Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zonde in het deftige dorp (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zonde in het deftige dorp
Afbeelding van De zonde in het deftige dorpToon afbeelding van titelpagina van De zonde in het deftige dorp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.26 MB)

Scans (3.21 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zonde in het deftige dorp

(1912)–Johan de Meester–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 137]
[p. 137]

Veertiende hoofdstuk.

ALEIDA verzette zich met beslistheid. Een meisje, dat zij volkomen vertrouwd had! Zij duldde haar geen nacht meer in huis. Althans niet in de kinderkamer. Die nog een nacht bij haar lievelingen....

- Beste, oordeel je niet te hard?....

Vermoeid had Wedelaar het gevraagd. Hij was gebroken, wist niet wat te doen. De katechisatie had hij, te laat binnengekomen, na een half uur doen eindigen.

- Meisjes, het spijt mij, ik heb zoo'n hoofdpijn.

Die goede Lena Janssen had hem nog eau-de-cologne opgedrongen. Hij hield volstrekt niet van den geur. En nu thuis, daar hij dikwijls den neus snoot, rook hij telkens weer eau-de-cologne en hij kwam niet op de gedachte, Aleida een anderen zakdoek te vragen.

- We moeten toch ook denken aan Neeltje! was haar tegen-argument, toen hij bemiddelend voorstelde, Dina dan niet bij de kinderen te laten, doch evenmin het huis uit te zenden, maar in de bodenkamer te doen slapen.

- Dan zal ik het Neeltje verzoeken, zeide Wedelaar en stond op.

Dina was met de kinderen boven. Natuurlijk bleef zij nu nog bij hen. Aleida was naar hen toe gegaan

[pagina 138]
[p. 138]

en had verteld, dat zij niet beneden mochten komen, omdat paatje hoofdpijn had.

- Dina heeft ook al hoofdpijn! had Joop gemokt. Hij als oudste kon toch wel naar beneden! Hij zat stil en hinderde niemand. Wim, nu ja, en Loes misschien ook.... maar dat hij hier boven moest blijven, en dan met Dina, die aldoor huilde en óók over hoofdpijn klaagde!.... Geërgerd knipte hij plakplaatjes stuk, totdat Loes, verontwaardigd, háár schaartje opeischte.

Door het stille benedenhuis schuifelde Wedelaar naar de keuken. Aleid had Neeltje willen bellen, dat zij zou binnen komen, doch Wedelaar gevoelde het als een verdeemoediging, dat hij zijn dienstbode het verzoek om Dina den nacht bij zich te dulden, zelf in de keuken ging doen. Verdeemoedigen moest hij zich. Hij, de vader, hoofd van het huis....

Zorgvuldig sloot hij de deur der keuken. De meid keek verbaasd om van vaten-wasschen, toen Domenee een stoel bij het aanrecht plaatste, naast de plek waar zij stond, en ging zitten.

- Ik zal er maar even bij plaats nemen.... Dominee deed zijn best tot een glimlachje. Plotseling wist hij niet wat hij moest vragen.... O ja, van Dina, de bodenbedstee....

- Hebt gij er op tegen, Neeltje? Het zou maar voor kort zijn.... misschien voor één nacht....

De keukenmeid bleek hem niet te begrijpen. Wantrouwig liet zij haar vatenboel staan. Dominee dwong zich tot uitweidingen. - De bedstee wàs voor twee personen. Vroeger hadden er altijd twee meisjes in geslapen. Nochtans, zijn vraag wàs slechts een verzoek.

- En as ze dan bove' bij mijn bevalt?

De toon van Neeltje's bezwaar was het ergste. Zóó had Dominee dit meisje nooit hooren spreken. Doch hij besefte: zij was in haar recht.... Niet de predikant

[pagina 139]
[p. 139]

sprak nu tot haar. Des deelde hij haar ter geruststelling mede, wat dokter Stork hem over het waarschijnlijke tijdstip der bevalling gezegd had. Stuursch wendde Neeltje zich weer tot haar vaten, baloorig stiet zij een bord in de teil.

- En hoe mot 'et dan 's nachts mit de kinders?

- Daar zal mevrouw nu zelf voor zorgen.

- Och....

De borden botsten gevaarlijk.

Dominee overlegde, dat zijn behoefte aan verdee-moediging hem gedrongen had tot een huishoudelijke bedisseling, welke hij beter had overgelaten aan zijn goede vrouw. Hij snoot zich en rook weder eau-de-cologne.

- Laat mevrouw mijn dan bij de kinders legge....

Wedelaar hoorde: die toon was anders. Rustig wreef Neeltje nu een bord droog. Het voorstel leek hem een oplossing.

- Ik zal het aan mevrouw vragen, Neeltje....

Hij kon nu opstaan, gereed met zijn boodschap. Doch er was iets, dat hem vasthield. Een behoefte om te spreken. Om, na wat hem hards en hoovaardigs had getroffen in den toon van dit meisje, als predikant haar gemoed te verzachten door woorden van ootmoed te spreken als heer van den huize. Zij, huisgenoote in de Pastorie, mocht nu van hem zulke woorden verwachten.

- Gods straffende hand ligt op mij, Neeltje. Althans, indien Dina de waarheid spreekt. In dit mijn huis zou zwaar zijn gezondigd. Ik zal mij verdeemoedigen tegenover de gansche gemeente, als dit in de Pastorie is gebeurd. Nu doe ik dat reeds tegenover jou. Mijn katechisante, mijn huisgenoote. Ik begrijp, hoezeer deze dingen je maagdelijke gevoelens van eerbaarheid moeten kwetsen. Maar wat je kameraad betreft,

[pagina 140]
[p. 140]

denk aan het: Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Hebt medelij met de gevallene, Neeltje.

Wedelaar voelde iets als een ontspanning, bijna was het een zwakke verlichting, toen hij na deze woorden opstond. Hij stak de hand naar Neeltje uit. De meid wreef de hare gauw droog aan haar schort. Verwezen voelde zij Domenee's hand.

Aleida vond de regeling goed. Het zou voor haar wel vermoeiend geweest zijn, bij de kinderen te slapen. Zij belde Dina en zei 't haar kortaf.

- En maak dan wat voort, dan kun je nu dadelijk even naar huis gaan, want je weet, ik mòet met je moeder spreken.

Dit verlangen, met Dina's moeder te spreken, had zij haar al vóór het eten gezegd. Aleida was, na de katechisatie, onder Wedelaar's weinig beleidvolle, onvoorbereide mededeeling zeer rood geworden. Plotseling was zij opgestaan en had zich een glas water geschonken. Diep ontroerd had hij haar hand op zijn schouder gevoeld, terwijl zij, achter hem staande het glas ledigde.

- Arme goeie man, had zij gefluisterd en hem op het voorhoofd gekust.

Daarop was haar houding veranderd; rumoerig liep zij, om de tafel, naar haar stoel en schel was haar stem, terwijl zij haar teleurstelling over Dina uitte. Zoo'n meid, die zij zoozeer in alles vertrouwd had!

Driftig had zij om Dina gebeld en niets anders gezegd, dan dat zij, na de ontzettende dingen, nu pas gehoord, haar natuurlijk in huis niet kon houden, doch vóór alles met hare moeder moest spreken.

Om deze te halen, ging de meid nu. Neeltje had er haar uitgaansavond voor verzet.

Wedelaar trok zich terug in zijn kamer. Vóór den

[pagina 141]
[p. 141]

nacht moest hij misschien nog naar Egberts. Een katechisatie van drie jongelieden, die bij hem aan huis plachten te komen, liet hij aan de deur afzeggen. Dominee was op eenmaal verhinderd. Hij moest thans aan Herman schrijven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken