Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4 (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.86 MB)

ebook (6.35 MB)

XML (6.03 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Frederik]

FREDERIK, koning van Zweden en landgraaf van Hessen-Cassel, geb. 28 Apr. 1676, overl. 5 April 1751, zoon van Karel, landgraaf van Hessen-Cassel (zie dit deel op Hessen-Cassel) en na diens dood (1730) zijn opvolger, kwam in 1702 in ons land aan het hoofd van een door de Staten-Generaal geworven regiment Hessen, ging in Hollandschen krijgsdienst over, werd 22 Juni 1706 benoemd tot generaal der cavalerie en 8 Mei 1710 tot chef van het regiment cavalerie van Nicolaas de Dompré, hetwelk daarna zijn naam heeft gedragen, totdat 24 Nov. 1721, toen hij zijn demissie genomen had, Willem Lodewijk, landgraaf van Hessen-Philippsthal, er eigenaar van werd.

Hij is een van de groote ruiter-aanvoerders geweest in den Spaanschen successie-oorlog en heeft onder Marlborough, Eugenius van Savoye en Ouwerkerk aan de voornaamste krijgsgebeurtenissen van dien oorlog, meestal met eere, dikwijls met groote onderscheiding deelgenomen. In Oct. 1702 had hij een belangrijk aandeel in de verovering van het fort La Chartreuse en het kasteel van Luik; in het begin van 1703 werd hem het beleg van het kasteel Trarbach, aan den Moezel, opgedragen, hetwelk hij evenwel moest opbreken; in April en Mei van dit jaar was hij bij het beleg van Bonn;

[pagina 620]
[p. 620]

in Nov. leidde hij den terugtocht na het ongelukkig gevecht bij de Speierbach (tusschen Spiers en Landau); in het gevecht bij den Schellenberg (bij Donauwörth in Beieren) moest hij gewond het gevechtsveld verlaten (2 Juli 1704); na den slag bij Höchstedt (13 Aug. 1704) werden hem door Marlborough vier stukken geschut, versierd met de wapens van Frankrijk, ten geschenke gegeven als erkenning van zijne dapperheid en zijne heldendaden. Toen de Staten-Generaal in 1706 10.000 Hessen ter ondersteuning van prins Eugenius naar Italië zonden, toog hij mede derwaarts. Niet zoo gelukkig als bij vorige gelegenheden, moest hij aldaar in Sept. van dit jaar het beleg van Castiglione opbreken, waarna hem door den graaf van Medavi eene nederlaag werd toegebracht. In Juli en Aug. 1707 trok hij met Eugenius over de Alpen Z.-Frankrijk binnen, en onderscheidde hij zich voor Toulon, welke plaats evenwel niet kon genomen worden. In 1708 was hij weer terug in de Zuidelijke Nederlanden en voerde hij in Augustus het geschut van Brussel naar Rijssel, hetwelk bij het beleg dier vesting moest dienen. Na den dood van Ouwerkerk (Dec. 1708), die als bevelhebber over de troepen van den Staat door Tilly werd opgevolgd, verkreeg hij het commando over de ruiterij van het Hollandsche leger. In Sept. 1709 nam hij nog een roemrijk aandeel in den slag bij Malplaquet.

Toen hij in 1715 in het huwelijk was getreden met Ulrika Eleonora de zuster van Karel XII [vóór dien tijd was hij gehuwd geweest met Louise Dorothea Sophia, overl. 19 Dec. 1705, dr. van Frederik III(I), keurv. van Brandenburg (koning van Pruisen)], werd hij door zijn schoonbroeder benoemd tot opperbevelhebber van alle Zweedsche troepen te land en ter zee. Nadat hij in 1720 onder zeer beperkende voorwaarden koning van Zweden geworden was, stelde hij zijn broeder Willem (1682-1760), die tijdens den Spaanschen successie-oorlog ook in Hollandschen staatsdienst was en daarin tot 1747 bleef, tot stadhouder over zijn landgraafschap Hessen-Cassel aan (zie deel I kol. 1097).

Tijdens zijne regeering in Zweden had hij door den strijd der partijen in den Rijksdag (de Hoeden en de Mutsen) met groote moeilijkheden te kampen, en moest hij na een ongelukkigen oorlog met Rusland bij den vrede van Abo (7 Aug. 1743) een deel van Finland afstaan.

In Juni 1747 sloot hij als landgraaf van Hessen eene capitulatie met onze republiek, ter levering van een regiment dragonders, drie regimenten infanterie (waaronder een, onder commando van zijn broeder George, geb. 8 Jan. 1691) en eene comp. artillerie, welke troepen 8 Nov. 1748 weder ontslagen werden.

Zijn portret is in prent gebracht door P. Schenck (reprod. in Svenska Porträtt 13; afgeb. in Williamson, Hist. portr. miniat. II, 42), door J.L. Philips, J.M. Bernigeroth, G.P Busch, W.Ph. Kilian, en J.C. Sysang (afb. in Trésor d'art en Suède I pl. 24).

Zie over hem: Allg. Encycl. der Wissenschafte und Künste von I.S. Ersch und J.G. Gruber 1e Section, 50 Theil (Leipzig 1849) op ‘Friedrich I, Landgraf von Hessen und König von Schweden’; Büsching's Lebensgeschichten merkwürdiger Personen IV, 84; Leben und Thaten des Königs von Schweden Friedrich I (Frankfurt und Leipzig 1736); Geschichte und Thaten Friedrichs I (Stockholm 1744); I. Lamigue, Histoire du Prince d'Orange et de Nassau (Lewarde 1715), en de vertaling hiervan door W.V.R.: Het leven van Zijne Hoogheit Johan Willem Friso (Amsterdam 1716), welk werk door den schrijver

[pagina 621]
[p. 621]

is opgedragen aan den schoonvader van den overleden prins, den regeerenden landgraaf van Hessen-Cassel, waarom hij niet vergeten heeft, ook de oorlogsdaden van diens oudsten zoon in het licht te stellen (naamregister); Du Monten Rousset, Oorlogskundige beschrijving van de veldslagen en belegeringen der drie doorluchtige en wijdvermaarde krijgsoversten Eugenius van Savoye, hertog van Marlborough en prins van Oranje-Nassau-Vriesland ('s Gravenhage 1729), I, 100, 101, 107, 108; II, 102, 103, 113, 119, 121, 172, 250 enz.; J.W. van Sypesteyn, Het leven van Menno, baron van Coehoorn (Leeuwarden 1860) 193; J.G.W. Merkes, Memorie behelzende eenige der belangrijkste krijgsgebeurtenissen gedurende het leven van Menno baron van Coehoorn ('s Gravenhage 1825), 152; Evertszet Delprat, Mémoires relatifs à la guerre de succession de 1706-09 et 1711 (Leeuwarden 1857), 133, 139; Bosscha, Neerl. held. te land, verwart den naam van den erfprins met dien van zijn broeder, prins Willem van Hessen-Cassel; wat in het naamregister op diens naam staat, moet op naam van prins Frederik (erfprins) gesteld worden. Samengesteld met behulp van inlichtingen van het krijgsgesch. archief.

Koolemans Beijnen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Frederik van Hessen-Cassel

  • G.J.W. Koolemans Beijnen