Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.41 MB)

ebook (6.56 MB)

XML (6.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Willeboirts, Thomas]

WILLEBOIRTS (Thomas), overl. 23 Jan. 1654, ook wel eens Bosschaert genoemd, ofschoon hij zich zelf nooit zoo noemde, noch in eenig officieel stuk, noch in de onderteekening van eenig kunstwerk, was de zoon van Peter Willeboirts en Cornelia Thomasdr. en is in 1614 te Bergen-op-Zoom geboren. In 1628 kwam hij als leerling op het atelier van Gerard Seghers te Antwerpen en 7 Aug. 1637 werd hij burger van Antwerpen en tevens meester in het St. Lucasgild, waarvan hij 18 Sept. 1649

[pagina 1536]
[p. 1536]

tot deken benoemd werd. Na eerst aan huis gewoond te hebben bij den makelaar Roeland van Kessel, huurde hij 12 Jan. 1644 voor ƒ 600 's jaars een groot huis op de Meir ‘de Roode Tralie’ en kocht 14 Juni 1650 het huis ‘de Bok’ in de Arenbergstraat, waar indertijd Jan Brueghel zijn weelderig atelier had ingericht. Reeds kort daarna werd hij ziek, en vroegere beschikkingen van 12 Sept. en 19 Nov. 1647 herroepende, overleed hij, ziek te bed liggende, 14 Sept. 1652 een nieuw wederzijdsch testament met zijn zuster. Maria geteekend hebbende. Nog meer dan een jaar bleef hij aan het ziekbed gekluisterd en van 2 Jan. 1654 is nog weer een uiterste wilsbeschikking gedateerd, waarin hij verzoekt begraven te worden in de kerk der Lieve Vrouwenbroeders, met een koorlijk van 60 flambouwen; aan hun klooster schonk hij daarvoor ƒ 50 en aan den overste verschillende souvenirs; ook zijn nicht Geertruid Gryp, die het huishouden van den ongehuwden schilder bestuurd had, en zijn leerling Johan van Erlewijn kregen aanzienlijke legaten, de laatste o.a. al zijn teekeningen; nog bepaalde hij ƒ 400 voor een gedenkteeken op zijn graf, dat door Artus Quellinus uitgevoerd is, nadat hij 23 Jan. 1654 op slechts veertigjarigen leeftijd overleden was. Hij was geheel een volgeling van Rubens en vooral van van Dyck, en heeft in navolging van deze meesters verdienstelijk werk geleverd, zooals een St. Willebrordus in aanbidding voor de Heilige Familie, op het hoogaltaar der St. Willebrorduskerk te Antwerpen. In den zonderlingen wedstrijd met Cornelis Schut om een martelie van St. Joris, in 1643 uitgeschreven door de gilde van de Jonge Voetboog, om op haar altaar in de kathedraal geplaatst te worden, dolf hij echter het onderspit. Vaak was hij werkzaam voor het hof van Frederik Hendrik, en schilderde o.a. in 1646 een allegorie op het huwelijk van Louise Henriëtte met den Grooten Keurvorst, thans in het bezit van den duitschen Keizer. Portretten door hem zijn in het museum Plantin te Antwerpen, bijbelsche en mythologische tafereelen in de musea te Amsterdam, 's Gravenhage, Brussel, Berlijn, Neurenberg, Schleissheim en elders. Een achttal brieven van hem aan Const. Huygens, van 1641 tot 1649, zijn uitgegeven in Oud-Holland IX, 200-206. Zijn zelfportret is gegraveerd door C. Waumans.

Zie: Corn. de Bie, Gulden Cabinet (Antwerpen 1661) 166; De Liggeren II, register; F.J. van den Branden, Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool (Antwerpen 1883 918-922).

Moes


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Thomas Willibrords Bosschaerts

  • Ernst Wilhelm Moes