Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weekendpelgrimage (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weekendpelgrimage
Afbeelding van WeekendpelgrimageToon afbeelding van titelpagina van Weekendpelgrimage

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (12.30 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weekendpelgrimage

(1966)–Tip Marugg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 121]
[p. 121]

XVI

Soms kun je uit je Buick stappen en een huis binnengaan en daardoor een wereld betreden, zo totaal anders dat je overdonderd raakt en jezelf afvraagt of je niet beland bent in een donker, verborgen hoekje van de grote wereld, dat aan de aandacht van de ontdekkingsreizigers en de zendelingen is ontsnapt.

Het was op een zaterdagmiddag dat ik Mario thuis was gaan afhalen om samen te gaan zwemmen. Op mijn getoeter verscheen niet Mario maar zijn oude moeder in de deuropening.

Is Mario thuis? Mijn vraag werd niet beantwoord. Je krijgt nooit een direct antwoord op je vraag. Na haar omslachtige groet, waarvan zowel de keuze van de woorden als de wijze waarop zij werden uitgesproken van zulk een overdreven onderdanigheid getuigde dat zij een gevoel van wrevel opwekten, nodigde zij mij zeer beleefd doch uiterst dringend uit om binnen te komen.

Mario heeft mij nog nooit gevraagd zijn huis binnen te komen en als hij nu thuis was geweest, zou zijn moeder het ook niet hebben gedaan. Ik ken Mario's moeder en zijn drie zusters slechts zeer oppervlakkig. Zijn idiote broer zie ik wel eens op straat. Mario heeft namelijk ook nog een idiote broer. Ik weet niet of hij ouder of jonger is dan Mario, maar dat het een half-gare is, weet ik zeker. Mario heeft mij eens precies uitgelegd hoe zijn broer zo is geworden. Toen hun vader stierf, was Mario op zee. Hij voer toen als kwartiermeester aan boord van een olietanker en heeft noch het overlijden noch de begrafenis van zijn vader meegemaakt. Toen de vader op sterven lag, heeft Mario's broer aan het sterfbed plechtig moeten

[pagina 122]
[p. 122]

beloven nimmer de ouderlijke woning te zullen verkopen of zelfs te zullen verhuren aan vreemden. Maar nog geen jaar na de dood van zijn vader verkocht hij het huis en het bijbehorende terrein aan een Europeaan, die in die buurt een proeftuin ging aanleggen. Zelf vertrok hij met zijn moeder en drie zusters naar de stad. Dat was een grote fout. De belofte aan een stervende moet men altijd nakomen, anders vindt de dode geen rust in het graf en keert zijn geest terug om de levenden te verontrusten. En het duurde dan ook niet lang of de geest van de overleden vader had Mario's broer te pakken. Op een dag keerde hij niet naar huis terug van zijn werk. De moeder en zusters maakten zich de eerste dag niet ongerust, want hij bleef wel eens meer een hele nacht weg. Maar 's morgens was hij nog niet thuis. En de daarop volgende ochtend nog niet! Toen maakten zij zich wel erg ongerust en werd een aanvang gemaakt met het zoeken. Alle familieleden en vrienden werden verwittigd van het verdwijnen van Mario's broer en in ploegen van twee of drie zocht men de gehele stad en omgeving af en deed overal navraag naar de verlorene. De politie werd er niet bij gehaald, want je kon nooit weten wat er eigenlijk was gebeurd. De tweede dag werd hij gevonden bij de kust nabij de oude, ongebruikte kalkoven. Hij lag bewusteloos op de grond tussen de mangrovebossen en er was schuim op zijn mond. Het duurde een hele week voordat hij enigszins opknapte, maar sedertdien is hij idioot gebleven. Hij is zijn verstand niet helemaal kwijt; hij is steeds soezerig en volkomen ontoerekenbaar. De belofte aan een stervende moet men altijd nakomen.

Mario's moeder bracht mij in de huiskamer en ik moest

[pagina 123]
[p. 123]

gaan zitten op een stoel met een heel stijve leuning. In een hoek van de kamer waren twee van Mario's zusters. De ene zuster zat op een stoel, terwijl de ander achter de stoel stond en bezig was het haar van haar zittende zuster te kammen. Zij waren bezig het haar te kammen voor de kerkdienst van zondagochtend. Zij sloegen geen acht op mij.

Ik begon mezelf af te vragen wat Mario's moeder wel van mij wilde hebben. Zij praatte al maar door. Over de regen die maar niet kwam en over het vele verkeer dat er nu op het eiland was in tegenstelling met vroeger toen 'n auto een grote bezienswaardigheid was. Maar ik wist maar al te goed dat al dit gepraat slechts gezwam in de ruimte en enkel de traditionele inleiding was tot hetgeen zij op het hart had en niet meteen durfde uiten. Deze mensen zijn nooit terzake en zullen nimmer op de man af zijn wanneer zij iets belangrijks hebben te vertellen. Zij moeten beginnen met te praten over een tiental onbenullige onderwerpen, vóór zij eindelijk uit de bus komen met hetgeen ze te zeggen hebben.

‘Ik zal even kijken hoe Calina is,’ onderbrak Mario's moeder plotseling haar verhaal en meteen verdween ze uit de kamer. Calina is Mario's oudste zuster.

Ik bleef alleen in de kamer. Dat wil zeggen, de twee andere zusters waren er ook nog, maar die sloegen geen acht op mij. In de kamer hing de zoete, weeë lucht van de kokosolie, die de zusters bij het kammen gebruikten. Deze olie wordt voor heel veel doeleinden gebruikt. Behalve als haarvet wordt zij ook gebruikt tegen hoofd- en tandpijn, bij het bakken van vis en als laxeermiddel. Dat weet ik allemaal van Olga. Ik heb haar eens deze olie zien bereiden. Met een fijne rasp had zij

[pagina 124]
[p. 124]

eerst de kopra tot een zachte massa gemaakt, wat water op het witte spul gegoten en het daarna met haar beide handen goed uitgeperst. Het melkachtige water dat ze hierdoor verkreeg, zette ze in een ijzeren pot op het komfoor om het geval te laten koken totdat de dikke olie ontstond.

Mario's moeder kwam terug. Of ik astublieft even mee wilde komen naar de slaapkamer? Wat moest ik in 's hemelsnaam in de slaapkamer doen? Nu pas keken de twee zusters die mekaar aan het kammen waren, mijn richting uit. Maar nu sloeg ik geen acht op haar. Ik volgde de moeder.

Was het de zoete, weeë lucht van de kokos-olie die in de huiskamer hing, de slaapkamer was duizendmaal erger. Hier hing een zware lucht van kruiden en wierook, die bijna ondraaglijk was, mede omdat de ramen van de slaapkamer zeer waarschijnlijk in geen dagen waren open geweest. Op het bed, dat de helft van het slaapvertrek in beslag nam, lag een ziek meisje van een jaar of tien. Naast het bed zat Calina in een grote leuningstoel. Calina had zulk een fantastisch grote buik dat ik bijna rechtsomkeer maakte om me snel uit de voeten te maken, omdat ik eerst dacht dat zij op het punt stond te bevallen en dat de moeder mij had binnengeroepen om assistentie te verlenen bij deze verlossing.

Maar Calina glimlachte mij vriendelijk toe; zij stond niet op het punt te bevallen. Zij had grote, rustige ogen.

‘Magda is nog steeds ziek,’ zei ze met een zachte stem en legde haar hand op de rand van het bed. Ik had nog nooit van mijn leven van Magda gehoord, laat staan dat zij ziek was, maar ik knikte meewarig in de richting van het bed waarop het zieke kind lag, dat mij met angstige ogen aanstaarde.

[pagina 125]
[p. 125]

‘Je hoeft niet bang te zijn, lieveling,’ sprak Calina tot haar, ‘mijnheer is geen blanke dokter. Hij is een vriend van Mario.’

Deze vriendelijk uitgesproken woorden deden onmiddellijk alle vrees uit de ogen van het meisje verdwijnen. Van onder de deken waarop zij lag, staken enkele takjes en groene bladeren.

‘U bent een goede vriend van Mario, is 't niet?’ vroeg de moeder. Ik antwoordde bevestigend en toen vertelde zij mij dat Magda reeds geruime tijd koorts had en dat zij nu op een door de curioso met kruiden geprepareerd bed lag en dat deze haar vanochtend met een pap van olie en sterkriekende kruiden had ingewreven, hetgeen zeker zou helpen.

Toen kwam eindelijk de aap uit de mouw.

‘Ik heb meneer gevraagd om binnen te komen om ons een grote dienst te bewijzen. Heeft meneer er iets op tegen zijn hand op Calina's buik te leggen en die er een ogenblik op te laten rusten?’

Pas na enige tijd en na de nodige uitleg, ook van de zijde van Calina, werd mij duidelijk wat van mij gevergd werd. Het bleek dat Calina over haar tijd heen was en dat het kind in haar schoot nu door een vreemde moest worden betast om de bevalling op gang te brengen. Met een gevoel, dat ik mij onsterfelijk belachelijk maakte, ging ik weifelend naar Calina toe. Zij maakte de voorkant van haar kimono los. Ik boog mij enigszins voorover en stak aarzelend mijn rechterhand uit. Met een vriendelijke glimlach op haar lippen nam Calina mijn hand, schoof die tussen de kimono en drukte toen met allebei haar handen mijn hand stevig tegen zich aan.

‘Voelt u het kind bewegen?’ vroeg de moeder gejaagd.

[pagina 126]
[p. 126]

‘Ja, het kind beweegt,’ loog ik. Natuurlijk voelde ik niets bewegen. Ik voelde alleen Calina's lichaam dat strak en hard en warm was.

De moeder slaakte een zucht van verlichting en haar gezicht werd als dat van een kind zo blij. Calina liet mijn hand los en keek mij heel dankbaar aan. Zij had tranen in haar ogen, maar ze keek nu niet meer naar mij; haar ogen waren gericht op een kalender die aan de muur hing en waarop een afbeelding was van de H. Maagd.

De moeder leidde mij de kamer uit. Wil meneer astublieft niets van het gebeurde aan Mario vertellen? Afgesproken, mevrouw, ik zal er niets van aan Mario vertellen.

In de huiskamer waren de twee zusters nog steeds bezig met kammen, alleen waren zij nu van plaats verwisseld. Ik groette de moeder, die mij zonder ophouden aan het bedanken was voor de grote dienst die ik Calina had bewezen, en zei dat ik nu dringend weg moest.

Buiten haalde ik diep adem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk