Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXVI.
Onder het laurierboschje.

Mevrouw Willis moest zichzelf bekennen, dat zij in verlegenheid was; het was onmogelijk Annie toe te staan hare studiën te veronachtzamen; en toch was May's gezondheid nog te zorgelijk om haar aan het voortdurend verlangen naar Annie bloot te stellen.

Op eens kwam er eene welkome gedachte bij haar op; zij zou dadelijk aan May's vroegere kindermeid schrijven, en haar vragen, of zij tot de groote vacantie op Rustenburg wilde komen. Mevrouw Willis verzond haar brief nog denzelfden dag, en den avond daarop nam de kindermeid weer de zorg voor hare lieveling op zich. May herinnerde zich

[pagina 156]
[p. 156]

Dina nog best, en keerde gaarne weer tot haar terug; en ofschoon zij nog evenveel van Annie hield, treurde zij niet langer, wanneer Annie niet bij haar was.

Annie hervatte haar gewone werk, en ofschoon Hetty nog even koel tegen haar was, vertelden verscheidene meisjes Annie in vertrouwen, hoe zij hare lieveling gemist hadden, en hoe blijde zij waren haar weer in haar midden te zien.

Annie was die dagen in een tweestrijd; het eene oogenblik verlangde zij vurig naar een kus en de volkomen vergiffenis van Mevrouw Willis; het andere oogenblik zeide zij tot zichzelf, dat zij er best buiten kon; nu eens trof de treurige uitdrukking in Hester's oogen haar diep in het hart, en wenschte zij, dat zij baar den schat, welken zij haar ontnomen had, weer terug kon geven; dan weder verheugde zij zich in den invloed, welken zij op May had, en besloot al de liefde, die May haar toedroeg, voor zich te behouden. In het kort, Annie was in een toestand, waarin zij ten goede of ten kwade kon geleid worden, zij was op het oogenblik zoo zwak van karakter, dat zij aan de verleiding geen weerstand kon bieden.

Eenige dagen na de komst van May's kindermeid, werd Mevrouw Willis onverwachts naar Londen geroepen, waar eene bloedverwant gevaarlijk ziek was. Verscheidene meisjes stonden aan de deur om hare beminde onderwijzeres te zien vertrekken; onder haar was ook Cecile Temple en verscheiden meisjes uit hare klasse. Annie Forest was echter niet tegenwoordig. Op het laatste oogenblik kwam zij ademloos aanloopen, met een ruiker van jasmijn en vergeet-mijnietjes in hare hand; toen het rijtuig op het punt was van weg te rijden, wierp zij hem op den schoot van de directrice. Mevrouw Willis beloonde haar met een van hare oude

[pagina 157]
[p. 157]

vertrouwelijke en liefdevolle blikken; zij bracht de bloemen aan hare lippen en kuste ze, en hare oogen zagen met eene uitdrukking vol liefde op Annie.

‘Goeden dag, lieve,’ riep zij haar nog toe. ‘Vaartwel, mijne lieve kinderen; ik zal zien morgenavond weer terug te zijn. Denk er aan, mijne kinderen, dat ik u gedurende mijne afwezigheid volkomen vertrouw.’

Het rijtuig reed de laan door, en de meisjes verspreidden zich. Cecile zag rond, of zij Annie ook zag, maar zij was verdwenen.

Nadat de directrice de bloemen gekust had en zoo vriendelijk tegen haar lachte, was zij achter de boomen gesprongen en stond daar hare tranen af te drogen. Zij werd in die bezigheid gestoord door het geroep van twee vroolijke stemmen, en weldra verschenen er twee meisjes, een weinig jonger dan Annie, die haar bij de hand vatten en haar met zich mede trokken.

‘Kom Annie - kom gauw Annie, lieveling,’ riepen Phyllis en Nora Raimond. ‘De mand is gekomen. Zij staat in het laurierboschje achter in den tuin. Wij wachten allen op jou; wij wilden geen van allen haar openmaken, voordat jij er bij waart.’

Annie's gelaat helderde als door een tooverslag op. Zij droogde hare tranen af; hare oogen straalden van vreugde; zij was een en al vuur voor de toekomstige grap.

‘Laten wij dan geen oogenblik verliezen, Phyllis,’ zeide zij, ‘en gauw gaan kijken, wat die goede Betje ons gebracht heeft.’

De meisjes liepen de laan door, waar zij vijf andere meisjes, waaronder ook Suzanna Drummond, in verschillende houdingen bij een grooten en laag neerhangenden laurier zagen staan. Zij slaakten een vreugdekreet, toen

[pagina 158]
[p. 158]

Annie verscheen; zij werd beschouwd als de koningin en leidster van den voorgenomen tocht.

Zij nam haren post zonder de minste aarzeling in, en begon hare bevelen uit te vaardigen.

‘Nu, is de kust schoon? Ja, ik geloof het wel. Kom Suze, hoe gulzig je ook bent, je moet je post betrekken. Jij bent de eenige van ons, die kakelen kan als eene oude kip; ga dadelijk achter dien boom staan, en kijk goed uit, of er niemand komt. Vergeet in 's hemels naam niet te kakelen, wanneer je eene schaduw ziet of een voetstap hoort. Nora, mijn lief vogeltje, jij moet de lijster zijn; kom hier, en ga op je post staan, bewaak de laan en de poort. En nu, meisjes, moeten wij overigens zien, wat Betje voor ons bij elkander heeft gekregen.’

De mand werd uit haar schuilhoek getrokken, en zes paar verlangende oogen keken gretig naar den inhoud.

‘O, ik zie kersen! en wat eene massa! Die goede, lieve Betje, zij heeft ze van hare eigen boomen geplukt, en zij zijn zoo rijp en rond als hare roode wangen! En wat zit er nog meer in; ik geloof heusch roomtaartjes! Betje kent mijn zwak daarvoor. Twaalf roomtaartjes, dat is anderhalf voor ieder; Suze krijgt niets meer dan haar deel. Roomtaartjes en sukadekoekjes en nog andere taartjes. O, o, wat een lieverd is Betje toch! En een pruimentaart ook al! Goede, uitstekende Betje, zij verdient een heilige te worden! En wat hebben wij hier: een gebraden kuiken; het wordt hoe langer hoe mooier. Wat zit er in dit pakje? Sneetjes ham; Betje weet wel, dat zij ons niet meer zou durven aanzien, als zij de ham vergeten had. - Messen, vorken en lepels; zout, peper en een paar fleschjes met gemberbier en een kurketrekker, als wij hem eens noodig mochten hebben.’

[pagina 159]
[p. 159]

Deze verschillende uitroepen kwamen van veler lippen.

De mand werd weer voorzichtig ingepakt, het deksel dicht gedaan, waarna zij weer zorgvuldig in hare schuilplaats onder de dikke takken van den laurier verborgen werd.

Juist op tijd, want op dit oogenblik begon Suzanna hevig te kakelen; het groepje verwijderde zich, nadat Annie het nog toegefluisterd had: ‘Van nacht om twaalf uur, meisjes, ik heb den sleutel.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken