Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool
Afbeelding van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschoolToon afbeelding van titelpagina van Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

Scans (11.79 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Rosa



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Engels (overig) / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annie Forest. Een verhaal van eene meisjeskostschool

(1901)–L.T. Meade–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XLVII.
In vrijheid.

Het drietal bevond zich in een geheel vreemde omgeving. Annie wist niet, waar zij was. Zij keek rond, of zij ook iets van het zigeunerkamp zag; maar of zij nu inderdaad een grooteren afstand, dan zij zelf wist, in de onderaardsche gang had afgelegd, of dat de tenten in eene vallei waren verborgen, wist zij niet; zij was zich alleen bewust, dat zij in eene vreemde streek was; dat May zich aan haar vastklemde en om eten vroeg, en dat Tijger angstig in de lucht snoof. Annie veronderstelde, dat de hond haar naar het kamp terug wilde brengen, maar dit wilde zij natuurlijk niet. Toen zij uit de nauwe opening gekomen

[pagina 256]
[p. 256]

was, bekroop haar opeens eene vreemde en onbekende gewaarwording. Een vreeselijke angst maakte zich van haar meester; zij beefde over haar geheele lichaam; haar hoofd klopte hevig, de grond, waarop zij stond, scheen op en neer te gaan, en alles om haar heen scheen snel in het rond te draaien. Zij ging op het gras zitten. Wat scheelde haar? Waar was zij? Hoe kon zij thuis komen? May's klagend geroep: ‘ik wil eten hebben, ik wil naar Dina, ik wil naar Hetty,’ maakte haar bijna kregelig.

‘O, May!’ riep zij eindelijk smeekend uit, ‘hebt ge je eigen Annie niet bij je? O, May, lieve kleine May, Annie voelt zich zoo ziek!’

May had een gevoelig hart; het eten, de kindermeid, Hetty, alles werd vergeten voor dezen éénen wensch om Annie te troosten. Zij klom op haar schoot, liefkoosde haar gelaat en kuste haar.

‘Ben je nu weer beter?’ zeide zij met een vragend stemmetje.

Annie stond met groote krachtsinspanning op.

‘Ja, lieveling,’ zeide zij, ‘wij zullen gauw naar huis gaan. Kom, Tijger, lieve, beste hond, ik wil niet naar de zigeuners teruggaan; wijs mij een anderen weg - breng mij naar Oakley.’

Tijger snoof in de lucht, keek Annie vragend aan, en liep vooruit. May, in haar gescheurd zigeunerpakje, liep bedaard naast Annie voort. ‘Waar zijn je schoenen?’ vroeg zij, terwijl zij op Annie's bloote voeten wees.

‘Weg, May. Maar dat is niets; ik heb mijne kleine May teruggevonden. Mijne kleine engel, mijne lieveling, jij bent tenminste in veiligheid.’

Terwijl Annie langs den smallen weg tusschen de korenvelden meer strompelde dan liep, werd zij verschrikt door

[pagina 257]
[p. 257]

de plotselinge verschijning van een meisje, dat zoo eensklaps op het pad verscheen, dat het was, alsof zij uit den grond was opgestegen.

Het meisje zag Annie lang aan, en nadat zij een verwonderden blik op May en Tijger had geworpen, keerde zij zich om, snelde het pad af, klom over het hek, dat den weg afsloot, en verdween in een huisje.

‘Moeder,’ riep zij, ‘ik heb het wel gezegd, dat het geen echt zigeunermeisje was; daar komt zij aan, haar gezicht is vol strepen en er loopt een klein kind naast haar en een hond, en de eenige die een zigeuner is, is de hond. Kom gauw kijken, moeder. O, zij is eene leelijke bedriegster!’

De moeder, eene vrouw met een rond, goedhartig gezicht, die Juffrouw Williams heette, was bezig het ontbijt om te wasschen en weg te ruimen, toen haar dochtertje binnenkwam. Zij veegde haastig hare handen af en kwam aan de deur.

‘Loop den weg over en kom aan het hek, moeder,’ zeide de kleine Peggy. ‘Kijk, zij sluipt voort; is zij geen bedriegster?’

‘Goede hemel!’ riep Juffrouw Williams uit, ‘het meisje is ziek! Zij kan zich niet meer staande houden! Daar heb je het al; ik dacht wel, dat zij vallen zou! Arm klein ding, arm klein ding!’

Juffrouw Williams snelde naar Annie toe; zij nam haar in hare sterke armen en droeg haar in het huisje; Peggy nam May op den arm en volgde hare moeder, terwijl Tijger er naast liep.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken