Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Als wind en rook (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Als wind en rook
Afbeelding van Als wind en rookToon afbeelding van titelpagina van Als wind en rook

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (8.53 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Als wind en rook

(1980)–Josepha Mendels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 174]
[p. 174]

Tweeëndertig

Nu nog eenmaal Louise.

Haar piano had een harde, sombere klank gekregen. En vele leerlingen verlieten haar. In een kort briefje werd door de vader of moeder medegedeeld dat de vorderingen in de laatste tijd zeer onvoldoende waren en dat dus blijkbaar het kind onmuzikaal was. Daarom was het beter om niet meer zo'n groot deel van de vrije tijd aan die onvruchtbare muziekstudie op te offeren. Van de dertig restte er ten slotte niet meer dan de helft.

In de uren dat zij dus nu niets meer te doen had, Louise, wandelde zij vele malen langs Simons huis. Eens ontmoette zij hem en terwijl zij reeds haar hand uitstak om hem te begroeten en mompelde: ‘Maar jij hebt me verkeerd begrepen...’ een zinnetje dat ze reeds wekenlang in haar hoofd had, nam hij zijn zwarte flambard voor haar af en vervolgde zijn weg. Eenmaal ook had zij Judith en Rebecca gezien en over de straat heen geroepen: ‘Hoe gaat het met je moeder, is ze al weer beter?’ maar de meisjes hadden haar hoofden afgewend.

Kort daarna liet Louise een verhuiswagen komen. Hangklok, piano, Brabantse stoelen, Delftse tegels, reprodukties van Van Gogh, kortom de gehele Hollands-binnenhuisjes-pronk werd door twee stoere kerels opgepakt, toen zij opeens riep: ‘Houd op, houd op, het gaat niet door! Ik heb juist bericht gekregen dat ik niet voor het volgend jaar het huis in Amsterdam betrekken kan.’ De mannen keerden zich om, de ene vloekte, de andere ging gewoon door met inladen. ‘Ophouden!’ riep Louise weer, ‘ik zal alle onkosten betalen, maar ik verzoek u de hele inboedel weer op zijn plaats te zetten.’ Louise keek naar de denneboom. Een stormwind, een plotseling opkomende stormwind

[pagina 175]
[p. 175]

had haar aangeduid dat alles weer veranderd moest worden. En de verhuizers waren nog niet aan het uitladen begonnen, of een bijna onnatuurlijke windstilte gaf uit naam van de denneboom te kennen: uitstekend, waarde vriendin. Toen begaf Louise zich naar het postkantoor en seinde aan het Amsterdams Orkest: ...blijf lerares hier, en seinde naar de dame waar zij een etage had gehuurd: ...komst voorlopig uitgesteld, en ging weer naar huis terug. De onnatuurlijke windstilte had aangehouden: uitstekend, waarde vriendin, zei dus de denneboom, en de verhuizers waren nu bijna gereed. Zij zette een kop koffie voor hen, de koffiepot zat vol stro dat zij eruit schudde, en de verhuizers dronken op haar gezondheid en op de volgende keer. De oudste bekende nog nooit zoiets meegemaakt te hebben. Hij nam zijn pet af en zei: ‘Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald, juf.’

 

Nu nog eenmaal Louise.

Zij draagt de parel van haar ring naar binnen gekeerd, hij lijkt nu op een gladde ring. Het is niet moeilijk die parel zo te draaien, want hij glijdt vanzelf om haar magere vinger. Louise geeft geen lessen meer, ze leeft van een kleine rente die ze voor haar oude dag bewaard had. Zij is eraan begonnen omdat ze niet meer werken kan. Want vanuit haar Brabantse fauteuil, waarin ze nu dagelijks uren doorbrengt, beheerst zij het leven van Simon Cohen. Leraar Frans mo. ‘Kijk,’ legt ze soms aan de denneboom uit, ‘ik ben ervan overtuigd dat hij mij liefheeft, het is hem alleen nog niet bewust geworden. Hij heeft mij nodig en daarom moet ik hier in mijn kamer blijven wachten. Misschien zal hij pas bij mij komen wanneer hij geheel blind zal zijn; hij komt dan als een hulpeloze, maar dat zal hij zelf niet weten. Hij zal mij zijn liefde bekennen. Het heeft zo lang geduurd, Louise, zal hij zeggen, omdat ik een jood ben. Begrijp je dat? Of ik dat begrijp, Simon? Als je immers geen gelovige jood geweest zou zijn, was je na Elisa's vertrek geen dag meer zonder mij gebleven. Luister, hoe ik het begrepen heb. Dan zal ik alle gebeden voor hem op-

[pagina 176]
[p. 176]

zeggen, die ik in de tijd van zijn afwezigheid uit mijn hoofd heb geleerd. Het gebed voor brood, het gebed voor een nieuwe vrucht, het nachtgebed, en dat van de vrijdagavond als ik de kaarsen ontsteken zal... Het moeilijke is dat ik wachten moet tot hij met het laatste licht in zijn ogen nog eenmaal aan mijn huisdeur bellen zal, zoals op die zondagochtend, toen ik ook niet tevergeefs heb gewacht.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken