Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bevrijders (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bevrijders
Afbeelding van De bevrijdersToon afbeelding van titelpagina van De bevrijders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (7.05 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bevrijders

(1921)–P.H. van Moerkerken jr.–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk IX

NA DIEN AVOND ZAGEN ZIJ ELKANDER IEDEren dag; soms bleef hij met haar eten in het logement, aan een tafeltje voor het open venster, met het uitzicht in de Dreef. Al vroeg op zonnige morgens lagen zij in de duinen; maar als er koele dagen van regen kwamen liepen zij in den Hout, eenzaam dan, daar de burgerij niet verscheen op de doorweekte paden. Zij genoten van de stilte; het groen van gras en gebladerte fonkelde in eigen licht onder de somberte van het hoge, al zwaarder breidend gewelf.

Anne-Marie was blijde dat Jacob langer bleef dan zij verwacht had, ook al zag zij hem nu zelfs aan de maaltijden zelden. Doch na een week nam hij plotseling afscheid. Cornélia Valéry was naar Amsterdam teruggeroepen om weer te spelen.

Intussen waren op Wijckervelt de dagen niet in onveranderlijke eentonigheid voorbijgegaan. De vreemde luitenant had de vriendschap verworven van het ganse gezin. Emile Vaudemont, een der vele Franse officieren in het Hollandse 126ste regiment infanterie, zoon van een Lotharings edelman, cidevant sieur de Vaudemont, die onder het schrikbewind in verborgen armoede was gestorven, hoopte in den dienst van Buonaparte tot hogen rang te komen, wellicht eenmaal door

[pagina 35]
[p. 35]

den Keizerlijken invloed het vaderlijk slot en erfgoed terug te krijgen. Hij had den eenvoud ener demokratise opvoeding en tegelijk een aangeboren minzaamheid in den omgang. Anne-Marie, die tegen de huisvesting van een der onderdrukkers zwaar had opgezien, verzorgde hem na enkele dagen alsof hij een zoon was. De beide heren Van Wijck lachten om den rustigen en rustiken humor zijner verhalen. Ook Thérèse zag den forsen jongen krijgsman, vier jaren ouder dan zij, met vriendelijke gepeinzen aan. Hij bracht een vreemde wereld op de stille hofstede, een wereld die nog schoner betovering had dan de winterfeesten der stad. Uit de groene en gouden kleuren zijner uniform straalde de glorie van het oorlogsleven; uit de zekerheid zijner gebaren sprak de overtuiging van een machtig volk; in zijn grote bruine ogen leefde de zon van verre landen. Zijn verschijnen alleen reeds, 's morgens aan de ontbijttafel, gaf Thérèse uitzichten over het leven, wijder en vreugdevoller dan zij ooit had vermoed. Zulk een man was een andere verschijning dan Soelens: met Vaudemont zou zij zich kunnen vertonen in de salons der hoogste magistratuur. Zij zou Parijs zien, wellicht in het paleis der Tuilerie ën worden ontvangen als hij, en hij werd het zeker, generaal was...

De dagen waarop geen manoeuvres Emile Vaudemont naar Haarlem ontboden, wandelde hij vaak, na den ontbijt, met Thérèse den tuin rond. Vader en moeder zagen het gaarne: Anne-Marie was dankbaar om de tevreden stemming van haar dochter en aan David scheen, ondanks zijn hoop op den val van den vreemden dwingeland, een nauwere verbintenis met den Fransman niet te versmaden. Buonaparte haatte hij wel, maar immers niet Frankrijk! Dat had hij, oude patriot, altijd vereerd. En eenmaal wellicht een Frans edelman als zoon te mogen toespreken, was het voor den eerzamen Hollandsen burger niet een nooit-gedroomde trots! Hoe konden nu reeds, in den troebelen tijd, de nieuwe konnekties hem te stade komen...

Vaudemont verlangde naar die rustige morgen-wandelingen door de schaduwrijke berceaux; Thérèse's volle en slanke gestalte, in het laag-gesneden kleed dat blauw en rood met korenbloemen en rozen prijkte, de aandacht waarmede haar blauwe ogen hem aanzagen, haar bezorgdheid voor zijn spijs en drank, haar onwetendheid van het maatschappelijk en staat-

[pagina 36]
[p. 36]

kundig gebeuren, in naïef-gestameld Frans geuit, het bekoorde zijn eenvoudig hart. Deze Hollandse koopmansdochter moest rijk zijn, overwoog bovendien zijn verstand; hij vernam wel vele klachten over den ge knakten handel, maar dit landhuis met de lange strook gronds had toch zijn waarde, meer dan het ontstolen vaderlijk slot in de westelijke Vogezen.

Op een Juni-morgen, verscholen in het verste berceau, nam hij haar in zijn sterken arm, kuste haar roden mond en blanken hals. Zij liet hem begaan, geheel willoos, zalig in de warmte zijner woorden, bedwelmd door den gulden lichtglans die over de zomerse velden lag. Zij voelde zich overwonnen en toch overwinnend; zij had hem begeerd om den tover klank van zijn ouden naam, om den zwier van zijn taal, om de schittering van zijn gouden tressen. En verre beelden van feesten en parelen, van dans en blijde muziek schemerden voor haar half-gesloten oog.

Vader David dronk dien middag op de verloving van Thérèse en Emile. Grootmoeder Van Wijck zegende hare kleindochter; Anne-Marie zag glimlachend rond of ieders glas gevuld was en verwachtte in stilte dat nu wel spoedig de levensmiddelen goedkoper zouden worden. Floris danste om de tafel. En na den maaltijd met zijn vader wandelend in den Hout, bedacht hij dat er een kleine feestelijkheid ter ere der verloving behoorde te zijn. David vond het een voortreffelijk denkbeeld; hij was goed gehumeurd, want met zijn heimelijke spekulatieplannen stond het gunstig; er dreigden enkele faillissementen van grondbezitters in de buurt en hij wachtte hun uitersten nood af, om dan klinkende munt te bieden ver beneden de waarde der gronden.

Zo werden, dien avond nog, uitnodigingen per brief verzonden naar freule Agathe Fabian, met wie allen verlangend waren kennis te maken; naar Oom Jacob ter Wisch, die niet kon worden overgeslagen; en naar Tobias Soelens, ter dichterlijke opluistering van den feestdag. Het moest een klein, vertrouwelijk gezelschap zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken