Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.41 MB)

ebook (6.56 MB)

XML (6.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Albregt-Engelman, Wilhelmina Johanna Reiniera]

ALBREGT-ENGELMAN (Wilhelmina Johanna Reiniera), tooneelspeelster, geb. 17 Jan. 1834 te Amsterdam en aldaar overleden 15 Febr. 1902. Zij was de dochter van Reinier Engelman, tooneelspeler en directeur van den amsterdamschen Stads-schouwburg, en van Maria Francisca Bia, een beroemde actrice, die na den dood van Engelman hertrouwde met J. Ed. de Vries.

Reeds op haar 5e jaar speelde zij kinderrolletjes, en op haar 10e begon zij geld te verdienen. Niettemin zorgden haar ouders voor een goede opvoeding, en na den dood van haar vader in 1845, zond haar moeder haar naar een kostschool te Helvoirt.

In 1848 kreeg zij een vast engagement aan den Stads-schouwburg onder de directie van haar tweeden vader J. Ed. de Vries en M. Westerman, waar zij in 1850 Johannes Hermanus Albregt (zie hierboven) kennen leerde, met wien zij in Juni 1852 in het huwelijk trad. Over hun kinderen zie hierboven. Tot op den dood van Albregt, 22 Juli 1879, zijn beide echtgenooten, die elkander hoogelijk waardeerden en liefhadden, steeds samen aan hetzelfde gezelschap verbonden geweest. Tot 1859 aan den Stads-schouwburg, toen een korte poos in Frascati

[pagina 70]
[p. 70]

in de Nes, daarna te Rotterdam, alles, tot 1867, onder de directie van J. Ed. de Vries. Toen werd Albregt zelf directeur van 1867 tot 1876 te Rotterdam en tevens van 1874 tot 1876 te Amsterdam. Daarna waren beiden drie jaar lang bij Het Nederlandsch Tooneel te Amsterdam geëngageerd. In het najaar van 1879 kwam mevr. de wed. Albregt-Engelman bij de directie van Ollefen, Moor en Veltman, te Amsterdam, in 1882 bij W. van Zuylen, te Rotterdam, in 1883 bij A. van Lier en in 1894 bij G. Prot, te Amsterdam.

Oorspronkelijk speelde zij in hoofdzaak soubrette-rollen, b.v. Dorine in ‘De Huichelaar (Tartuffe)’, maar zij had geen mooi figuur en zóó is het gekomen, dat zij spoedig begreep haar kracht te moeten zoeken in het komische genre, wat haar dan ook bij uitstek is gelukt. Reeds vóór haar 40e jaar speelde zij op onverbeterlijke en hoogst natuurlijke wijze de zoogenaamde ‘karikaturen’, maar tevens muntte zij uit in karakter-rollen en als ‘oude dienstbode’. Zij was bij het publiek zeer geliefd, en haar 50-jarig jubileum in het voorjaar van 1898 was een ware triomftocht door het halve land.

Haar schitterendste rollen uit dat latere tijdperk waren: de Markiezin de Rio-Zarès in ‘Dora’, Mevr. Cotterets in ‘Dames en Heeren van Pont-Arcy’, Betje in ‘Janus Tulp’, Betje in ‘Uitgaan’, Brechtje in ‘De amsterdamsche jongen’, en Ouwe Sientje in een stukje van dien naam, voor haar geschreven door Justus van Maurik.

In een necrologie in de Amsterdamsche Courant van 21 Febr. 1902 staat haar door van Geldorp op steen geteekend portret. Als Dorine in: ‘De Huichelaar’ heeft C. Ed. Taurel haar naar een teekening van Ch. Rochussen gegraveerd.

Twee van haar zusters hebben zeer korten tijd tooneelgespeeld. De oudste, Maria Engelman, had veel talent, maar heeft de planken vaarwel gezegd om te trouwen met W.C. de Wit. De jongste, Adriana Engelman, had weinig talent, en huwde met Carl Söhlke, die als korist bij de Duitsche opera met Jean Pfläging te Rotterdam was gekomen en later aan het Paleis voor Volksvlijt verbonden werd, waar zijn stief-schoonvader J. Ed. de Vries directeur was. Na diens dood (25 Sept. 1875) volgde hij hem in de directie op, samen met den heer Willink; deze laatste overleed echter spoedig en toen bleef Söhlke alleen directeur tot 1889. Daarna vertrok hij naar Duitschland, waar hij overleden is. De zoon van hem en Adriana Engelman, Jan Söhlke, heeft korten tijd (1879-1881) onbeteekenende rolletjes gespeeld bij Het Nederlandsch Tooneel, en is reeds vóór 1900 overleden.

Over Mevr. Albregt-Engelman zie men voorts: J.H. Rössing in de Amsterdammer, Weekblad voor Nederland 1898 no. 1073 en 1902 no. 1287; Giovanni (Mr. J. Kalff Jr.) in Algemeen Handelsblad van 16 Febr. 1902, en mijn Tooneel-herinneringen 210 vlg.

Mendes da Costa


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Wilhelmina Johanna Reiniera Albregt-Engelman

  • M.B. Mendes da Costa