Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloemlezing uit zijn werken (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloemlezing uit zijn werken
Afbeelding van Bloemlezing uit zijn werkenToon afbeelding van titelpagina van Bloemlezing uit zijn werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (2.16 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Editeur

J.F. van Haselen



Genre

proza
poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
satire


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloemlezing uit zijn werken

(1938)–Philips van Marnix van Sint Aldegonde–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 20]
[p. 20]

De profetie van het lijden Christi.Ga naar voetnoot1)

 
Wie is, die ons gehoor zal geven
 
End nemen ons woord waar?
 
Wie is, dien 's Heeren arm verheven
 
Zal werden openbaar?
 
Hij is voor hem klein opgeschoten,
 
Gelijk een slechte spruit,
 
End als een wortel die gesproten,
 
Op 't dorre land schiet uit.
 
 
 
In hem en was gedaant noch wezen,
 
Noch ganschlijk geenen schijn.
 
Wij 'n zagen niets dat mocht geprezen
 
Oft ons bevallijk zijn.
 
Hij was verworpen end versteken,
 
End van elkeen gehaat,
 
Een ieg'lijk was van hem geweken,
 
Elkeen heeft hem versmaad.
 
 
 
Hij is een man vol smert end kwalen,
 
Dat t' eenen schier verleed.Ga naar voetnoot2)
 
Hij mag er vrijGa naar voetnoot3) wel van verhalen
 
Als die van lijden weet.
 
Wij hebben ons van hem gekeered
 
Met walging end verdriet.
 
Zoo heellijk werd hij veroneered:
 
Men hiel van hem gansch niet.
 
 
 
Voorwaar nochtans, hij heeft gedragen
 
Ons krankheid ende kwaal.
 
Hij heeft op hem ons smert end plagen
 
Geladen altemaal.
[pagina 21]
[p. 21]
 
Wij meenden, nadat wij hem zagen,
 
Zoo soberlijk te pasGa naar voetnoot1),
 
Dat hij van Godes hand geslagen
 
End dus gemarterdGa naar voetnoot2) was.
 
 
 
Maar hij ontving al deze wonden
 
Om onz' misdaden boos
 
End werd verbroken om onz' zonden
 
End werken goddeloos.
 
Hij is tot onze straf verwezen
 
Om ons te maken vree.
 
Zijn stramenGa naar voetnoot3) hebben ons genezen,
 
Mits hij hiel onze vree.
 
 
 
Wij hebben altemaal gedwaled
 
Als schapen woest en schouwGa naar voetnoot4)
 
Elk heeft den rechten weg gefaled,
 
Elk liep al waar hij wou'.
 
Maar God heeft na zijn goed bevallen
 
Onz' zond' op hem gelegd
 
End d' overtreding van ons allen
 
Is door hem opgerecht.Ga naar voetnoot5)
 
 
 
Hij wordt gepijnd, gepraamdGa naar voetnoot6), genopenGa naar voetnoot7),
 
Doch zonder zijne schuld.
 
Maar hij en doet zijn mond niet open,
 
Maar lijdt het met geduld,
 
Als 't lam dat zonder zikGa naar voetnoot8) te weren
 
Ten slachtbank wordt gevoerd,
 
Oft 't schaap, dat stom voor die het scheren
 
Den mond niet eens en roert.
 
 
 
Hij wordt genomen uit het treuren
 
Van dit gericht end krachtGa naar voetnoot9),
[pagina 22]
[p. 22]
 
Wie zal vertellen zijn lang duren
 
End wonderlijk geslacht?
 
Hij was van 't leven afgehouwen
 
Zoo 't scheen tot in den grond,
 
Maar deze plaag end dit benauwen
 
Kwam hem van mijns volks zond'.
 
 
 
Men heeft hem ten graav' opgegeven,
 
In 's goddeloozen macht,
 
End door de boozen van het leven
 
Met smert ter dood gebracht,
 
Daar hij nooit iemand en misdede,
 
Noch van misdoen en wist.
 
Uit zijnen mond en kwam nooit rede
 
Van argGa naar voetnoot1), bedrog oft list.
 
 
 
End 't was nochtans Gods welbehagen,
 
Dat hij gemarterd werd
 
End van des Heeren hand geslagen
 
Met bitter zwaren smert.
 
Maar als hij zik zal hebben schuldig
 
Gemaakt voor ons misdaad,
 
Dan zal hij zien zeer menigvuldig
 
Opgroeien 't heilig zaad.
voetnoot1)
Jesaja 53;
voetnoot2)
voorbijging;
voetnoot3)
waarlijk.
voetnoot1)
in zulk een treurigen toestand;
voetnoot2)
gemarteld;
voetnoot3)
striemen.
voetnoot4)
schuw;
voetnoot5)
hersteld;
voetnoot6)
gedrukt;
voetnoot7)
benauwd;
voetnoot8)
zich;
voetnoot9)
geweldig gericht.
voetnoot1)
boosheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken