Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen (1762)

Informatie terzijde

Titelpagina van Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen
Afbeelding van Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelenToon afbeelding van titelpagina van Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Besluit der dichtlievende uitspanningen, met verscheidene byvoegzelen

(1762)–Jan Jacob Mauricius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 140]
[p. 140]

De rymer tegens dank, nieuwjaars gedicht.
Aan den heere van Kruiningen.

Vivere me dices: Salvum tamen esse negabis.
Ovid: Trist: I. 1. 19.
 
SChoon ik den Zangberg, als voorheen, niet kan opsteigeren,
 
Wil ik myn' ouden Vriend toch geen Nieuwjaarsvaers weigeren.
 
En schoon ik alles, wat myn harts-geneegenheid
 
Hem toewenscht, honderdmaal voor deezen heb gezeid,
 
Schoon zelfs, myn speeltuig reeds in 't kacchel vuur gegooid is,
 
Ja schoon zelfs d'asch van myn' verbrande harp verstrooid is,
 
Wil ik toch liever met dit plat eenvoudig dicht
 
Zyn oor verveelen, dan te kort doen aan myn' plicht,
 
Al was 't alleen maar om Heer Pido's woord te redden.Ga naar voetnoot(a)
 
Die hadt zich wel gewacht zo los te willen wedden,
[pagina 141]
[p. 141]
 
Zo zyn Heer Vader hem omstandig hadt verteld,
 
Hoe deerlyk 't met myn hoofd en beenen is gesteld.
 
Op zangstertje! op! aan 't werk! niet lang vooraf te praaten.
 
Gy hinkt! dat helpt niet. Geen' verschooning kan hier baaten,
 
En faalt het ons gezang aan leeven, geest en zwier,
 
Wat kan men vergen van een' Speelman zonder lier?
 
 
 
Ter zaak! zie daar dat jaar, dat plaag-jaar wêer ten ende,
 
Dat schrikkeljaar, voor my vol jammer en elende.
 
Myn eéne voet was reeds in Karons zwarte boot,
 
En Heer Purgon sprak stout het vonnis van myn' dood.
 
't Was uit. Doch Atropos verzag zig in het knippen.
 
Zy hadt haar' bril niet op, en liet de schaar wêer slippen.
 
Dog de oude Toveres verkocht die gunst my duur.
 
'k Ben nog niet dood. Ik leef. Doch 't leeven valt my zuur.
 
Maar zagt! die treurtoon zal den Vryheer niet behaagen.
 
Zing op een losser trant. Myn Vriendt houd van geen klaagen.
 
Wat helpt al 't kreunen, al dat morren, al 't gejank?
 
Nog eens ter zaak! Voor eerst, zeg hem eerbiedig dank
 
Voor zyn' getrouwe vlyt en arbeid in het schryven.
 
't Verdriet me alleen, dat ik zyn schuld'naar steeds moet blyven,
[pagina 142]
[p. 142]
 
En geen' goudappelen, het zy ik waak, of droom,
 
Afschudden kan van den KrakowschenGa naar voetnoot(b) knollenboom.
 
Dus zend ik niets van hier, dan Nazaretsche prullen.
 
Doch hy heeft altyd stof, om ruim een' brief te vullen,
 
Dewyl al 't staatnieuws van 't gantsch menschelyk geslacht,
 
In zyn' spreekkamer hem van zelfs wordt t'huis gebracht.
 
Ook alles, wat met moeite een ander op moet zoeken
 
In Landsregisters, in Staats Resolutieboeken,
 
Historien, in 't Duitsch, Fransch, Engelsch, of Latyn,
 
Vindt hy in 't hoofd, als in een wand'lend Magazyn.
 
Dat staal geheugen, by zo hoog geklommen' jaaren,
 
Weet hy met ryp vernuft en oordeel saam te paaren.
 
Niets is hem vreemd, en op wat stof 't gesprek ook loopt,
 
Hy is 't Orakel, welx gezag den strik ontknoopt.
 
By al dat harssenwerk, is hem de lust nog vaardig
 
Tot kunstgedichten, Hoofd, en Vollenhoven waardig.
 
't Rym is voor hem een spel, dat hem den tyd verdryft.
 
Hy rymt gezwinder, dan een ander proze schryft.
 
Apol daalt by hem neêr, van zelfs en ongebeeden.
 
En schoon hy mede al veel van jongs af heeft geleeden,
[pagina 143]
[p. 143]
 
't Gemoed blyft ongedrukt, en die zyn' brieven leest,
 
Ziet met verwondering zyn' vrolykheid van geest.
 
Lang moet hem d'Almagt by die zielsgesteldheid spaaren,
 
Ver boven 't dag'lyx peil der menschelyke jaaren,
 
Tot nut van 't Vaderland, tot vreugd van zyn geslacht,
 
Tot vreugd van al, die deugd, vernuft, en kennis acht.
 
Zo moet geen ramp of zorg zyn' gryze rust ooit hinderen.
 
Zo moet hy niet dan vreugd beleeven van zyn' kinderen.
 
Zo wensch ik, dat het klein lief LoodjeGa naar voetnoot(c) deezen dag,
 
Verheugd, met groot Papa, nog dikwils vieren mag.

1761.

voetnoot(a)
De Heer Overste Huybert, badt met zyn' Heer Vader om tien dukaten willen wedden, dat ik een Nieuwjaarsdicht zenden zou.
voetnoot(b)
Men noemt te Parys de plaats, daar de Nouvellisten vergaderen, l'Arbre de Cracovie.
voetnoot(c)
't Kleinzoontje van den Heer van Kruiningen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken