Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De cleyn vverelt (1608)

Informatie terzijde

Titelpagina van De cleyn vverelt
Afbeelding van De cleyn vvereltToon afbeelding van titelpagina van De cleyn vverelt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.15 MB)

ebook (15.46 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De cleyn vverelt

(1608)–Jan Moerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina I]
[p. I]


illustratie
De Cleyne Werreld.


[Folio *2r]
[fol. *2r]

Verclaringhe vanden Tijtel, of opschrift deses Boecks.

De mensche wort met recht Microcosinus, of de cleyne Werelt genamet, om de ghelijckheyt die hy met de Werelt heeft. Want ghelijck de Werelt rond is, hebbende twee groote lichten, sterren, hitte ende couwe, ende vier Elementen daer sy af bestiert wordet, soo is oock des menschen hooft rond, heeft twee ooghen ende blinckende hayren. Ende al wat meer vande werelt gheseyt wordt, dat can met recht ende waerheyt van den mensche gheseyt worden. Dat nu in den mensche als in de VVerelt lucht zy, dat blijckt in het Chameleon dat alleen by lucht levet, by het welcke de sanguine of bloedtrijcke ghestaltenisse afghebeeldet wordet. Dat het vyer, als in de wereld, soo oock inden mensche ghevonden wort, ghetuyght den Salamander, alleen by vyer levende: waer by de gallachtighe of cholerijcke natuere beteeckent wordet. Dat als in de VVerelt, in s'menschen lichaem water is, ghetuyghet den Steur, alleene by water ende windt levende, beteyckenende de phlegmatijcke of waterachtighe nature: Des menschen vrine of pisse is hem in stede van water. Dat hy ooc aerde zy, blijcket in de Mollen, die als de wormen of Pieren ontbreket, by aerde (so men achtet) leven: door deselve wort de melancholijcke of swaerbloedighe natuere beteeckent, ghelijck oock in de VVerelt alle schepselen zijn, soo is de mensche alderhande schepsel. Sommighe creaturen hebben slechs haer forme (of ghedaente) als de steenen, waer met de mensche oock begaeft is: andere hebben hare gedaenten ende wassen ooc, als de boomen: soo doet de mensche oock. Boven de ghedaente wassen andere ende ghevoelen, als daer zijn de Ghedierten: van de welcke de sommige zijn vliegende, andere in de wateren swevende: De mensche desghelijcx vlieghet met zijn gemoet ende verstant om hooge, ende can in het water swemmen. In de VVerelt zijn hemelsche schepselen, met wesen ende met een hoogh verstant begaeft, te weten, de Enghelen: alsoo oock de mensche verstaet door het gheloove die dinghen die Godes zijn. De VVerelt heeft eenen onsienlicken ende onsterffelicken Heerscher ende Regierder: De mensche heeft oock een onsienlicke ende onsterffelicke Ziele, met drie mogentheden verciert, wille, ghedencken ende verstandenisse: over de welcke de Reden als een heerscher ghebiedet. De verstandenisse oordeelt vande conceptien of begrijpinghen des ghemoedes: de welcke van de Reden, als van eenen Rechter, worden ghewesen in de camer der Memorie, of ghedencke, bewaert te worden. Tot de voorschreven moghentheden de vijf inwendighe ende de vijf uytwendighe sinnen comende, maecken de wijsheydt te samen:

[Folio *2v]
[fol. *2v]

uyt de welcke de wetenschap geboren wordet: uyt de selve comt de inventie of vindinghe: uyt welcke eyndelick vele guldene spreucken voortcomen ende spruyten, als uyt het verhael deses Boecks claer sal blijcken. Daerenboven, ghelijck de VVerelt niet heel vergaen, maer door het vyer sal gheluyvert worden, ende als Cristalijn sal blincken, soo en sal de mensche oock niet vergaen, maer sal door de doot verandert worden, sal verrijsen, ende veel claerder dan de Sonne glinsteren. Ghy dan, ô Cleyne Werelt, en geeft den moedt niet verloren, noch en zijt niet cleynhertigh, maer verwacht de toecomende verrysenisse met eene sekere hope.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken