Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weekendpelgrimage (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weekendpelgrimage
Afbeelding van WeekendpelgrimageToon afbeelding van titelpagina van Weekendpelgrimage

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (12.30 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weekendpelgrimage

(1966)–Tip Marugg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

VII

Ziezo, dat mooie vijftal ben ik kwijt. Gelukkig maar. Als ik een gezelschap verlaat, welk gezelschap dan ook, voel ik me altijd opgelucht. Dit gevoel heb ik steeds gehad. Zelfs ook met mijn meisje. Honderd jaar geleden had ik een meisje, een lief klein meisje met heerlijk zacht haar. Ik was graag met haar, maar wanneer ik haar verliet, voelde ik mij altijd opgelucht. Goed beschouwd, geloof ik dat ik mijn roeping ben misgelopen. Ik had kluizenaar moeten worden. Kluizenaar in de woestijn. Of monnik. In een dier orden waar je de ganse dag alleen in een cel zit opgesloten en nooit praat en nooit drinkt en nooit rookt. Alleen dat nooit drinken zal wel niet meevallen.

Midden op straat ligt een hond, een enorm zwart ding. Warempel, het valt mee, ik kan met mijn dronken kop nog goed zien. Zal ik voor dat beest stoppen of zal ik hem kapotrijden? Misschien wil dat beest wel dood. Waarom gaat hij anders midden op straat liggen?

Maar de hond wil niet dood. Op het laatste nippertje springt hij opzij. Mijn linkerspatbord gaat rakelings langs zijn achterlijf. Jammer eigenlijk, de vliegen hadden anders morgen mooi feest kunnen vieren.

‘Dag, Karpattenkoning!’

Ik houd niet van honden.

Het regent nu niet zo hard meer. De ene minuut regent het zo hard dat je denkt dat de tweede zondvloed is begonnen en de andere minuut is het weer plotseling opgehouden. En dan begint het weer opnieuw; en zo gaat dat maar door.

Op de voorruit van de wagen zie ik de natte kringen van het tafelblad uit de kroeg waar ik zonet gezeten heb. Ik heb

[pagina 66]
[p. 66]

dat wel meer. Wanneer ik mij van de ene plaats naar de andere verplaats, neem ik altijd een paar beelden met mij mee. Soms is dat wel leuk, als het aangename beelden zijn. Maar soms kan dat ook vervloekt vervelend zijn.

De weg gaat steil omhoog. Boven gekomen laat ik de wagen stoppen. De daken van de huizen langs de weg lijken net de treden van een grote trap die voor een reus is gebouwd.

Ik ontdek dan dat alle ramen gesloten zijn en dat het behoorlijk warm in de auto is. Ik draai het zijraampje omlaag aan de kant waar de regen niet naar binnen kan. Aan de muur aan de kant van de weg hangt een grote, blikken reclameplaat. Drink Coca Cola ice cold. Bij elke regenvlaag maken de druppels die er tegen slaan een prettig geluid. Net alsof iemand bezig is zijn gitaar te stemmen.

In de verte, over de huizendaken heen, ligt de inktzwarte zee. Ik ontdek de vage lichten van een groot schip dat de haven nadert. Tientallen schepen uit alle delen van de wereld komen de haven binnen en vliegtuigen uit Amerika en Europa landen dagelijks op het vliegveld. Ten zuiden van het eiland, zo dichtbij dat je als het helder weer is de kustlijn kunt onderscheiden, ligt het enorme vasteland van Zuid-Amerika met zijn bruisende leven, zijn fantastische rijkdommen, zijn ingewikkelde intriges en zijn komische revoluties. Maar toch, op de een of andere geheimzinnige wijze blijft het eiland onaangetast, afgescheiden van de rest van de grote wereld, door de zee die het omringt.

Dan begint het harder te regenen. En regelmatig. De gitaar-akkoorden op de Coca Cola-plaat worden nu een onophoudelijk, eentonig gestotter. Ik moet hier weg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk