Inhoudsopgave
Voorbericht
Rembrandt en zijn tijd
Inleidend hoofdstuk.
De bloeitijd (Rembrandt en zijn tijd) 1635-1670. (Afdeeling C).
Eerste hoofdstuk (X). - Rembrandt Harmensz. van Rijn.
Tweede hoofdstuk (XI). - Portret- en historieschilders uit Rembrandt's school.
Derde hoofdstuk (XII) - Portretschilders, onafhankelijk van Rembrandt.
Vierde hoofdstuk (XIII) - De Delftsche figuurschilders en aan hen verwante meesters.
Vijfde hoofdstuk (XIV) - De Leidsche fijnschilders.
Genreschilders in Dordrecht, Deventer, Rotterdam enz.
Zesde hoofdstuk (XV) - Jan Steen en zijn kunst.
Zevende hoofdstuk (XVI) - Meesters van het landschap en schilders van vee en paarden.
Achtste hoofdstuk (XVII). - Schilders van schepen, zee, meren en stroomen.
Negende hoofdstuk (XVIII). - Schilders van gebouwen, stadsgezichten en kerkinterieurs.
Tiende hoofdstuk (XIX). - Schilders van stillevens, bloemen, vruchten, insecten, dood en levend pluimvee en diergaarden.
Elfde hoofdstuk (XX) - Onze schilders in het buitenland. Uitheemsche schilders hier te lande.
De nabloei; de tijd na Rembrandt's dood (1670-1700) (afdeeling D).
Twaalfde hoofdstuk (XXI) - Geleidelijke veranderingen in techniek en kleur. De meesters uit het einde der eeuw. Nabloei en verval.
Lijst van afbeeldingen, alfabetisch volgens de kunstenaars.
Register.