Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het eensaem tortel-duyfken rustende op den aenghenaemen rooselaer gheplant in't hemels lust-hofken (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het eensaem tortel-duyfken rustende op den aenghenaemen rooselaer gheplant in't hemels lust-hofken
Afbeelding van Het eensaem tortel-duyfken rustende op den aenghenaemen rooselaer gheplant in't hemels lust-hofkenToon afbeelding van titelpagina van Het eensaem tortel-duyfken rustende op den aenghenaemen rooselaer gheplant in't hemels lust-hofken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.16 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het eensaem tortel-duyfken rustende op den aenghenaemen rooselaer gheplant in't hemels lust-hofken

(1694)–Catharina van der Meulen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Liedeken voor den Feest-dagh van den Heyligen Vader Augustinus.

Stemme: Ach mensche schroomt toch niet het lijden. (ofte) La volte. (ofte) Een eenigh een heb ick vercoren.

 
SEnt af u Goddelijcke straelen,
 
O Jesu! nu in mijn verstant,
[pagina 114]
[p. 114]
 
Om hier de deughden t'achter-haelen,
 
Die Augustinus heeft geplant:
 
Vergunt my, Heer, dat ick sijn Leer
 
Mach altijdt volgen door den overvloet
 
Van uwe gratie en liefde soet.
 
Als Augustinus vol on-rusten
 
Onder den Vijgh-boom neder-lagh,
 
Hoorde de Hemelsche wellusten,
 
Waer door hy sijn verblintheydt sagh;
 
Een schoone stem die sprack tot hem:
 
Neemt ende leest, want gy moet trecken aen
 
Den geest van Christus sonder weder-staen.
 
Soo Augustinus was om-vangen
 
Met 't licht, dat in de Siel verscheen,
 
Is 't heyligh Doopsel gaen ontfangen,
 
En alle twijffelingh verdween
 
Op-staende voet uyt sijn gemoet,
 
Want hem de waerheydt wiert veropenbaert
[pagina 115]
[p. 115]
 
Van 't Rooms Geloof de werelt door vermaert.
 
Ambrosius weerdigh gepresen
 
Heeft doen begonst op soeten thoon
 
Met Augustinus, als wy lesen,
 
Den Te Deum Laudamus schoon,
 
En overhant seer triumphant
 
Soo hebben sy den Heer gebenedijt,
 
Dat Hemel, ende aerden maeckt verblijt.
 
Siet hoe het Monica verheughden,
 
Dat Augustinus was bekeert:
 
Sy loofde Godt met groote vreughden,
 
En die in haeren Soon vereert,
 
Dit Moeders hert vol druck, en smert
 
Heeft veele traenen voor hem uyt-gestort,
 
Waerom dat haer gebedt verhoort hier wordt.
 
Als Augustinus wierdt verheven
 
Nu tot de Bisschoplijcke eer,
 
Is aen sijn wijsheydt kracht gegeven
[pagina 116]
[p. 116]
 
Tegen de Manichese Leer,
 
Hy disputeert, maer triumpheert
 
Hier over, met de Donatiste Seckt,
 
En als verwinner het bedrogh ontdeckt.
 
Wanneer hy trachte boven maten
 
Naer Godt, en seyde met ootmoet:
 
Waeren mijn leden goude vaeten,
 
Daer men de Olie in doet;
 
Ick schonck die nu alleen aen u,
 
En sou ontsteken heel mijn in-gewant
 
Voor eene aengenaeme offerant.
 
Doen vraeghde Christus onsen Heere:
 
Wel Augustinus, mijnen Vrient!
 
Is uwe liefde noch niet meere
 
Tot my, die u soo seer bemint?
 
Hy op dit pas antwoorde ras:
 
Waert gy als Augustinus hier geacht,
 
Ick sou u maecken Godt, was 't in mijn macht.
[pagina 117]
[p. 117]
 
Laet een Revier der traenen vloeyen
 
Voor teecken van de teere min,
 
Die ick u draegh en wilt besproeyen
 
Mijn hert, dat daer niet blijven in,
 
Dan uwen lof die 't Hemels Hof
 
Vol vreughden singen aen u Majesteyt,
 
En dueren sal de heele eeuwigheydt.
 
O Augustinus! die gecomen
 
Sijt tot den alder-hooghsten throon,
 
Als u het leven is benomen,
 
En met de Seraphienen schoon
 
Daer overluyt roept, Sanctus uyt:
 
Bidt Godt, dat wy oock mogen triumphant
 
Geraecken boven in ons Vader-lant.

FINIS.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken