Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 230]
[p. 230]

Hoofdstuk XLI.
Vermomd.

Annie verliet het veld, klom over het hek en bleef in het bosch wachten, totdat de man, het meisje en de jongen met den ezel geheel verdwenen waren. Toen verliet zij haar schuilhoek, en haar zakje met geld weer opzoekende, bond zij het onder hare jurk. Zij gevoelde zich vreemd en ongemakkelijk in hare nieuwe kleeding, de zware schoenen deden haar zeer; zij was echter niet van haar voornemen af te brengen, en zij vertrok vol moed op haar langen tocht over den zandigen weg. Het was haar plan de zigeuners naar hunne volgende legerplaats te volgen, welke omstreeks tien mijlen van deze verwijderd was. Zij was er in geslaagd eenige inlichtingen van het meisje te verkrijgen. Het meisje had haar verteld, dat zij zoo blij was, dat zij vertrokken, dat dit eene vervelende plaats was, en dat zij hier niet zoo lang zouden zijn gebleven, als Moeder Rachel, om welke reden wist zij niet, niet geweigerd had te vertrekken.

Toen zij dit aan Annie verteld had, was het, alsof zij schrikte, zij kreeg eene kleur; Annie deed echter, alsof zij daar niets van bemerkte. - Zij volgde hen nu, maar zorgde op een grooten afstand van hen te blijven. - In hare vermomming, hoe ongemakkelijk zij ook was, gevoelde zij zich tamelijk veilig. Als iemand van Rustenburg haar op den weg ontmoet zou hebben, zouden zij Annie Forest in dit zigeunermeisje niet herkend hebben. - Zij hoopte, dat, als zij de verblijfplaats der zigeuners naderde, zij haar

[pagina 231]
[p. 231]

als een van hen zouden beschouwen. - De eenige, voor wie zij vreesde, was het meisje, met wie zij de kleeren verruild had.

Als Zillah, hare vroegere kindermeid, haar jaren geleden allerlei verhalen en legenden van zigeuners vertelde, had Annie haar altijd verzocht te verhalen van mooie kinderen, welke door de zigeuners gestolen werden, en Zillah had haar ingewijd in de geheimen, terwijl zij haar zeide, hoe het kwam, dat zoo weinig kinderen weer teruggevonden werden.

Zij liep nu heel vlug, hare gedruktheid was verdwenen; zij gevoelde zich vroolijk gestemd. Zij was vergeten, dat zij na het ontbijt niets meer had gegeten; zij vergat alles om zich heen, behalve hare groote liefde voor de kleine May, en haar vurigen wensch om, indien het noodig was, haar leven te geven om May te bevrijden van het verschrikkelijke lot, dat haar wachtte, als men haar als een zigeunerkind zou gaan grootbrengen.

Annie was echter niet gewoon aan zulke lange wandelingen, ook was zij in den laatsten tijd zeer verzwakt, doordat zij zoo weinig at en slecht sliep; en toen zij Sefton bereikte, want haar weg leidde door dit stadje, was zij zoo warm en dorstig, dat zij dadelijk naar eene rustplaats omzag.

Zij hield voor een banketbakkerswinkel stil, waar zij en verscheidene andere meisjes van Rustenburg meer dan eens onthaald waren geworden op krentenbroodjes en melk. De herinnering daaraan kwam weer in de gedachte van het arme, vermoeide kind; en hare vreemde kleeding vergetende, maakte zij de deur open en liep moedig naar de toonbank.

Annie's vermomming was goed, en de juffrouw, welke

[pagina 232]
[p. 232]

in den winkel hielp, boog niet voor haar, en vroeg haar niet vriendelijk: ‘Wat is er van uw dienst, jongejuffrouw?’

Zij zeide vrij scherp:

‘Ga dadelijk weg, meisje; wij dulden hier geen bedelaars, verlaat dadelijk den winkel. Neen, ik heb niets voor je.’

Annie was op het punt van driftig te antwoorden, want zij dacht, dat een zigeunermeisje ook wel krentenbroodjes en melk mocht koopen, toen zij op eens terugschrikte, en vreesde zich te verraden, daar hare oogen op eens den vriendelijken blik van Juffrouw Jeanne Brace ontmoetten, die over de toonbank geleund was, en tegen eene van de winkeljuffrouwen sprak, toen Annie binnenkwam.

‘Hier hebt ge een stuiver, meisje,’ zeide zij; ‘in den winkel aan den hoek van de Hoogstraat kunt ge er een broodje voor koopen.’

Annie's oogen ontmoetten de hare, haar lip beefde, en na den stuiver aangenomen te hebben, verliet zij snel den winkel.

‘Lieve,’ zeide Juffrouw Jeanna tot haar zuster, ‘hebt gij niet eene buitengewone gelijkenis in dit zigeunermeisje met Annie Forest opgemerkt?’

Juffrouw Agnes zuchtte. ‘Niet bijzonder,’ antwoordde zij, ‘maar ik heb het meisje nauwelijks aangekeken. - Ik ben nieuwsgierig, of onze lieve Annie nu gelukkiger is, dan zij was. Ik geloof, dat wij hier klaar zijn. Goeden middag, Juffrouw Tremlett.’

De kleine oude dames dribbelden weg, en dachten verder niet meer aan het zigeunermeisje.

De arme Annie liep op een draf de straat uit en hield niet op, voordat zij den winkel, die een veel eenvoudiger voorkomen had, bereikte. - Men gaf haar daar eene boterham, met een paar sneedjes worst er op, en melk,

[pagina 233]
[p. 233]

die zeer slecht was. - Het slechte eten en het ruwe volk, dat haar omringde, maakten haar angstig.

Zij dacht dat iedereen haar voor eene zigeunerin aanzag, doch toen zij een paar woorden gesproken had, keerden verscheidene bezoekers zich om, en zagen haar aan. Zij betaalde voor haar boterham, en verliet den winkel. - Zij bevond zich nu spoedig buiten Sefton in een gedeelte, dat haar geheel onbekend was. De tegenwoordige legerplaats der zigeuners was omstreeks een mijl van de stad Oakley, een veel grootere stad dan Sefton, verwijderd. Sefton en Oakley lagen omstreeks 6 mijlen van elkander. Annie liep moedig verder, haar hoofd klopte; want daar zij voor een zigeunermeisje doorging, kon zij natuurlijk geen parasol gebruiken, om zich tegen de brandende zon te beschermen.

Eindelijk brak de avond aan, met hem kwam de koelte, en Annie zuchtte van verlichting, en keek met verlangen naar eene slaapplaats en avondeten te Oakley. Zij wilde daar blijven slapen, en dan den volgenden morgen vroeg naar het zigeunerkamp gaan. Het was reeds donker, toen zij de stad bereikte, zij was zeer vermoeid, en had blaren aan hare voeten van de lompe schoenen van het zigeunermeisje, zoodat zij haast niet meer voortkon. De drukte van de groote stad maakte haar verward en bevreesd.

Zij had eene goede les in Sefton gehad, en durfde zich niet in de fatsoenlijke straten vertoonen. Maar hoe zou zij kunnen slapen in een van die warme, morsige slaaphuizen? Het zou heusch beter voor haar zijn onder een heg te gaan liggen, het was toch niet koud in dezen prachtigen zomernacht, de uren zouden gauw voorbij gaan, en de tijd zou spoedig aanbreken, waarop zij May moest gaan zoeken. Zij besloot in een korenveld even buiten Oakley te gaan slapen, na in de stad wat brood en melk gekocht te hebben.

[pagina 234]
[p. 234]

Zij was zoo gelukkig een glas goede melk van eene vrouw, die voor de deur van een hutje stond, te krijgen, terwijl zij haar een stuk koek gaf, om er bij te eten.

‘Gij zijt een van den zigeunerstroep, niet waar, mijn kind?’ vroeg de vrouw. ‘Ik heb een uur geleden een troep voorbij zien komen. Gij gaat zeker weer naar uw oude kwartier bij den grooten akker van den Heer Thompson? Hoe komt het dat gij zoo achteraan komt?’

‘Ik ben later vertrokken,’ zeide Annie; ‘kunt u mij niet den kortsten weg wijzen?’

‘O! Je moet dien weg inslaan, en dan het nauwe pad langs het korenveld volgen; het is omstreeks een uur hier vandaan. - Neen, neen, mijn kind, ik wil je geld niet hebben; maar je moogt aan mijn dochtertje de toekomst voorspellen.’

Annie kreeg eene kleur; het meisje kwam naar voren, en gaf haar een kwartje. Zij bekeek de kleine hand, en mompelde iets van rijkdom, en geluk, dat zij trouwen zou met een vermomden prins, en dat zij in het geheel geen verdriet zou hebben.

‘Nu, dat is eene mooie toekomst, Peggy,’ zeide de dankbare moeder.

Peggy, een meisje van negen jaar, wist echter wel beter.

‘Zij heeft mij de toekomst niet voorspeld,’ zeide zij teleurgesteld, nadat Annie haar verlaten had. ‘Zij sprak niet van kruisen, en bittere teleurstellingen, en bloedende wonden. Ik geloof niet in haar. Ik houd er niet van, dat alles even mooi is; zulk geluk is niet natuurlijk, en ik geloof nooit, dat zij een echt zigeunermeisje is.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken