Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4 (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.86 MB)

ebook (6.35 MB)

XML (6.03 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Bogaerde Van Ter Brugge, Jhr. André Jean Louis baron van den]

BOGAERDE VAN TER BRUGGE (Jhr. André Jean Louis baron van den), geb. te Gent 7 Juli 1787, overl. op het kasteel van Heeswijk 12 Jan. 1855, zoon van André François Eugène en Maria de Larenbeke van ter Brugge, werd door een geestelijke uit een der gesupprimeerde zuidnederlandsche kloosters, die geweigerd had den eed van haat tegen 't koningschap te zweren, onderwezen in 't Vlaamsch, 't Fransch en 't Latijn en kreeg van een Vlaamsch schilder onderricht in teekenen en schilderen. In 1817 werd hij lid der Prov. Staten en der Ridderschap van Oost-Vlaanderen en 3 Juli 1820 burgemeester van Waesmunster, waar hij zich met zijn ouders gevestigd had. Twee jaar later werd hij districtscommissaris van 't Land van Waes en vestigde zich als zoodanig te St.-Nicolaas. Wat hij in die beide betrekkingen tot stand heeft gebracht, daarvan strekt bijna elke bladzijde van zijn Beschrijving van het land van Waes tot getuigenis. In 1828 werd hij als districtsen militie-commissaris naar Gent verplaatst. Hier vond hij meer tijd en gelegenheid voor zijn liefhebberijstudiën; hij bouwde er een nieuw huis en begon een verzameling van schilderijen aan te leggen. Den 4 Febr. 1830 werd hij tot gouverneur van Noord-Brabant benoemd, welk ambt hij met grooten tact bekleedde gedurende de moeilijke dagen der omwenteling. Met hart en ziel stond hij de belangen voor van den koning en 't oude Nederland, zonder te letten op de moeilijkheden, die hij als geboren Belg en grondbezitter in Vlaanderen te verduren had. Zijn trouw aan den koning werd op verschillende wijzen erkend en beloond. Bij K.B. van 10 Maart 1830, met den titel van baron, overgaande bij 't recht van eerstgeboorte, werd hij erkend te behooren tot den Ned. adel. In 1838 werd hij staatsraad, in 1840 kamerheer des konings. In 1834 kocht hij de heerlijkheden Heeswijk en Dinther en begon weldra zijn kasteel belangrijk te verbouwen en te verfraaien en het tot een museum van schilderijen, antiquiteiten en zeldzaamheden in te richten. De omstandigheden waren hem daarbij gunstig; een man van smaak en kennis als baron van den Bogaerde kon zonder veel moeite en geld - ook dank zijn hooge positie - veel machtig worden, wat anders wellicht naar 't buitenland zou zijn vervoerd of als waardeloos weggesmeten. Tot aan zijn dood ging hij voort zijn verblijf met allerlei kunststukken en antiquiteiten te voorzien en na zijn dood bleven twee der zoons het werk van hun vader met ijver voortzetten. Bekend als schrijver over 't Land van Waes, vond bij hem het aanzoek van vele zijden gereeden ingang om ook een statistieke beschrijving der Provincie N.-Brabant in 't licht te geven. Een prospectus van dit werk werd in 1833 rondgezonden, maar de oorlogstoestand, waarin men zich toen bevond, deed deze onderneming staken. Een der stichtingen, waaraan blijvend zijn naam verbonden zal blijven, is het Provinciaal Genootschap voor kunsten en wetenschappen in Noord-Brabant, dat in 1837 tot stand kwam en dat hij 8 Maart 1837 met een lange rede inwijdde. Die rede is opgenomen in de Handelingen van dat Genootschap 1e dl. 1e st. In 1842 werd hij eervol uit zijn ambt ontslagen en dienzelfden dag benoem-

[pagina 189]
[p. 189]

de koning Willem 11 hem tot zijn opperschenker en tot grootofficier van zijn Huis. Sedert trok hij zich op zijn kasteel te Heeswijk terug, waar hij zich wijdde aan de beoefening van kunsten en wetenschappen en aan zijn dierbare verzamelingen; ook bleef hij den landbouw een bijzondere aandacht schenken.

Hij schreef: Het district van St. Nicolaes, voorheen Land van Waes, provincie O.- Vlaanderen, beschouwd met betrekking tot deszelfs natuur-, staat en geschiedkunde, gevolgd door eene bijzondere beschrijving van elke stad, dorp of gemeente in hetzelve gelegen (St. Nicolaes 1825. 3 dln.); Proef op de aanmoediging en uitbreiding der linnenweverijen in Oost-Vlaanderen (Gent); Rapport sur la culture et la manipulation de la garance, à la Société d' Agriculture et de Botanique à Gand, in Messager des Sciences et des Arts de Gand, pour l'annee 1828; Vlugtig overzigt der geschiedenis van Belgie en die van Polen, toegepast op de tegenwoordige gebeurtenissen tot 1 Jan. 1831 (den Bosch 1831); Essai sur l'importance du commerce, de la navigation et de l'industrie dans les provinces, formant le Royaume des Pays-Bas, depuis les temps les plus reculés jusqu'en 1830 (La Haye et Brux. 1845. 3 vol.); ook in het Nederlandsch: Proeve over de belangrijkheid van den handel, de scheepvaart en de nijverheid in de gewesten van 1813-30 uitmakende het Koningrijk der Nederlanden, uit de beste bronnen en van af de vroegste tijden tot den jare 1830 ('s Gravenhage 1845).

Hij huwde 20 Febr. 1821 te Gent Jonkvr. Eugenie Thérèse Barbe Ghislène Papejans van Morchoven, gezegd van der Strepen, dochter van Ridder Jac. Joseph. en van Theresia Gratiana Barbara Ghislène Piers van Welle. Zij overleed 11 Febr. 1843 en werd te Heeswijk begraven. Uit dat huwelijk werden geboren 1o. Alberica, die jong stierf, 2o. Amedeus Andreas Robertus, geb. te St. Nicolaas 20 Juni 1823, overl. te Gent 11 Dec. 1874; 3o. Ludovicus Maria Christianus, geb. 24 Mei 1826 te St. Nicolaas, ongehuwd overl. op het kast. te Heeswijk 11 Juni 1890; 4o. Donatus Theodorus Albericus, geb. te Gent 16 Febr. 1829, overl. op 't kast. van Heesw. 22 April 1895, na kerkelijk te zijn gehuwd geweest.

‘Niet te ontkennen valt, dat de gouverneur Van den Bogaerde en zijn beide zoons Jhr. Louis en Jhr. Alberic voor een groote Europeesche beweging waar men zich onderzoekend en vol eerbied keerde tot oude kunst, in ons land het eerst en met halsstarrige overtuiging metterdaad getuigd hebben. Door hunne intelligentie is in een tijd van algemeene en vandalistische verwaarloozing dezer dingen veel moois voor ondergang behoed en een gansch bijzondere en karaktervolle collectie samengebracht. Ook dient geprezen de waarlijk jonkheerlijke liberaliteit, waarmee deze liefhebbers hunne verzamelingen voor ieder ter bezichtiging openstelden’ (Jan Veth in de Amsterdammer Juli 1892). Het levensgroot portret van den gouverneur bevindt zich in een der zalen van 't gebouw van 't Prov. Gen. te den Bosch. Een verkleinde afbeelding daarvan, door D. Dubois op steen gebracht, bevindt zich vóór den Almanak voor de prov. N. Br. 1839. Verder waren enkele portretten van hem, zijn gemalin en zonen aanwezig op 't kasteel van Heeswijk. Zie Eigen Haard 1896, 421, 423.

Zie: C.R. Hermans in Levensber. Letterk. 1858; Panthéon Biograph. Univers. 1856; Journal de Gand du V Févr. 1820; de Aardbol, Beschrijv. der Nederl. 578; Geschied- en Aardrijksk. beschrijving van Noord- Brabant, 81; Handelingen v.h.

[pagina 190]
[p. 190]

Prov. Gron. in N. Br. I; II, 246 en vlg.; Heeswijk door J.F.L. de Balbian Verster in Eigen Haard 1896, 420 en vlg.; Taxandria V, 270 en vlg.

H.N. Ouwerling


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over AndrĂ© Jean Louis van den Bogaerde van ter Brugge

  • H.N. Ouwerling