Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 235]
[p. 235]

Hoofdstuk XLII.
Hester.

Op Rustenburg waren de verwarring, de schrik en het verdriet groot. Een geruimen tijd schenen de meisjes haar hoofd verloren te hebben; en nauwelijks waren zij door de kalmte en beslistheid van Mevrouw Willis en de andere leeraressen weer tot orde en kalmte gebracht, toen de opgewondenheid en angst op nieuw uitbraken, toen iemand Mevrouw Willis het briefje van Annie overhandigde, en men ontdekte, dat ook zij verdwenen was.

Niemand twijfelde nu aan hare beweegredenen; hoe ongehoorzaam hare daad ook was, beschuldigde toch niemand haar. Allen, van de directrice tot het kleinste kind op school, wisten, dat het uit liefde voor May was, dat Annie zoo handelde; en de tranen kwamen in Mevrouw Willis' oogen, toen zij het korte briefje las, en het daarna zorgvuldig in haar lessenaar borg. Hester's gelaat werd geheel bleek, toen zij hoorde wat Annie gedaan had.

‘Annie is zelf gegaan, om May voor je te zoeken, Hetty,’ zeide Phyllis. ‘Ik vertelde haar wat er gebeurd was, en nu ik mij haar gezicht weer voor den geest haal, geloof ik, dat zij dadelijk haar besluit genomen had.’

‘Ik vind het zeer ongehoorzaam van haar om te gaan,’ zeide Dora Russell; maar niemand stemde met haar in; en na een oogenblik stilte zeide Mary Price: ‘Ongehoorzaam of niet, het is moedig en heel ferm van haar.’

‘En ik geloof vast,’ zeide Nora, ‘dat, als iemand May zal vinden, het Annie zal zijn. Herinnert ge je nog, Phyllis,

[pagina 236]
[p. 236]

hoe menigmaal zij ons over de zigeuners gesproken heeft, en wat wist zij veel van hen te vertellen?’

‘O ja, zij zal beter haar werk doen dan tien politieagenten het kunnen,’ zeiden verscheiden meisjesstemmen, terwijl zij Hester aankeken, en een van de meisjes zeide tegen haar:

‘Nu zult gij toch wel van Annie moeten gaan houden; ge zult nu toch wel moeten toestemmen, dat er toch iets goeds in onze Annie is, als zij de kleine May weer terugbrengt.’ Hester's lip beefde, zij wilde spreken, maar barstte plotseling in tranen uit. Zij verliet de verwonderde meisjes, die geen van allen hadden gedacht, dat de trotsche Hester kon schreien.

De arme Hester snelde naar hare slaapkamer, waar zij zich op haar bed wierp, en den vrijen loop liet aan de bitterste tranen, welke zij ooit vergoten had. Al hare onverschilligheid tegen Anna, hare onvriendelijkheid en steeds aangroeiende tegenzin kwamen haar nu kwellen en afmatten. Zij geloofde evenals de meisjes, dat Annie zou slagen; zij wist, dat Annie kolen vuur op haar hoofd zou stapelen, indien zij May mee terugbracht. Zij hoopte, zij verlangde vurig, zij had er wel om willen bidden, dat iemand anders dan Annie haar zusje zou weervinden. Want Hester had nog niet besloten de waarheid omtrent Annie te belijden. Want door de waarheid te belijden, zou zij zich voor de oogen van de geheele school moeten vernederen; en dit kon zij, en wilde zij niet doen, zelfs niet ter wille van May.

Terwijl zij zoo snikkend op haar bed lag, en van het hoofd tot de voeten beefde, kon zij toch haar trotsch en onbuigzaam hartje er niet toe brengen, Gods eenigen weg tot vrede in te slaan. Neen, zij hoopte, dat zij er in zou

[pagina 237]
[p. 237]

slagen Suzanna Drummond te bewegen om te bekennen. Als Annie dan nog niet vrijgesproken werd, en zij had May toch gered, dan zou zij toch zonder twijfel haar verloren liefde op de school terugwinnen.

Hester was nooit algemeen bemind geworden op school maar haar groot verdriet maakte nu, dat de meisjes vriendelijker tegen haar waren; en toen zij op haar bed lag, hoorde zij spoedig een lichten tred in hare kamer; eene koele hand werd er zacht op haar voorhoofd gelegd, en toen zij hare gezwollen oogen opende, ontmoetten deze Cecile's deelnemenden blik.

‘Er is nog geen nieuws, Hetty,’ zeide Cecile; ‘maar Mevrouw Willis is zooeven zelf naar Sefton vertrokken, en zij zal geen oogenblik verloren laten gaan, en dadelijk om hulp vragen. Zij ziet er geheel ontdaan uit. Zij is natuurlijk zeer ongerust over Annie en May.’

‘O! Annie is veilig genoeg,’ mompelde Hester, terwijl zij haar hoofd in het kussen verborg.

‘Ik weet het niet; Annie is zoo voortvarend, en ziet er zoo aardig uit; de zigeuners konden haar ook wel eens stelen, want zij is natuurlijk naar hunne legerplaats gegaan; je kunt dus begrijpen, hoe angstig Mevrouw Willis is.’

Hester drukte hare hand tegen haar kloppend voorhoofd.

‘Wij hebben allen zoo'n medelijden met je, Hetty,’ zeide Cecile vriendelijk.

‘Dank je; het medelijden van anderen doet je niet veel goed, vindt je ook niet?’

‘De dacht dat belangstelling altijd goed deed,’ antwoordde Cecile een weinig verlegen.

‘Ik dank je toch,’ zeide Hester. Zij bleef eenige minuten stil liggen, met hare oogen gesloten. Zij zag er diep ongelukkig uit.

[pagina 238]
[p. 238]

Cecile liet zich niet gauw uit het veld slaan. Zij wist echter niet, hoe zij zou beginnen en had reeds besloten heen te gaan, en de goedhartige Juffrouw Danesbury te verzoeken, of zij zou willen komen om te zien, of zij niet iets voor Hester doen kon, toen door het open raam het vroolijke gelach en het opgetogen, hooge stemmetje van een van de kleinste kinderen weerklonk. Eene siddering doorliep Hester op dit geluid; zij ging in haar bed opzitten, en zeide met een half gesmoorde stem:

‘O, ik kan het niet verdragen, mijne kleine lieve May! Cecile, ik ben zoo ongelukkig!’

‘Ja, ik weet het, mijn lieveling,’ zeide Cecile, terwijl zij haar arm om Hester's hals sloeg. ‘O! Hetty, keer je niet van mij af, laat mij het ongeluk met je deelen.’

‘Maar jij hieldt niet zooveel van May!’

‘Dat is wél waar, wij hielden allen heel veel van het aardige kind.’

‘Maar denk eens, dat ik haar misschien nooit weer terug zal zien!’ zeide Hester op wanhopigen toon. ‘O! Cecile, en mijne moeder heeft haar aan mij nagelaten; Moeder gaf haar mij, om voor haar te zorgen, en haar eens bij haar in den Hemel te brengen. O, mijn lieve kleine May, mijn engel, mijn schat! Ik geloof, dat ik nog beter zou kunnen verdragen dat zij dood was dan dit.’

‘Dat zoudt gij kunnen, Hetty,’ zeide Cecile, ‘als zij niet teruggevonden werd, maar ik geloof niet, dat God je zulk een vreeselijke straf zal zenden. Ik geloof zeker, dat je May terug zult krijgen. Laten wij samen neerknielen, Hetty, en den goeden God er vurig om smeeken.’

‘Ik kan niet bidden, vraag het mij niet,’ zeide Hester, terwijl zij zich van Cecile afwendde.

‘Dan zal ik het doen.’

[pagina 239]
[p. 239]

‘Maar niet hier, Cecile. Ik ben niet goed genoeg om te bidden.’

‘Wij behoeven niet goed te zijn om te bidden,’ zeide Cecile; ‘wij moeten misschien ongelukkig of berouwvol zijn; maar indien God moest wachten, totdat wij goed waren, ik geloof niet, dat hij veel gebeden zou ontvangen.’

‘Ja, ik ben ongelukkig, maar niet berouwvol. Neen, vraag het mij niet, ik kan niet bidden.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken