Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXXII.
Nieuwe verdenkingen.

Mevrouw Willis was nog geen uur t'huis, of Dora Russell vroeg haar om een onderhoud.

Annie had nog niets van het veranderde opstel gehoord, want Dora had besloten de zaak zoo geheim mogelijk te houden, totdat Mevrouw Willis haar in handen zou genomen hebben.

Annie gevoelde zich beangst en bezwaard. Zij had er

[pagina 183]
[p. 183]

berouw over, dat zij de meisjes op haar tocht door het bosch vergezeld had. Phyllis en Nora waren beiden zwaar verkouden geworden, Suzanna's gelaatskleur was nog witter dan ooit en zij was nog slaperiger dan anders. Annie moest weer het gewone tijdperk van berouw doorloopen over eene van hare guitenstreken.

Niemand had ooit dieper berouw dan zij, maar ook niemand gaf zich weêr zoo spoedig aan een volgende verleiding over. Indien zij alleen in de zaak betrokken ware geweest, zou zij regelrecht naar Mevrouw Willis gegaan zijn, en haar alles bekend hebben; maar nu kon zij dit niet doen zonder hare vriendinnen te noemen, en dezen wilden daar natuurlijk niet van hooren.

Al de meisjes waren echter een weinig bezwaard, dat de zigeunervrouw het geheim wist, en zij spraken dikwijls met elkander over de kans, dat zij haar zou kunnen verraden. De oude Betje konden zij vertrouwen; want Betje, de koekjesverkoopster, had al sinds onheugelijke tijden met de ondeugende meisjes van Rustenburg samengespannen. Betje had hun altijd de lekkernijen bezorgd voor hunne geheime feesten, en was altijd zeer billijk met de prijzen. - Ja, zij wisten, dat zij van Betje niets te vreezen hadden, maar met Moeder Rachel was het heel iets anders. Zij kon hun nog eens meer geld willen afpersen voor haar stilzwijgen; zij kon in den tuin komen, en dan zou men haar opletten. Ieder oogenblik kon zij brutaalweg om een onderhoud met Mevrouw Willis verzoeken.

‘Ik ben vreeselijk bang voor Moeder Rachel,’ zeide Phyllis, terwijl zij alleen bij de gedachte aan haar reeds rilde.

‘Ik zou heusch flauw vallen, als ik haar weer zag,’ zeide Nora, en de andere meisjes gingen altijd uit voorzien van

[pagina 184]
[p. 184]

geld, ingeval de zigeunersvrouw uit den een of anderen hoek mocht te voorschijn komen, en haar om een zilverstuk zou vragen.

Den dag, waarop Mevrouw Willis zou terugkomen, liep Annie de lommerrijke laan op en neer, verdiept in droefgeestige en berouwvolle gedachten, toen op eens Suzanna Drummond en Julia Morris verschrikt op haar toe vlogen, en riepen:

‘Zij staat daar bij het kreupelhout, en zij wenkt ons! O, ga toch met ons mee, toe lieveling, toe lieve Annie!’

‘Dat is niet noodig,’ antwoordde Annie. ‘Moeder Rachel wil geld hebben, en ik ben niet van plan het haar te geven. Wees maar niet bang voor haar en geef vooral geen geld. Want, waarom zou zij het vertellen, daar heeft zij niets geen voordeel bij?’

‘O, ja, zij vertelt het toch, Annie,’ zeide Julia Morris snikkende. ‘Toe ga met ons mee, wij moeten haar tevreden stellen!’

‘Ik kan nu niet meegaan,’ zeide Annie. ‘Hoor! daar roept iemand mij. Ja, Juffrouw Danesbury, wat is er?’

‘Mevrouw Willis wil, dat je oogenblikkelijk in haar kamer komt, Annie,’ antwoordde Juffrouw Danesbury; en Annie ging dadelijk heen, niet weinig verwonderd, doch zonder de minste achterdocht. Het feit echter, dat zij Mevrouw Willis openlijk ongehoorzaam was geweest, en iets bedreven had, dat haar groot verdriet zou doen, bracht eene schaduw van verlegenheid op haar gewoonlijk zoo open gelaat. Ook moest zij bij zichzelf bekennen, dat zij zich tegenover moeder Rachel lang niet zoo veilig gevoelde, als zij aan Suzanna en Julia had doen voorkomen. Haar stap werd al langzamer, naarmate zij het huis naderde, en hoe vurig wenschte zij, dat zij niet wild en ongehoorzaam

[pagina 185]
[p. 185]

ware geweest tijdens de afwezigheid van hare beminde onderwijzeres.

‘Maar welk nut is er in gelegen, om over iets, dat reeds geschied is, nog te klagen?’ zeide zij halfluid. ‘Ik weet toch, dat ik nooit goed kan worden, nooit, nooit!’

Zij trad aarzelend de zitkamer binnen, en zag Mevrouw Willis zitten met een droefgeestigen en vermoeiden trek op het gelaat, terwijl Dora Russell met roode wangen en eene vertoornde uitdrukking in hare oogen tegen den schoorsteenmantel stond geleund.

‘Kom hier, Annie!’ zeide Mevrouw Willis op vriendelijken toon.

Annie's eerste gedachte was, naar Mevrouw Willis toe te gaan, hare armen om haar hals te slaan, en haar, evenals een kind aan hare moeder, de geheele geschiedenis van hare wandeling door het bosch en van het geheime feestmaal in het feeënland te vertellen.

Drie dingen hielden haar echter tegen: Zij mocht hare bezwaren niet openbaren en daardoor de andere meisjes verraden; zij kon niet, zelfs indien zij gewild had, één woord spreken, in tegenwoordigheid van deze koude, vertoornde Dora, en in de derde plaats zag Mevrouw Willis er zoo vermoeid en verdrietig uit, dat zij haar niet nog meer verdriet wilde aandoen. De aarzelende houding, waarmede zij de kamer binnentrad, maakte dat mevrouw Willis haar met een angstigen blik opnam, terwijl Dora haar zegevierend aanzag.

‘Kom hier, Annie!’ herhaalde Mevrouw Willis. ‘Ik wensch je te spreken. Iets zeer slechts is er in mijne afwezigheid gebeurd.’

Annie's gelaat werd plotseling bleek.

‘Zou de zigeunervrouw haar nu reeds verraden hebben?’

[pagina 186]
[p. 186]

Mevrouw Willis, die Annie's merkbare verlegenheid had gezien, vervolgde op een ernstigen, gestrengen toon:

‘Ik verlang de volle waarheid te hooren, mijn kind. Zie dit schrijfboek eens in. Kent gij dit schrift?’

‘Wel, het is natuurlijk het uwe, Dora,’ zeide Annie, die nu geheel in de war was.

‘Het is niet het mijne,’ begon Dora. Mevrouw Willis legde haar echter het zwijgen op.

‘Laat mij spreken, Dora, ik zal de zaak wel uitleggen. - Annie, gedurende mijne afwezigheid heeft iemand zich schuldig gemaakt aan eene lage en slechte daad. Een van de meisjes heeft in het geheim Dora's lessenaar geopend, en heeft de tien bladzijden van een opstel, getiteld: “De Rivier”, dat zij gereed maakte voor den prijswedstrijd, weggenomen en er dit voor in de plaats gelegd. Zie het eens goed na; kunt gij er mij iets van vertellen?’

Annie nam het schrijfboek in de hand en sloeg de bladen om.

‘Moet het eene parodie verbeelden?’ vroeg zij eindelijk. ‘Het klinkt belachelijk. Neen Mevrouw, ik weet er niets van af; iemand heeft klaarblijkelijk Dora's schrift nagemaakt; maar ik kan niet nagaan, wie de schuldige is.’

Zij wierp het schrijfboek met een losse onverschilligheid naast zich op de tafel, en zag Dora met eene vroolijke flikkering in hare oogen aan.

‘Ik geloof, dat het eene geestige parodie is,’ herhaalde zij; ‘ik vind haar tenminste heel grappig.’

Hare onverschillige houding deed Mevrouw Willis onaangenaam aan, en maakte de arme Dora razend.

‘Wij hebben je niet laten roepen, Annie,’ zeide de directrice, ‘om uwe meening over de parodie te vragen, maar om je te vragen eenig licht op de zaak te werpen. Wij

[pagina p.t.o. 186]
[p. p.t.o. 186]


illustratie

[pagina 187]
[p. 187]

moeten zoo spoedig mogelijk uitvinden, wie zoo slecht geweest is met voorbedachten rade het werk van een ander meisje te bederven.’

‘Maar waarom hebt u mij dan laten roepen?’ vroeg Annie op een weinig trotschen toon.

‘Omdat,’ zeide Dora, die hare beleedigde gevoelens niet langer in kon houden, ‘omdat gij alleen het kunt ophelderen; omdat gij de eenige op school bent, die laag genoeg zijt, zoo iets gemeens te doen; omdat gij alleen zoo iets bespottelijks kunt schrijven!’

‘O, is het daarom,’ zeide Annie. ‘Jij verdenkt mij dus. Verdenkt u mij ook, Mevrouw Willis?’

‘Mijn kind, - wat zal ik zeggen?’

‘Niets, indien u mij verdenkt. Men gelooft mij toch al lang niet meer. Ik ben een slecht, koppig, eigenzinnig meisje, maar in deze zaak ben ik volkomen onschuldig; ik heb dit opstel nu voor het eerst gezien, en nog nooit van mijn leven ben ik in Dora's lessenaar geweest. Ik mag ruw en ondoordacht zijn, maar nog nooit heb ik iets boosaardigs gedaan. Ik heb volstrekt geen reden om Dora te benadeelen, zij gaat mij niet aan. Zij werkt voor den prijs van het opstel, maar zij heeft geen kans hem te winnen. Waarom zou ik mijzelf lastig vallen door haar werk te bederven? Waarom zou ik de moeite nemen hare woorden bespottelijk te maken, en haar schrift na te maken? Mevrouw Willis, het geloof kan ik u niet geven, en ik zie, dat u mij niet gelooft, maar ik ben geheel onschuldig.’

Na dit gezegd te hebben, barstte zij in tranen uit, en verliet snel de kamer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken