Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina p.t.o. 3]
[p. p.t.o. 3]


illustratie

[pagina 5]
[p. 5]

Hoofdstuk I.
Hetty's vertrek.

‘May wil naar Hetty toe,’ riep een bevelend kinderstemmetje.

‘Neen, mijn lieveling, dat kan nu op het oogenblik niet.’

‘Maar ik wil bij Hetty zijn,’ was het ongeduldig antwoord; en een verontwaardigd gezichtje zag naar de kindermeid op, om te zien welken indruk deze laatste beslissende woorden op haar maakten.

Toen zij zag dat deze ook geen uitwerking hadden, nam zij een kloek besluit, en met een vastberaden gezichtje, doch met schalks lachende oogen, sloop zij door een reetje van de deur, waggelde met veel moeite de steenen trap af, en over een portaal dat naar Hetty's kamer leidde. De deur stond open en de kleine vluchteling ging naar binnen. - Een onopgemaakt bed, een versleten pantoffel, eene slordige kaptafel was het eenige wat zij zag; maar Hetty was er niet.

‘Hetty, ik wil Hetty hebben,’ riep zij met een hoog stemmetje; en de kleine voetjes begonnen een zorgvuldigen onderzoekingstocht, terwijl hare oogen van tijd tot tijd angstig naar boven keken, in de richting van de kinderkamer.

Zou zij deze gevaarlijke trappen voor niets zijn afgegaan? Zij bleef roepen en haar schel stemmetje weêrklonk door het groote huis.

[pagina 6]
[p. 6]

‘Laat haar toch bij mij komen,’ riep eene stem: en een meisje van omstreeks twaalf jaar in diepen rouw, opende de deur van eene zijkamer en sloot de kleine in hare armen.

‘Mijn kleine lieveling, heb je mij nu toch gevonden! Knappe, flinke May, ben je weggeloopen om mij te zoeken! Kom maar gauw binnen, dan zal ik je iets lekkers geven.’

‘May wil een beschuitje, Hetty,’ zeide het kind, terwijl zij hare armpjes om den hals van hare zuster sloeg, en hare oogen onderzoekend over de ontbijttafel liet gaan, om te zien of er iets van hare gading op stond.

‘Hier zijn twee beschuitjes, May. Kom nu op mijn schoot zitten, en zie mij eens goed aan; houdt je van mij, May?’

‘Ja, natuurlijk houd ik van je.’

‘Ik ga van je weg, mijn kleine engel. Ik zal je in geen maanden weerzien: maar 's morgens, 's middags, 's nachts, altijd zal ik aan je denken; ik houd van niemand zooveel als van mijn kleine May. Zal je ook eens aan mij denken, en een beetje van mij houden; wil je dit doen, May?’

‘Ja, dat zal ik,’ zeide May; ‘maar geef mij nog een beschuitje.’

‘Ja, zeker, pak me nu eens flink, dan krijg je ook een klontje; nog steviger, dan krijg je er twee; ik beloof het je; het kan mij niet schelen of je er ziek van wordt; je kunt alles krijgen wat je maar wilt, zoolang wij nog samen zijn.’

De kleine May was zóó tevreden met deze belofte, dat zij zonder verder na te denken de zwarte jurk met hare handjes kleverig maakte, om Hetty toch maar goed te kunnen pakken.

‘Nog meer, Hetty,’ zeide zij; ‘May zal je heel stijf vasthouden, als May nog meer krijgt.’

Intusschen was de kindermeid onopgemerkt binnengekomen.

[pagina 7]
[p. 7]

‘Wel heb ik ooit! Ben je alleen benedengekomen, kleine dreumes? - Hetty, ik hoop toch niet dat gij dat lieve kind zoetigheid geeft; gij weet dat zij dat niet verdragen kan. - O foei! baby, wat een vuile handjes! En Hetty, zij heeft uw heele kraagje verknoeid.’

‘Wat komt dat er op aan,’ zeide Hester; ‘ik had behoefte aan een flinke liefkoozing, en gaf haar daarom drie of vier klontjes; zij wilde het natuurlijk niet voor niets doen. - May, ga nu maar weêr naar Dina. - Neem haar nu maar meê; als zij mij met haar lieve gezichtje zoo aanziet, kan ik niet van haar scheiden.’

De kindermeid nam het kind op den arm, en zeide: ‘Vaarwel Hester; leer maar vlijtig op school; het zal u heusch wel meêvallen.’

‘Goeden dag, Dina,’ zeide Hester ongeduldig. ‘Is u daar Papa, roept u mij?’

Zij kleedde zich haastig aan, en verliet de kamer, waar haar ontbijt nog onaangeroerd stond.

Een lang heer, met een streng uiterlijk, was bezig zijn jas toe te knoopen, en een rijtuig stond voor de deur.

Spoedig daarop waren Hester en haar vader op weg naar het station. Zij kon May's rond gezichtje niet meer onderscheiden, en ook het groote hardsteenen huis verdween uit haar oog; zij reden de straat uit, en Hetty sloot hare mooie bruine oogen om niets meer te zien. Zij wist dat zij alleen in de koude wereld werd gestooten, en een angstig gevoel bekroop haar; zij keek naar haar vader, maar deze zat het ochtendblad te lezen.

Eindelijk hadden zij de plaats van hunne bestemming bereikt; haar vader nam een kaartje voor haar en hielp haar in eene dames-coupé eerste klasse; en terwijl hij eene illustratie voor haar kocht, zeide hij: ‘De conducteur zal

[pagina 8]
[p. 8]

op je passen, Hester. Ik heb het hem gevraagd; aan ieder station zal hij naar je komen zien, en vragen of je ook iets gebruiken wilt. Je gaat in eenen door naar Sefton, en Mevrouw Willis zal je daar laten afhalen. - Dag, mijn kind, pas nu maar goed op, en wees niet te wild. - Ik hoop, dat, als je met de zomervacantie thuis komt, je veel vorderingen zult gemaakt hebben. Nu, goeden dag, tot weerziens. O, wilde je me een kus geven, nu één dan. Neen, niet zoo: je weet, dat ik niet van die liefdebetooningen in het openbaar houd.’ Dit zeide de heer Thornton, omdat Hetty haar armen om zijn hals sloeg, en twee vurige kussen op zijn bleek gelaat drukte. Ook voelde hij een traan op zijne wang, dien hij echter spoedig afveegde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken