Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.41 MB)

ebook (6.56 MB)

XML (6.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Mieden, Jacob Cooren van der]

MIEDEN (Jacob Cooren van der) geb. te Alkmaar, gedoopt 9 Jan. 1698, overl. 27 Febr. 1751 te Lent; oudere broeder van den voorgaande. Hij werd student te Leiden 16 Juni 1717 en promoveerde aldaar in de rechten 30 Oct. 1719. Door zijn huwelijk in het laatst van Jan. 1726 met Susanna Doublet te 's Gravenhage bekwam hij voor een vierde deel de heerlijkheid Callantsoog. In 1728-37 was hij weesmeester, in 1738 en 39 schepen zijner geboortestad. 18 Mrt. 1731 werd hij benoemd tot baljuw der Nieuwburgen; in die betrekking had hij om zijne gestrengheid meermalen verschil met de dorpsbesturen in zijn rechtsgebied. In 1740 werd de baljuw en secretaris van Callantsoog (tevens opzichter van 's Lands werken op de eilanden) Jan Harge, beschuldigd van vele knevelarijen, afgezet, 6 Dec. op last van v.d.M. bij Alkmaar gearresteerd en te Callantsoog, buiten toegang van vrouw en kinderen, op water en brood in de boeien gezet. Het onderzoek werd geleid door een zeeman, Maarten Mooy, die niet de minste rechtskennis bezat; maar het gelukte niet den beklaagde tot bekentenis te brengen. Verzoeken zijner naastbestaanden aan leenmannen en aan het Hof van Holland om ontslag, verlichting van gevangenschap en bespoediging der procedure zonder gevolg blijvende, wend-

[pagina 1338]
[p. 1338]

de men zich tot den Hoogen Raad, die, van gepleegde onregelmatigheden overtuigd, op menschelijker behandeling en onpartijdiger berechting van den beklaagde aandrong. Nochtans werd er met de zaak geen voortgang gemaakt en bleef H. geboeid en buiten toegang. In Febr. 1742 riep zijne vrouw de tusschenkomst in der Staten van Holland, die 8 Aug. goedvonden, om, ongeprejudicieerd de rechten der heeren van Callantsoog, de procedure voor leenmannen te staken en haar over te brengen voor het hof. H. werd 7 Oct. overgebracht naar de Voorpoort en het hof besliste 5 Apr. 1743, dat de tegen hem gedane aanklacht bestond uit onwaarheden, verdraaiingen van waarheden of evidente calumniën, weshalve het hem onschuldig verklaarde en vrijsprak. Tevens meende het nauwkeurige informatiën te moeten inwinnen aangaande de gevoerde informeele procedures en de jegens Harge gepleegde mishandelingen, en dus verleende het den procureur-generaal een mandement crimincel met apprehensie tegen v.d.M. Deze hiervan verwittigd, verdween 28 April uit Alkmaar en liet zich tevergeefs dagvaarden. Zijne goederen werden daarop in beslag genomen en geïnventariseerd, en de Staten benoemden 29 Aug. een waarnemer van het baljuwschap der Nieuwburgen. Susanna Doublet verzocht den Staten de zaak van haar man te verwijzen naar het gerecht van Alkmaar en vulde dit verzoek aan door eene memorie van rechten, eerlang gevolgd door eene tweede rekest met eene aanvulling der memorie. In laatstgenoemd stuk werden schandelijke en voor de eer der justitie krenkende uitdrukkingen gevonden en de advocaat-fiscaal verkreeg apprehensie op de inzendster, die in Dec. er in slaagde met haar gezin Alkmaar te verlaten. De Staten vergunden haar 9 Jan. '44 om voor haar man te mogen proponeeren exceptie declinatoir in de tegen hem ingestelde procedure, waarover het hof, dat den weg van extraordinaire procedure verkoos, zich zeer bezwaard toonde. De zaak kreeg nog grooter omvang, maar toen v.d.M. stierf was ten aanzien van hem of zijne vrouw geen vonnis gewezen; en toen eerst werd een opvolger in het baljuwschap benoemd. Uit het huwelijk zijn te Alkmaar 8 kinderen, waarvan 3 bij het vertrek der moeder reeds overleden waren, en is 1 in 1745 te Lent geboren.

Zie: Bruinvis, Een bedenkelijke strafvervolging met een geduchten nasleep in Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudh., 4e Reeks, VIII, 382.

Bruinvis


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over J. Cooren van der Mieden

  • Cornelis Willem Bruinvis