Stormen en stilten

[p. 31]

De laatste deur is toegesloten

De laatste deur is toegesloten,
het huis is tot de nacht gereed,
de hemel heeft het met zijn grote
blinkende sterrenlucht omkleed.
En ijler wordt het ademhalen
dat binnen deze ruimte gaat,
een vogel die nog niet kan dalen,
hoewel het licht hem reeds verlaat.

De vensters houden klare vakken
tegen het glanzend duister aan,
een boom doorweeft hen met zijn takken
en doet geprevel opengaan,
dat in de kamers rond blijft dwalen
totdat een dieper slaap ontbloeit
en ook het laatste ademhalen
volkomen met de nacht vergroeit