Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De parels van het parlement (1960)

Informatie terzijde

Titelpagina van De parels van het parlement
Afbeelding van De parels van het parlementToon afbeelding van titelpagina van De parels van het parlement

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (6.94 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

Fiep Westendorp



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De parels van het parlement

(1960)–Lizzy Sara May–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]
Voor Mischa, Rogier,
Gaby en Miliaan
[pagina 5]
[p. 5]

I. Meneer Bijkema geeft tekenles - en hoe!

‘Het lijkt wel of er storm op til is,’ zei meneer Bijkema en hij schudde een beetje mismoedig zijn grote hoofd, zodat zijn lange haren voor zijn ogen vielen. ‘Wat mankeert jullie in 's hemelsnaam! Is het zo moeilijk je aandacht op wat krijt en potloden te bepalen?’

Hij keek de klas rond en streek daarbij met een gewoontegebaar de haren weer uit de ogen. Hij had groot gelijk met wat hij beweerde. De klas zat onrustig te draaien en te fluisteren en het leek wel of niemand zin in tekenen had. En dat, terwijl dit toch een van de lessen was, waar vrijwel iedereen plezier in had. Zelfs Jaap, anders een groot enthousiasteling van tekenwerk en schilderkunst, zat op z'n potlood te kauwen en keek het raam uit.

‘Jaap!’ riep meneer Bijkema nu met een stentorstem. ‘Hé, jongen, slaap je?’

Jaap schrok op en kreeg een kleur als vuur.

‘Nee meneer,’ antwoordde hij.

‘Je zou zo denken...,’ zei meneer Bijkema. ‘Laat eens kijken wat je er van gemaakt hebt.’

Jaap nam zijn tekenvel op en liep er mee naar het tafeltje waarop meneer was neergestreken.

[pagina 6]
[p. 6]

‘Da's niet veel soeps, Jaap,’ zei de leraar. ‘Vertel jij me nu eens wat er met jullie aan de hand is.’

Verlegen keek Jaap de klas rond en haalde zijn schouders op.

‘Niks,’ zei hij.

‘Ah,’ zei meneer Bijkema, terwijl hij een gezicht trok alsof hij de grootste ontdekking van deze eeuw had gedaan: ‘het voorjaar. De lammetjes komen weer in de wei... Dat is het! Ga maar weer zitten.’

‘Laten we maar lammetjes gaan tekenen,’ stelde Marjan giechelend voor.

‘Wel ja,’ zei meneer. ‘Draai je tekenvel maar om en teken lammetjes. Misschien heeft dat een kalmerende uitwerking op jullie, zoiets als schaapjes tellen voor het slapen gaan, als je maar niet in slaap valt...’

Iedereen draaide zijn tekenvel om en begon vol inspanning aan de lammetjes.

‘Merkwaardig,’ dacht Ivo, ‘zoals meneer Bijkema altijd weet hoe hij de zaak moet aanpakken. Al zijn we nog zo vervelend, - wat in zijn les niet vaak gebeurt - hij weet er altijd wel iets op te vinden. Een meesterlijke vent eigenlijk. Alleen jammer voor mij, dat ik geen lammetjes kan tekenen. Hoe ziet zo'n beest er in vredesnaam uit. Iets met bokkepoten, een lam met bokkepoten...? Nee, dat kan niet. Wat een geluk dat het woensdag is. Vanmiddag tenminste vrij. Misschien kan Jaap plaatjes bij me komen luisteren. Die nieuwe Armstrong... Wat hebben we voor huiswerk...

[pagina 7]
[p. 7]


illustratie

[pagina 8]
[p. 8]

‘Nou Ivo,’ hoorde hij plotseling boven zich, ‘als je dat een lam noemt... noem ik jou een ezel. Wat is dat voor ding...’

De hele klas schoot als één man in de lach en keerde zich naar Ivo.

‘Laten we zeggen,’ vervolgde meneer Bijkema, ‘dat je op eigen houtje de non-figuratieve schilderkunst hebt uitgevonden.’

‘Wat is dat, meneer?’ vroeg Ivo prompt. ‘Wat is non-figuratieve schilderkunst?’

‘Welja,’ zei meneer Bijkema, ‘da's eigenlijk meteen een mooie gelegenheid om jullie daar iets over te vertellen.’

Hij pakte de tekening van Ivo en hield die omhoog zodat iedereen haar goed zien kon.

‘Wie vertelt me,’ begon hij, ‘wat dit is?’ Gelach, gepraat en geschuifel was het antwoord. Maar daar boven uit kwam Jos' stem: ‘Het zwarte schaap, meneer!’

‘Stilte,’ riep meneer Bijkema nu. Zijn gezicht stond plotseling heel ernstig. ‘Laat het geachte parlement eens even ernstig zijn!’

Het was opeens wonderlijk stil in de klas. Er ontstond een soort gespannen aandacht, die meneer Bijkema te allen tijde in zijn klassen wist op te wekken, alsof hij een grote tovenaar was die alleen met zijn ogen de mensen in bedwang wist te houden.

‘Het is natuurlijk helemaal geen kunst om te lachen

[pagina 9]
[p. 9]

of om iets belachelijk te maken,’ vervolgde hij. ‘Daarom heb ik dit ook niet als voorbeeld gekozen. Want ik heb zo'n klein idee in mijn achterhoofd, dat jullie geen van allen iets gemaakt hebt, dat ook maar een sprankeltje écht lijkt op een lam. En dat kan ook niet anders. Iedereen maakt dát, wat hij zich van een lam voorstelt en ieders voorstelling van het lam is weer anders. Zomin er twee precies dezelfde mensen bestaan, zijn er twee predes dezelfde tekeningen van hetzelfde onderwerp. En dan komt er in dit geval nog iets anders bij, dat ik echter best wil verwaarlozen: niet ieder van jullie is in staat datgene te tekenen of te schilderen, wat hij in zijn hoofd heeft. Da's voor een echte kunstenaar al moeilijk, laat staan voor een stel leerlingen. Maar ...laten we eens veronderstellen dat iedereen hier kan maken wat hij in gedachten voor zich ziet, wat gebeurt er dan? Wel, twintig jongens en meisjes maken twintig verschillende lammetjes, variërend van naturalistisch tot non-figuratief. En dan hoef je de betekenis van de woorden niet eens te kennen, want dat is alleen maar een etiketje dat je op de verschillende manieren van tekenen of schilderen plakt. En nu heb ik ons parlementslid, de heer Ivo de Winter, wel met zijn kunstwerk geplaagd, maar dat is natuurlijk helemaal fout. Meneer De Winter, mijn welgemeende excuses...’

Meneer Bijkema legde zijn hand op zijn hart en boog met een ernstig gezicht, waarin zijn ogen ironisch tintelden, voor Ivo.

[pagina 10]
[p. 10]

Ivo lachte maar zo'n beetje terug als antwoord en streek zich wat verlegen over de donkere, glad naar achteren gekamde haren. Gare vent, die Bijkema...

‘Goed,’ hernam meneer Bijkema, ‘maar om nu op ons uitgangspunt terug te keren: wie kan me vertellen hoeveel richtingen - of laten we liever zeggen, welke richtingen er de laatste... em... zestig, tachtig jaar in de schilderkunst geweest zijn. Jij, Jaap!’

‘Het impressionisme,’ begon Jaap lukraak.

‘Goed,’ knikte meneer, ‘verder?’

‘Het... eh... kubisme,’ vervolgde Jaap, ‘het expressionisme...’ Daarna keek hij hulpeloos om zich heen.

‘Mooi,’ zei meneer, ‘dat zijn er drie. Wie weet er nog meer? Jij Marjan?’

Hij kneep zijn ogen half dicht als een kat. Iedereen kon zien dat hij dacht: ‘Ik ben benieuwd wat er nu te voorschijn komt...’

‘Het surrealisme,’ antwoordde Marjan zoekend, ‘dan de non-figuratieven, zoals u zelf gezegd heeft... en...’

‘Stop maar Marjan,’ zei Meneer, ‘mooi. Weet je een voorbeeld van surrealisme te geven. Ik bedoel, weet je een schilder?’

‘Dali,’ antwoordde Marjan direct. ‘We hebben thuis een ontzettend gek boek van hem, maar ik vind hem eigenlijk een beetje eng.’

‘Gek of eng, Marjan, die Salvador Dali is een volkomen surrealist. Maar ik kan me best voorstellen dat

[pagina 11]
[p. 11]

jij zo over hem oordeelt. Goed, laten we nu maar eens gaan resumeren, zoals een bekende radiofiguur dat altijd zegt. We hebben dus: I het impressionisme, 2 het expressionisme, 3 het kubisme, 4 het surrealisme en 5 de nonfiguratieve schilderkunst in tegenstelling tot de figuratieve schilderkunst. Er zijn nog wel meer richtingen, doch laten we het voorlopig hier maar bij houden. Maar nu weten jullie natuurlijk nog niets en daarom zou ik het geachte parlement de volgende opdracht willen verstrekken...’

Meneer Bijkema onderbrak zichzelf even om op zijn horloge te kijken.

‘De opdracht luidt,’ vervolgde hij dan: ‘maak je lammetje thuis af zoals je het in je hoofd hebt, dus zonder voorbeeld. En probeer in boeken of platen iets te vinden dat als voorbeeld kan dienen voor een van de richtingen die ik in dit uur besproken heb. In de volgende les gaan we aan de hand van het materiaal dat jullie meebrengen het een en ander vergelijken. Wie weet, welke aardige excursie het uitgangspunt “lam” oplevert naar het een of andere moderne museum... Geacht parlement, ik heb de eer u te groeten.’ En met grote passen beende meneer Bijkema de klas uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken