Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Aenghenaemen rooselaer geplant in den hof van den heylighen vader Dominicus (1707)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Aenghenaemen rooselaer geplant in den hof van den heylighen vader Dominicus
Afbeelding van Den Aenghenaemen rooselaer geplant in den hof van den heylighen vader DominicusToon afbeelding van titelpagina van Den Aenghenaemen rooselaer geplant in den hof van den heylighen vader Dominicus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Aenghenaemen rooselaer geplant in den hof van den heylighen vader Dominicus

(1707)–Catharina van der Meulen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Liedeken, ofte Samen-spraecke tusschen Christus den Bruydegom, ende onse ziele sijne Bruydt.

Stemme: Van het Balet van Mechelen.

 
Bruydegom.
 
SIet Bruyt ick kome in den hof, daer gy tot mijnen lof,
 
U vlijtigh maeckt bereyt, om in der eeuwigheyt
 
Te singen die in 'shemels woon, gelijk de Engels schoon,
 
Als ghy voor mijn aenschijn, sult onvermiddelt zijn.
 
Bruyt.
 
O alderliefsten Bruydegom! wie ben ick daer gy om
 
In dees warand' vertoont, en met u selven loont
 
Den kleynen dienst, die ick aenveert hier hebbe op der aert,
 
Waer toe my uwen geest seer soet beroerden eerst?
[pagina 65]
[p. 65]
 
Bruydegom.
 
Die mijne schichten laet ingaen dan sonder tegenstaen
 
Diep penitreeren 't hert, dat vlammende oock wert
 
Van mijne teere suyver min, die ick ontsteck daer in
 
En worden triumphant door dien soeten brant.
 
Bruyt.
 
Ach! wat een aengenaem vermaeck, vind' ick in u aenspraeck?
 
O minnelijcken Heer! oft ghy noyt scheyden meer
 
Van my uyt desen blom-hof hier, vol alderley plesier,
 
Daer u ghenaeden vloeyt en die geheel besproeyt.
 
Bruydegom.
 
Gheeft uwe liefde dan alleen aen my en anders geen,
 
Soo sullen wy ghemeyn drincken uyt dees fonteyn
 
Het levend' water, dat 't gemoet naer my hier quelen doet,
 
Wanneer oock mijnen wensch te zyn by den mensch.

EYNDE.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken