos doorgaan met het geven van steun, zullen wij de armoede zelf nooit wegnemen, ja zelfs de armoede doen toenemen. En diezelfde armoede, mijn waarde, houdt een gevaar in voor de beschaving en orde van onze maatschappij.’
Punthoofd: ‘Tut, tut, ik meen dat U wel wat doordraaft wanneer U het schenken aan deze stakkers zonder meer afwijst. Ik ben wel van mening dat klákkeloos geven geen oplossing biedt. Kijk, ik zie het zo: Geld is niet de belangrijkste gave die wij kunnen aanwenden. Wij beschikken immers ook door de stand, waarin de goede God ons geplaatst heeft, over wijsheid en ervaring. Wij bekleden een vooraanstaande positie in de maatschappij. Dat betekent dat wij, behalve door de armen geld en goed te schenken hun van dienst kunnen zijn met goede raad. Wij kunnen, door ons eigen voorbeeld, spaarzaamheid en zedigheid bevorderen. Vooral ook zijn wij in een positie om de armen weer werk te verschaffen.’

[pagina 114]
[p. 114]

Domkop: ‘Jawel, maar juist als het zo'n gezin weer wat beter gaat, zal men zich in onmatigheid te buiten gaan aan bier, gebak en andere versnaperingen.’
Punthoofd: ‘Dat gevaar heb ik in mijn oplossing voorzien. Waar mogelijk moeten rijke burgers een gezin uit de behoeftige stand onder hun voortdurende hoede nemen. Zo kan ervoor worden gewaakt dat het geld weggesmeten wordt aan ongepaste artikelen, waardoor de armen licht tot pronkzucht vervallen en zich boven hun stand zouden willen verheffen. Hun moet geleerd worden om het geld dat zij niet terstond nodig hebben opzij te leggen. Op gezette tijden zal de vrouw uit de gegoede stand het arme gezin in de nederige woning opzoeken, de arme tot zindelijkheid manen en adviezen over de opvoeding van de kinderen geven. Zo zal tussen veel rijke en arme gezinnen een hechte band van genegenheid ontstaan.’
Domkop: ‘Hm, ja. Wellicht kunnen wij de sociale onrust zo benutten om de situatie te stabiliseren. Hm, ja. Wellicht heeft U gelijk, amice. Prosit!’

En indien niet al te velen zich intussen van de beeldenreeks laten afleiden, zullen wij (gebruikers en makers) reeds een kleine overwinning hebben behaald op de domheid, op de verachting, op de pooiers van de kultuurkommercie die uit eigen domheid en verachting menen: de beelden/melodieën/gebaren/beweringen/ zijn nooit dom genoeg voor het publiek.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken