Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen (1762)

Informatie terzijde

Titelpagina van Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen
Afbeelding van Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelenToon afbeelding van titelpagina van Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen

(1762)–Jan Jacob Mauricius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

Tusschenspraak van koning Wilhelm den Derden,

In 't tegenwoordig geschil tusschen Groot-Brittannien en de Staaten der Vereenigde Nederlanden; in eenvoudige Rymen gebragt, door een Oud Patriot.

Valeant qui inter nos dissidium volunt.
 
GY, die pas Zestig Jaar geleden,
 
Veréénd door Godsdienst, ééns van zeden,
 
Myn Scepter, en myn Staf vereerde,
 
Toen ik U beide saam regeerde;
 
Die ook U steeds hebt wel bevonden,
 
Wanneer gy saamen bleeft verbonden:
[pagina 80]
[p. 80]
 
Britanniërs en Batavieren,
 
Die met veréénigde banieren,
 
De Vryheid Van Euroop deedt bloejen,
 
En Uwe welvaart saam zaagt groejen,
 
Myn Burgers, myn geliefde Volken,
 
Ziet my neêrdaalen uit de Wolken,
 
Om nog by tyds in Uw' geschillen,
 
Den wederzydschen drist te stillen,
 
En onherstelbare besluiten,
 
Nog, eer 't te laat mogt zyn, te stuiten.
 
Wat blindheid heeft Uw' geest bezeeten!
 
Zyn d'oude gronden gansch vergeeten,
 
Dat gy dien dierb'ren band wilt breeken?
 
Hoort nog Uw' trouwen Wilhelm Spreeken,
 
En leent bezadigd gunstige ooren
 
Om Vaderlyken raad te hooren.
 
 
 
* * *
 
 
 
Gy, braave Koopliên, die Uw' scheepen
 
In Britsche Havens weg ziet sleepen,
 
Schoon gy ze nergens hebt gezonden,
 
Dan op 't vertrouwen der verbonden,
 
Recht hebt ge en reden om te klaagen;
 
Dit is niet langer te verdraagen.
[pagina 81]
[p. 81]
 
Doch niet te schielyk! wikt ter deegen,
 
Wat by U 't zwaarst behoort te weegen,
 
Een korte winst met veel' gevaaren,
 
Of 's Lands geluk voor veele Jaaren.
 
Gy ziet U thans van Vrankryk vleien;
 
Maar laat dat fluitje U niet verleien.
 
Dat ge in zyn' Havens wordt ontfangen,
 
Is niet om U, maar zyn' belangen.
 
Ook wist hy wel, dat by Uw' buuren
 
De vriendschap dus niet lang kon duuren.
 
't Is waar, het Recht legt in Uw voordeel,
 
Maar wist gy niet, als liên van oordeel,
 
Dat dit Uw' Vrienden moest mishaagen,
 
En dat men 't nimmer zou verdraagen,
 
Het mag dan recht of onrecht heeten!
 
Was U zo schielyk dan vergeeten,
 
Hoe in den kryg, zo kort geleeden,
 
De Britten net het zelfde deeden,
 
Schoon gy, als trouwe Bondgenooten,
 
Met geld, met manschap, en met vlooten,
 
Brittanjes zaak toen onderschraagde,
 
Ja zelfs Uw' welvaart daar aan waagde?
[pagina 82]
[p. 82]
 
's Lands magt (gy wist het) kon niet strekken,
 
Om metter daad Uw Recht te dekken.
 
Was 't dan niet beter 't zeil te stryken,
 
En wyslyk voor den tyd te wyken,Ga naar voetnoot(a)
 
Dan schip en goed zo los te waagen,
 
En om een' winst van weinig' dagen,
 
Die met de Vrêe toch gaat verlooren,
 
De rust van 't Vaderland te stooren?
 
Hadt gy, met maatig nut te vreden,
 
En zonder drift tot nieuwigheden,
 
Uw' ouden handel stil gedreeven,
 
Dan waart gy ongeroerd gebleeven.
 
Dan hadt ge Uw' eigen' Panteryën
 
Zien bloeijen, die nu schuld'loos lyën,
 
Die hun gestopt Credit bezuchten,
 
En nog in 't einde moeten duchten,
 
Dat, zo de twist te hoog mogt loopen,
 
Men 't haar het duurst zal doen bekoopen.
 
 
 
* * *
 
 
 
En Gy, die nu van voorspoed dronken,
 
Uw' vrienden 't merg zuigt uit de schonken,
[pagina 83]
[p. 83]
 
En hen het water uit wilt boenen,
 
Zyn dan een koppel MillioenenGa naar voetnoot(b)
 
(Daar gy in andere gevallen
 
De ponden acht voor niet met allen)
 
Wel waard om oude Bondgenooten
 
Zo onbesuisd voor 't hoofd te stooten?
 
Al was Uw doen al goed te praaten,
 
Al hadden zy zelfs geen' Tractaaten,
 
Is 't waardig om so weinig voordeel
 
Den band te breeken, die naar 't oordeel
 
Van alle kundigen voor deezen,
 
Aan 't Protestantsch Religie-weezen,
 
Tot een noodzaaklyk bolwerk strekte,
 
En gants Europa's Vryheid dekte:
 
Een band, die alles in den band hieldt,
 
En 't Evenwicht alleen in stand hieldt!
 
Zoudt gy Uw grootsten vyand kunnen,
 
Dat lang gewenfcht genoegen gunnen?Ga naar voetnoot(c)
 
Ziet toe, gy moogt het wel onthouwen,
 
Het zal U naderhand berouwen.
 
Denkt ook om 't Stamhuis van Oranje,
 
Zo na vermaagschapt aan Brittanje;
[pagina 84]
[p. 84]
 
Denk om Uw' eigen' Erf-PrincesseGa naar voetnoot(d)
 
Prins Willems Moeder en Voogdesse.
 
Kan U haar smeeken niet beweegen?
 
Bedenkt, hoe raad'loos en verleegen
 
Gy die Vorstin maakt met Uw stroopen,
 
Terwyl haar Hof wordt afgeloopen
 
Van Klaagers, die met gantsche Troopen
 
Om Recht en om bescherming roepen!
 
Weest ook niet al te trots en moedig;
 
Het Krygslot is niet steeds voorspoedig:
 
Gy zaagt het zelf in vroeger dagen,
 
Hoe 't stormgeweld van onweêrvlaagen,
 
De onoverwinnelykste Vlooten
 
Op klippen kan aan stukken stooten.
 
Men ziet de Republyk verachten,
 
Niet om een waar verval van krachten,
 
Maar om verschillendheid der Leeden,
 
Daar elk (na zyn begrip met reeden)
 
Zyn meening sterken wil en styven,
 
En onderwyl het Schip ziet dryven:
 
Maar zo gy voortgaat hen te tergen,
 
En hun geduld te veel te vergen,
[pagina 85]
[p. 85]
 
Wordt d'Eendragt weêr volmaakt herbooren.
 
De Leeuw laat zich niet ringelooren,
 
Noch door geweld zich overdonderen,
 
Een ed'le wanhoop doet vaak wonderen.
 
Maar neen! 'k beken 't, op Nereus plassen
 
Zyn zy niet tegens U gewassen.
 
Gy kunt ter zee de wet hen zetten,
 
Ja hunne koopvaart gantsch verpletten.
 
Dog dan sal hen nog d' eer geschieden,
 
Dat zy, als eerelyke lieden,
 
Voor hunne haardsteên en Altaaren
 
Trouw strydende, te gronde vaaren
 
Met de oude Bataviersche glorie:
 
Daar steeds Uw naam in 's Lands Historie
 
Gemerkt zal staan met zwarte streeken,
 
Als liên, die woord en zegel breeken,
 
En op wier plegtigste Tractaaten
 
Geen Bondgenoot zich kan verlaaten.
 
Raakt ook de Republyk in duigen.
 
Zal de uitkomst haast U overtuigen,
 
Dat gy den Staat niet kunt ontbeeren.
 
Dit zult Gy, als 't te laat is, leeren;
 
En zelfs (dit kan in 't kort gebeuren)
 
Haar' ondergang het eerst betreuren.
[pagina 86]
[p. 86]
 
Wie is 't (moest gy dit ooit vergeeten!)
 
Aan wie ge Uw' Vryheid dank moet weeten?
 
Wie rukte Uw Godsdienst uit de banden
 
Van Pausgezinde dwingelanden?
 
Was 't niet de Republyk, wiens troepen
 
Gy nevens my te hulp moest roepen?
 
't Is waar, zy heeft niet deelen willen
 
In Uw' West-Indische Geschillen;
 
Maar zo by wisseling van zaaken,
 
Gy zelf in recht gevaar mogt raaken,
 
Zoudt gy haar alles op zien zetten
 
Om Uw' verdrukking te beletten.
 
 
 
* * *
 
 
 
Zie daar, het geen ik als een Vader,
 
Als Uw geweezen Hoofd en Raader,
 
U moest vermaanen. als myn' kinderen,
 
Om beider onheil te verhinderen.
 
't Is ook 't onzydige gevoelen
 
Van die Europa's heil bedoelen.
 
Bedenkt dit ryp aan beide kanten,
 
Als Bond- en Staat- en Kerkverwanten.
 
Goê vrienden moogen saamen kyven,
 
Maar vrienden moeten vrienden blyven.Ga naar voetnoot(e)
voetnoot(a)
..... imitatus castora, qui se
Eunuchum ipse facit, cupiens evadere damno, &c. Juven. Sat. XII: 34.
voetnoot(b)
Sterlings; Men rekent, dat met die somme de geleeden schade zoude kunnen vergoed worden.
voetnoot(c)
Horatius Epodon. od. 7.
voetnoot(d)
Deeze Rymen zyn gemaakt in December voor 't overlyden van Haare Koninglyke Hoogheid.
voetnoot(e)
Amantium irae, amoris integratic est. Terent. Andr. III. 111. 23.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken