Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3 (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.10 MB)

XML (6.11 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3

(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[La Fargue, J.T.]

LA FARGUE (J.T.), dichter en publicist uit het midden der achttiende eeuw, van wiens lotgevallen niets bekend schijnt te zijn. Tusschen de jaren 1737 en 1757 nam hij ijverig deel aan de politiek van den dag en heeft daarvan in tal van geschriften blijk gegeven. De meeste zijner geschriften zijn lijvige verhandelingen, maar niet vrij van polemiek. De geschriften zijner bestrijders deelen over zijn persoon niet veel mede; hij wordt gekenschetst als een broodschrijver en tijdens den ‘de Witten-oorlog’ vernemen wij de beschuldiging, dat hij den huik naar den wind hing, omdat hij, die zich vroeger als Orangist had doen kennen, thans uit een ander vaatje tapte en dat wijl het hof hem voor zijne vroegere houding niet beloond had. De geschiedschrijver Wagenaar, met wien hij gepolemiseerd heeft, laat zich (Vierde ... brief van den koopman te R.) aldus over hem uit: ‘Hy leere eerst zelf verstaen, wat hy dryft en wat beters dan schelden; anders heeft hy op zyn meest te wagten, dat ik hem een van onze Kraenkinders toestuure, die een stem als een boevenklok heeft, en schelden kan als een appelwyf, en die tegen hem schreeuwen zal, dat het dreunt. De beuling is my geen prik van een speld waerdig, al kon ik 'er hem al zijn wind door doen ontvliegen. Zulke schryvers zouden my nimmer doen antwoorden’. Rijk is hij door zijn geschrijf niet geworden, want in 1757 wordt van zijn armoede gewaagd. In de veertiger jaren deed hij zich kennen als zeer engelschgezind ijveraar, die herhaaldelijk de franschgezinden te lijf ging. De meeste zijner tusschen 1742 en 1746 uitgegeven geschriften vindt men afgedrukt in zijn Staatsspiegel voor den Nederlanderen, waarvan de eerste druk van 1743 drie stukken bevat en de tweede van 1746 vijf.

Behalve dien Staats-spiegel schreef hij (vele zijner pennevruchten gaf hij anoniem in het licht): Berigt van de snoode onderneming en vrouwenroof, gepleegd door den bisschop van Roermonde aan K.A. van Hartzheim, huisvrouwe van J.F. d' Eyschen ('s Grav. 1737), in 8o.; Geslacht-schetse .. van den Huyse ... van Nassou ('s Grav. 1740), in 8o.; Beknopte verhandeling over den oorsprong ende historie van den Huize Oostenrijk ... Uit het Hoogd. vertaald ('s Grav. 1741) in 8o. (Pamflet Knuttel nr. 17156), ontleend aan een werk van C.L. Bilderbeck; Den Kreekel in 't vizier of den opdragtmaeker beschaemd ('s Grav. 1741), in 8o. (Pamfl. Kn., nr. 17191); De grootmoedigheid der Venetiaenen ('s Grav. 1742), in 8o. gedicht (Pamfl. Kn. nr. 17237); Gezang aen de Fransse Natie ('s Grav. 1742), in 8o. (Pamfl. Kn. nr. 17238); Het waere interest van 't misleide Nederland ('s Grav. 1742), in 8o. (Pamfl. Kn. nr. 17255). Dit warme pleidooi voor een samengaan met Engeland is opgenomen in den Staats-spiegel. De dichter W. van Haren - aan wien La Fargue zijn Staats-spiegel opdroeg - gaf in 1742 zijn gedicht Leonidas, waarin hij warm ijverde voor krachtige hulp aan Maria Theresia. Het regende welhaast gedichten en vlugschriften over deze kwestie. La Fargue mengde er zich in met zijn Antwoord aan Leonidas. Uit het Fransch vertaeld. Als mede Wederlegging van het bovengemelde Antwoord (Delft 1742), in 8o. (Kn. nr. 17318) en met (volgens v.d. Aa) Kallistratus ontmaskerd, en voor de voeten van Leonidas ('s Grav. 1742), in 8o. Verder: Eerzang aen... Joan de Mauregnault,

[pagina 728]
[p. 728]

of deszelfs plegtige inleidinge als president van den Ed. Hove van Holland ('s Grav. 1742), in 8o. (Kn. nr. 17349); Van hier, Godtloozen! die uw Ziclen, bezoedeld om het heilloos goud (Gedicht tegen den gelddorst) (Delft 1742), in plano. (Kn. nr. 17353); Verhandeling aangaande den oorsprong en gesteltenis van den koophandel en scheepvaard van Grootbrittannien en van Vrankrijk ('s Grav. 1743), in 8o. (Kn. nr. 17406), herdrukt als tweede stuk van den Staats-spiegel; Beschryvinge van het recht en de gesteltenisse der Barrière ('s Grav. 1746), in 8o. (Kn. nr. 17533), herdrukt als vijfde stuk van den Staats-spiegel; Onderzoek van de aanmerkingen op het advis der Admiraliteit van Zeeland; benevens een' klaare en trouwe expositie van 't advis der Hollandse Admiraliteiten: ten redres des koophandels ('s Grav. 1753), in 4o. (Kn. nr. 18400); Memorie consideratien en protestatie ter zaake van 't vrugtelooz reclameeren eener erffenisse uit Suriname ('s Grav. 1754), in 8o. (Kn. nr. 18457).

De luitenant-admiraal C. Schryver had veel ergernis gegeven door in de Boekzaal van Juli 1755 den nederlandschen scheepsbouw achter te stellen bij dien van Frankrijk en Engeland. La Fargue schreef toen Aanmerkingen over t plan van ... C. Schryver tot redres in de vervallen zeediensl en zeemagt der republique ('s Grav. 1755), in 8o. (Kn. 18481) en Eerste en Tweede Vervolg van de aanmerkingen ('s Grav. 1756), in 8o. (Kn. nr. 18538, 18539).

In 1756 is hier te lande druk gepolemiseerd over de vraag, of de Republiek tot hulp aan Engeland verplicht was. De engelsche gezant had aangedrongen op levering der overeengekomen 6000 man hulptroepen. In een naamloos uitgegeven Brief van een Koopman te R. heeft J. Wagenaar toen het tot die hulp verplicht zijn bestreden. Zijn brief - door drie anderen gevolgd - lokte heel wat geschrijf uit, waaraan La Fargue deel nam met de volgende stukken: Volkoome refutatie van den Brief van een koopman te R.... Of de Republiq gehouden is tot secours van Grootbrittanje ('s Grav. 1756), in 8o. (Kn. nr. 18514); Consideratien over den tweeden en derden brief van een koopman te R.... Waarin deszelfs valsche stellingen nader ontdekt ... worden ('s Grav. 1756), in 8o. (Kn. nr. 18518); 'T Laatste Olisel van den koopman te R.... ('s Grav. 1756), in 8o. (Kn. nr. 18522); Afscheid aan de nagtgedrochten met de ontleding van 't zeer aanmerkelijk Antwoord op zekeren (verdichten) brief van zijne Excellentie... ('s Grav. 1756), in 8o. (Kn. nr. 18525); Den Brusselsen verleider onderzogt en overtuigd ... belangende 't gedrach der Engelssen in den voorgaanden en tegenwoordigen oorlog ('s Grav. 1756), in 8o. (Kn. nr. 18529).

Door de verschijning van het naamloos uitgegeven pamflet van P. le Clercq, Het karakter van den raad-pensionaris Jan de Witt ontbrandde de zoogenaamde de Witten-oorlog, d.w.z. dit pamflet gaf aanleiding tot de publicatie van een breeden stroom vlugschriften over de gebroeders de Witt. Ook La Fargue mengde zich in den strijd en gaf Het waare karakter van den raad-pensionaris De Witt en der Loevesteinse Factie ('s Grav. 1757), in 8o. (Kn. nr. 18597, 18598). Twee drukken met een vervolg, nl. Twede brief aan Mevrouw, waarin het waare karakter van De Witt... nader opgehelderd word ('s Grav. 1757), in 8o. (Kn. nr. 18607) en De triumf van den raad-pensionaris De Witt en der Hollanderen ('s Grav. 1757), in 8o. (Kn. nr. 18626). Het laatste mij van hem bekende geschrift is een gedicht De Verleider Epicrisis ge-ëpicriseerd, of de wolf zijn schaapevagt ontrukt, ter staavinge

[pagina 729]
[p. 729]

der Hollandse vryheid, tegens den euvelmoed der vreemde ruiters ('s Grav. 1758), in 8o. (Kn. nr. 18677). Volgens v.d. Aa gaf hij nog Themistocles, Beminnaer zijn's vaderlands. Treurspel uit het Engelsch vert. (Leiden 1770), in 8o. In een door La Fargue zelven opgestelde lijst van zijne geschriften (Navorscher, LIX, 466) komen nog enkele hier niet genoemde geschriften voor. Die lijst is echter zeer onnauwkeurig.

Knuttel


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Jean Thomas la Fargue

  • Willem Pieter Cornelis Knuttel