Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 225]
[p. 225]

Hoofdstuk XL.
Het Zigeunermeisje.

Binnen een paar minuten had iedereen Suzanna's verhaal vernomen. Onder deze omstandigheden werden natuurlijk alle bepalingen over het hoofd gezien. Het eten stond vergeten; onderwijzeressen, leerlingen, dienstboden, allen doorzochten den tuin en liepen naar de plaats, waar de bloemen van May nog lagen, zij onderzochten het kreupelhout, maar de zwarte vrouw en het kleine kind waren nergens te vinden. De kleine May, de lieveling van allen, was gestolen; ieder jammerde om het hardst. - De arme Dina trok zich de haren uit het hoofd, en liep als eene waanzinnige op en neer. - Niemand verweet haar, dat zij het aan hare zorg toevertrouwde kind voor een oogenblik alleen had gelaten; het verdriet van de arme vrouw was echter treurig om aan te zien.

Mevrouw Willis nam Hester's hand in de hare, en vertelde het arme, ontstelde meisje, dat zij dadelijk naar Sefton om twee of drie politieagenten had gezonden, en dat in den tusschentijd iedereen zou blijven zoeken naar de vrouw en het kind.

‘Zonder twijfel,’ voegde Mevrouw Willis er bij, ‘zullen wij onze kleine May spoedig terughebben; het is onmogelijk, dat de vrouw, wie zij ook zij, haar in zoo'n korten tijd ver van hier heeft kunnen brengen.’

Annie hoorde het gepraat en de drukte op hare slaapkamer. Zij hing uit het raam en zag Phyllis in de verte; zij riep haar; Phyllis kwam aanloopen.

[pagina 226]
[p. 226]

‘O! Annie, er is zoo iets vreeselijks gebeurd!’ hijgde zij; ‘eene slechte vrouw heeft de kleine May Thornton gestolen. Zij is met haar gevlucht door het kreupelhout aan het eind van de laan. Het is een half uur geleden gebeurd, en zij zijn allen aan het zoeken, maar zij kunnen geen spoor van haar ontdekken. O, het is zoo vreeselijk! Zijt gij dat, Nora?’

Phyllis ging naar hare zuster toe; Annie trok haar hoofd weer terug, en keek haar kamertje rond.

‘De zigeunervrouw,’ fluisterde zij, ‘de groote zwarte zigeunerin heeft May gestolen!’

Zij werd bleek, hare oogen schitterden en er kwam een vastberaden trek op haar gelaat. Met hare gewone voortvarendheid nam zij dadelijk een besluit; zij nam een stuk papier en schreef er haastig deze woorden op:

‘Mijne lieve moederlijke vriendin! Hoe slecht gij ook over mij denkt, toch bemin ik u met geheel mijn hart. Vergeef mij, maar ik ga zien, waar de kleine May is. De vrouw is eene zigeunerin. Ik heb haar reeds meer gezien. Zij noemt zich moeder Rachel. Wilt u aan Hetty zeggen, dat ik niet eerder zal weerkomen, voordat ik haar zusje terug breng.
Uwe berouwvolle, en diepbedroefde
Annie.’

Annie vouwde het briefje op, schreef er Mevrouw Willis' adres op, en legde het op hare kaptafel. Daarna ledigde zij den inhoud van haar beursje in een taschje, dat zij onder hare kleeren verborg. Zij zette haar hoed op, nam eene sjaal over haar arm, sloop toen zachtkens naar beneden, ging door de verlaten keuken, en kwam zoo in den tuin. Zij liep eene laan door langs het laurierboschje, totdat zij

[pagina 227]
[p. 227]

bij het hek kwam, dat toegang tot het bosch gaf. Zij liep recht op het zigeunerkamp aan.

Annie had altijd buitengewoon belang gesteld in dit vreemde, reizende volk. - De zigeuners hadden iets aantrekkelijks voor haar; zij hoorde gaarne van hen verhalen; en als er een zigeunerkamp in de nabijheid was, verzocht zij de juffrouwen altijd, daarheen te wandelen. Annie had eene levendige verbeelding, en in de dagen toen zij nog de lieveling van de school was, was zij gewoon verhalen te bedenken, en ze aan de meisjes te vertellen. Deze verhalen hadden altijd betrekking op zigeuners. En meer dan eens hadden de meisjes van angst zitten beven, als Annie haar de gewoonten van dat volk beschreef. Voor haar hadden hunne vrijheid en losbandigheid eene zekere bekoorlijkheid; en dikwijls had zij in een van hare vroolijke buien gezegd, dat het haar grootste wensch was gestolen en aangenomen te worden door een zigeunertroep.

Wanneer Annie er maar de gelegenheid toe had, hield zij praatjes met de vrouwen en stond haar toe de toekomst te voorspellen, en luisterde gretig naar hare verhalen. Toen zij nog een klein kind was, was zij verscheidene maanden toevertrouwd geworden aan de zorg van eene gewezen zigeunerin, en dit meisje had haar veel van hen verteld. Annie voelde dat zij van dit onbeschaafde volk hield, en Moeder Rachel was de eerste zigeunervrouw waar zij bang voor was.

Toen Annie haar zwerftocht begon om May te zoeken, had zij vooraf een plan gemaakt. De wetenschap, welke zij reeds sedert zoovele jaren had opgedaan, kwam haar nu te stade, en zij besloot haar in May's belang te gebruiken. Zij wist, dat de zigeuners met hunne zwervende levenswijze eene zekere gehechtheid hadden, al was het dan niet aan

[pagina 228]
[p. 228]

hunnen geboortegrond, dan toch aan hunne eenmaal gekozen plekjes; zij wist dat zij in den regel telkens weder op dezelfde plaats terugkwamen; ook wist zij, dat hunne zwerftochten met orde werden geleid, en hun schijnbaar bandeloos bestaan door gestrenge, zelfgemaakte wetten werd geregeerd.

Annie liep recht op het kamp aan, dat zich gevestigd had in een dal aan de andere zijde van het feeënland. De tenten hadden hier reeds verscheidene weken gestaan, hier had men de kinderen zien spelen, terwijl de mannen en vrouwen zaten te rooken, of lui op den grond in de zon lagen.

Annie betrad het kleine dal, maar geen uitroep van verwondering ontsnapte haar, toen zij zag dat alle tenten, op een na, waren opgebroken, en dat ook deze tent spoedig werd toegeslagen door een man en een meisje, terwijl een lange jongen er bij stond, die een ezel bij den toom hield. Annie verspilde geen tijd om hier naar May te zoeken. Voordat de man en het meisje haar hadden opgemerkt, sprong zij achter een boschje, en het zakje met geld nemende, verborg zij het zorgvuldig onder het lange gras; toen trok zij eene heldere, gele ceintuur uit haar zak en bond haar om hare blauw katoenen jurk, en na hare sjaal eveneens verborgen te hebben, liep zij vroolijk op de tent toe.

Zij zag tot hare vreugde, dat het meisje, dat den man hielp, van hare grootte was. Zij liep naar haar toe en tikte haar op den schouder.

‘Hoor eens,’ zeide zij, ‘ik wilde eens eene grap hebben; ik wilde mij als een zigeunermeisje verkleeden. - Wilt ge mij uwe kleeren geven, dan krijgt gij de mijne? Zie eens, hoe netjes zij zijn, en hoe mooi deze ceintuur is! -

[pagina 229]
[p. 229]

Wilt gij haar hebben? Toe, ik zou zoo dolgraag eens een zigeunermeisje willen voorstellen’

Het meisje zag Annie verwonderd aan. Annie's aardig blauw katoenen japonnetje en de mooie ceintuur waren een verleidelijke ruil. Zij keek haar vader aan.

‘De jongejuffrouw wilde ruilen,’ zeide zij op een verlangenden toon.

De man knikte toestemmend; het meisje nam nu Annie's hand, en liep vlug met haar naar het uiteinde van het veld. ‘U hebt het zeker niet gemeend, maar ik zou het erg graag doen.’

‘Ja, zeker meen ik het,’ zeide Annie. ‘Je bent een lief, vriendelijk meisje; en wat zal je er lief uitzien in mijn nieuw blauw katoentje! Ik vind dat gestreepte rokje zoo aardig en dien bonten zakdoek, dien gij om de schouders draagt! Ik dank je heel veel maal. Zie ik er nu uit als een echt zigeunermeisje?’

‘Uw haar zit niet slordig genoeg, jongejuffrouw.’

‘O, knip het dan; knip alles er af; ik wil er echt uitzien. Hebt ge geen schaar?’

Het meisje liep naar de tent, en kwam spoedig terug om Annie's mooi haar zoo ruw mogelijk af te knippen.

‘Nu ziet u er beter uit, maar uwe armen zijn nog te blank. Maar wacht, wij hebben nog wat van dat sap van walnoten; ik zal u eens netjes maken, jongejuffrouw.’

Zij maakte Annie zoo bruin als een echt zigeunermeisje.

‘Je bent een goed, lief meisje,’ zeide Annie, toen alles afgeloopen was. - Juist op dit oogenblik riep de vader haar op ruwen toon, en het meisje liep haastig weg; zij zag er vreemd uit in Annie's kleeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken