Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXVII.
De vluchtelingen.

Het was een spreekwoordelijk gezegde op school geworden, dat Annie altijd in de klem zat; zij durfde alles en hield van alles, waar eenig gevaar bij was. Dit was niet het eerste geheime feest, waarop Annie als koningin geheerscht had; maar dit was toch het grootste, dat zij ooit op touw hadden gezet, en het was voor het eerst, dat zij met hare volgelingen buitenshuis durfde gaan feestvieren.

Tot nog toe waren zij tevreden geweest met hare mand vol zorgvuldig verborgen lekkernijen naar een ongebruikt zolderkamertje te trekken, dat recht tegenover de kofferkamer lag, en dus geheel afgeschoten van het bewoonbare gedeelte van 't huis was. - Zij maakten dan eene tafel van eene groote kist, die in het kamertje stond, en vierden daar heerlijk feest, niettegenstaande de duffe lucht, die daar heerschte, en de ontelbare spinnen en torren, die bij

[pagina 160]
[p. 160]

hare komst in alle hoeken verdwenen; maar toen Annie eens het onvoorzichtige plan geopperd had, dat op een helderen zomernacht de tuin en de geheele plaats te harer beschikking openstond, begonnen zij allerlei fouten in hare feestzaal te ontdekken. Mary Price zeide, dat de vochtige lucht haar ziek maakte; Phyllis verklaarde, dat zij op het gezicht van eene spin flauw viel; en Suzanna Drummond hoorde men mompelen, dat in eene stoffige, duffe zolderkamer zelfs roomtaartjes haar niet wakker konden houden.

De meisjes waren er allen op gesteld eens een feest buitenshuis te houden, en Annie in hare tegenwoordige stemming vond de grap ook heel aardig. Met hare gewone handigheid regelde zij de geheele onderneming; en den avond, waarop het plan uitgevoerd zou worden, gingen acht zenuwachtige en opgewonden meisjes naar hare slaapkamers. - Annie moest bij zichzelf bekennen, dat het haar speet, dat Mevrouw Willis juist afwezig was; de woorden van Mevrouw Willis klonken haar nog in de ooren, maar daar wilde zij nu niet aan denken.

De nacht was haar in alle opzichten gunstig; de maan zou niet vóór twaalf uur opkomen; de kleine partij kon dus vertrekken, beschermd door de duisternis, en spoedig daarna overvloed van licht hebben om haar feest te vieren. Zij hadden afgesproken niet vóór twaalf uur te vertrekken; zij zouden dan in de gang bij de keuken bij elkander komen, waar eene deur was, die toegang gaf tot den tuin. Deze deur werd weinig gebruikt, en Annie had al eenige dagen te voren den sleutel uit het slot genomen. Zij ging als gewoonlijk om negen uur naar bed en viel spoedig in een onrustigen slaap.

Zij werd wakker, toen de groote klok in de gang elf uur sloeg, en een paar minuten later hoorde zij Juffrouw

[pagina 161]
[p. 161]

Danesbury naar hare kamer aan het andere eind van de gang gaan.

‘Danesbury is altijd de laatste, die naar bed gaat,’ zeide zij bij zichzelf; ‘ik kan nu zoo aanstonds opstaan.’

Zij bleef nog twintig minuten liggen, stond toen zachtkens op, en begon zich in het donker aan te kleeden. Over haar jurk deed zij een regenmantel, en zette een bruin fluweel mutsje op haar krullebol. Toen zij gereed was, ging zij naar Suzanna's bed om haar te wekken.

‘Het zal mij heel wat moeite kosten,’ zeide zij; ‘het koude water zal mij wel te hulp moeten komen. Als Suze niet gauw wakker wordt, laat ik haar slapen, want hare slaperigheid is onverdragelijk.’

Annie was echter verwonderd, toen zij bemerkte dat het bed leeg was.

Op dit oogenblik werd de kamerdeur heel zacht geopend en Suzanna kwam geheel gekleed met haar regenmantel aan binnen.

‘Wel, Suze, waar ben je geweest?’ riep Annie uit. ‘Wie zou dat ooit gedacht hebben, dat jij wakker waart, voordat het noodig was!’

‘Voor het eerst van mijn leven was ik onrustig,’ antwoordde Suzanna; ‘daarom dacht ik, laat ik maar opstaan, en de gang maar eens op en neer wandelen. Het huis is volkomen rustig, wij kunnen nu gaan; de meeste meisjes staan al bij de deur te wachten.’

Met hare schoenen in de hand gingen Annie en Suzanna, zonder het minste gedruisch te maken, de houten trappen af en vonden de zes andere meisjes reeds op haar staan te wachten.

‘Bruno is nu nog onze grootste hinderpaal,’ zeide Annie, terwijl zij den goed geolieden sleutel in het slot stak.

[pagina 162]
[p. 162]

‘Meisjes, trekt uwe laarzen aan en laat mij het eerst er uit gaan; ik geloof, dat ik het met hem wel klaar kan spelen.’

‘O, Annie, als hij je eens aanviel en je op den grond wierp. O, hoe durf je het wagen!’

‘Laat mij toch door,’ zeide Annie; ‘je denkt toch niet, dat ik bang ben?’

Hare handen beefden, want hare zenuwen waren overspannen; eindelijk slaagde zij er toch in den sleutel om te draaien en den grendel weg te schuiven. En na de deur stil geopend te hebben, verdween zij in de duisternis.

Hoe weinig gedruisch zij ook gemaakt had, zoo had het toch den waakzamen Bruno gewekt, die nu gejaagd rondliep om te onderzoeken of er ook onraad was. Annie had echter reeds lang geleden vriendschap met Bruno gesloten door hem eten te geven, en zij had nu met hare heldere stem enkel maar ‘Bruno’ te roepen, en hare armen om zijn hals te slaan, om hem volkomen met zich vertrouwd te maken.

‘Hij is een der onzen, meisjes,’ fluisterde zij. ‘Komt maar gerust, Bruno zal even gehoorzaam zijn als wij allen. Hij zal ons als onze lijfwacht naar het land der feeën volgen. Ik zal de deur van buiten sluiten, en dan kunnen wij vertrekken. O, kijk eens hoe prachtig de maan opgaat, en als wij de mand hebben gehaald, zullen wij geheel buiten gevaar zijn.’

Op Annie's bemoedigende woorden slopen de zeven meisjes de deur uit, Annie sloot haar, deed den sleutel in haar zak, en terwijl zij Bruno bij den halsband vasthield, ging zij ze voor en leidde ze naar het laurierboschje. De mand werd gevonden, en Suzanna, tot haar grooten afkeer, en Julia Morris werden aangewezen om haar het eerste gedeelte van den weg te dragen.

[pagina 163]
[p. 163]

De vluchtelingen liepen toen snel de laan door, totdat zij aan een zijweg kwamen, welke naar het bosch leidde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken