Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk V.
Mevrouw Willis.

Nauwelijks had Annie Forest de kamer verlaten, of Juffrouw Danesbury kwam met de boodschap, dat Hester bij Mevrouw Willis moest komen. Het arme, verlegen kind was dankbaar, dat zij de nieuwsgierige en afkeurende blikken der meisjes kon ontvluchten. Zij had hunne opmerkingen gehoord en was zelf verwonderd, dat zij zoo iets had durven doen.

Maar Hester, hoe verlegen zij ook was, was koppig van aard. Zij had nu eenmaal een tegenzin tegen Annie opgevat en zij besloot getrouw te blijven aan hare overtuiging, dat Annie een ongemanierd, slecht opgevoed meisje was, en dat hare moeder, indien zij nog leefde, haar zeker niet zou toegestaan hebben met haar om te gaan.

Stilzwijgend volgde zij de Juffrouw; zij liepen de gang door, gingen nu door eene andere deur en bevonden zich

[pagina 26]
[p. 26]

weêr in de mooie vestibule; zij hielden stil voor een deur met zware pluche gordijnen behangen, die allen tocht buiten sloten. Juffrouw Danesbury opende de deur, trad de kamer binnen en zeide met hare zachte stem: ‘Hier breng ik u Hester Thornton.’

Zij verliet de kamer en Hester waagde hare oogen op te slaan en de directrice met een beschroomden blik aan te zien.

Eene knappe, rijzige dame met sneeuwwit haar, kwam Hetty dadelijk tegemoet; zij legde hare handen op Hetty's schouders, lichtte haar verlegen gezichtje een weinig op, en gaf haar een kus op 't voorhoofd.

‘Uwe moeder was een van mijne eerste leerlingen, Hester,’ zeide zij, ‘en gij, neen, gij gelijkt niet veel op haar, maar gij zijt toch haar kind, en daarom heet ik u hartelijk welkom. - Kom hier bij het vuur zitten en laat ons wat praten.’

Hester gevoelde zich tegenover deze vriendelijke, voorname dame niet half zoo verlegen als tegenover de meisjes. De geheele kamer deed haar aan haar moeder's boudoir denken; de lichtgrijze satijnen japon, het echt kanten kapseltje op het zilverwitte haar, kwamen haar, die in weelde opgevoed was, bekend voor. En vooral nu Mevrouw Willis over hare moeder sprak, gevoelde zij zich zoowel aangetrokken door dit schoone gelaat, als door de vriendelijke, klankvolle stem, welke toch soms zoo streng en bevelend kon klinken. Niettegenstaande haar wit haar, zag Mevrouw Willis er nog jong uit, en het eerste wat Hester zeide was: ‘Ik dacht niet dat u al zoo oud was, dat u mijne moeder nog les hebt gegeven.’

‘Ik ben zestig jaar, en ben nu reeds dertig jaar aan het hoofd van deze school. Je moeder was niet de eenige

[pagina 27]
[p. 27]

leerling, die nu hare dochter hier zendt om door mij onderwezen te worden. Ga op dezen stoel zitten, en vertel mij wat van uw tehuis. Je moeder, maar ach, mijn arm kind, ge wilt nu zeker liever niet over haar spreken; de dochter van Helena schijnt diep te gevoelen. Nu dan een volgend maal, als wij elkander wat beter kennen. Vertel mij dan nu wat van je zusje en uw vader. Gij weet misschien niet eens dat ik de peet van May ben?’

De directrice en Hester hadden een druk gesprek met elkaar; Hester vergat hare verlegenheid en stortte haar hart uit voor deze vriendelijke dame, die hare moeder had gekend, liefgehad en onderwezen.

‘Ik zal mijn best doen,’ zeide zij, ‘maar o, lieve Mevrouw, ik denk niet dat ik heel gelukkig zal zijn op school.’

‘Iedereen heeft natuurlijk zijne beproevingen, Hester, maar de flinke en edele meisjes vinden dezen tijd van orde en tucht 't gelukkigste tijdperk van haar leven. Gij zult eene wereld in 't klein rondom u zien; gij zult omringd worden door verleidingen, maar er zullen zich gelegenheden voordoen, waarop gij kunt toonen een goed, oprecht en standvastig karakter te bezitten. Ik geloof dat mijne meisjes over het algemeen gelukkig zijn. - Het groote motto hier op school is “ernst.” Wij zijn ernstig bij ons werk; wij zijn ernstig in onze spelen. Meisjes, die zich niet met hart en ziel op hun werk toeleggen, kunnen wij hier op school niet gebruiken. Mijn kind, wees in het speeluur vroolijk, lach en speel met de vroolijksten, onder de lessen echter wees ijverig met de ijverigsten. Begrijpt ge mij?’

‘Ik tracht het te begrijpen,’ zeide Hester, ‘maar alles is nog zoo vreemd voor me.’

‘Ja, dat spreekt van zelf; gij zult eerst met vele moeielijkheden te kampen hebben. Maar dat is niets; als gij

[pagina 28]
[p. 28]

maar een goeden wil hebt, zult gij deze zeker wel overwinnen. Vertel mij nu eens, hebt gij al met enkele meisjes kennis gemaakt?’

‘Ja, Mevrouw. Cecile Temple is heel vriendelijk voor mij geweest.’

‘Cecile is een van mijne beste leerlingen; blijf maar goede vrienden met haar; zij heeft een lief, medelijdend en oprecht karakter.’

‘Dan is er nog een meisje, dat met mij gesproken heeft, maar met haar behoef ik geen vriendschap te sluiten, niet waar?’

‘Welk meisje is dat?’

‘Annie Forest - ik houd niets van haar.’

‘Wat! de lieveling van onze school; ik denk dat gij spoedig van gedachten zult veranderen. Maar daar luidt de bel voor het avondgebed. Gij moogt van avond met mij naar de kerk gaan; ik zal je aan den Heer Everard voorstellen.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken