Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4 (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.86 MB)

ebook (6.35 MB)

XML (6.03 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Hessen-Darmstadt, Georg]

HESSEN-DARMSTADT (Georg, prins of (niet regeerend) landgraaf van), geb. 25 April 1669, overl. 14 Sept. 1705, was de tweede zoon van landgraaf Lodewijk VI (25 Jan. 1630 - 4 Mei 1678) en diens tweede gemalin Elisabeth Dorothea, overl. 24 Aug. 1709, dochter van Ernst den Vrome, hertog van Saksen-Gotha. Zooals de meeste jongere zonen uit de vorsten-geslachten van dien tijd ging hij in vreemden krijgsdienst deelnemen aan de toenmaals zoo veelvuldig gevoerde oorlogen. Reeds in 1687 streed hij in het Oostenrijksche leger onder Karel van Lotharingen (1643-90) tegen de Turken; in 1688 onderscheidde hij zich in Venetiaanschen dienst bij de belegering van Negropont. Macaulay, en waarschijnlijk op diens gezag ook Bosscha, doen hem in 1690 deelnemen aan den slag bij de Boyne in Ierland, doch verwarren hem hier blijkbaar met zijn broeder Philips (kol. 735) (cf. Hora Siccama 321). Althans zijn biograaf, Heinrich Künzel, deelt op grond van archivalische onderzoekingen mede, dat hij zich eerst in 1691 naar den Haag begaf met het doel om onder de vanen van Willem III nieuwen krijgsroem te verwerven. De koningstadhouder nam hem gaarne in zijn leger op; prins Georg stak naar Ierland over en nam daar een roemrijk aandeel in den slag van Aghrim (22 Juli 1691), waar de nederlandsche luitenant-generaal van Rheede Ginckel eene volledige overwinning behaalde op het fransch-iersche leger, aangevoerd door den franschen generaal St. Ruth. In 1692, 1693 en 1694 streed hij weder in het Oostenrijksche leger in Hongarije en aan den Rijn onder markgraaf Lodewijk van Baden (1655-1707).

Zijn grootsten roem heeft hij zich echter verworven in de laatste jaren van zijn leven, in den spaanschen successie-oorlog. Nadat hij zich reeds van 1695-97 in dienst van koning Karel II van Spanje in den oorlog in dit land onderscheiden had, vooral door de verdediging van Barcelona in laatstgenoemd jaar tegen de Franschen, en dientengevolge door den koning tot ridder van het Gulden Vlies, kamerheer en kolonel van de koninklijke garde te paard (hij was in 1693 tot den roomsch-katholieken godsdienst overgegaan), daarna tot vicekoning van Catalonië benoemd was, werd hij na koning Karel's dood, toen Philips V in Spanje als koning was erkend, van laatstgenoemde betrekking ontheven en genoodzaakt het land te verlaten. In Weenen teruggekomen, werd hem aldaar door keizer Leopold bijna algeheele volmacht verleend, om de belangen van diens twee-

[pagina 734]
[p. 734]

den zoon Karel, als pretendent voor de spaansche kroon, bij de tegen Lodewijk XIV verbonden mogendheden voor te staan. Daartoe naar Londen vertrokken, nam hij deel aan den zeetocht in 1702, waarin de spaansche zilvervloot in de haven van Vigos genomen en de spaansche oorlogsvloot vernield werd. Na afloop hiervan, werkte hij, in Engeland teruggekeerd, ijverig mede aan de voorbereiding tot den volgenden tocht, die in 1704 Karel III naar zijn nieuw koninkrijk zou voeren, en de kustplaatsen voor hem zou vermeesteren. Eene door prins Georg geleide poging om Barcelona in te nemen, waaraan ook 400 nederlandsche mariniers deelnamen (de vloot bestond uit 18 britsche en 15 nederlandsche schepen), mislukte ten gevolge van de onvoldoende medewerking van den engelschen admiraal Rooke en van het uitblijven van de door de aanhangers van Karel in de stad beloofde hulp. Daarna werd de steven gewend naar Gibraltar, en het besluit genomen, onder de leiding van den prins van Hessen 1800 britsche en nederlandsche mariniers te doen landen, ten einde de gemeenschap van die vesting met den vasten wal af te snijden, haar vervolgens te bombardeeren uit de oorlogsschepen, en deze sterkte aldus onder de gehoorzaamheid van koning Karel III te brengen. 17 engelsche en 6 nederlandsche schepen met 3 bombardeergaljoten onder den schout-bij-nacht Paulus van der Dussen namen aan de expeditie deel, die met goeden uitslag bekroond werd. 3 Aug. 1704 werd de stad door den spaanschen gouverneur don Diëgo Salinas overgegeven, in wiens plaats prins George met het gouverneurschap werd bekleed. Spoedig daarop rukte een fransch-spaansche krijgsmacht, onder maarschalk Tessé, aan, om de vesting te heroveren, hetwelk echter door de met geringe strijdkrachten hardnekkig gevoerde verdediging waaraan ook hollandsche troepen aandeel hebben gehad, niet mocht gelukken. Nadat in het laatst van Maart 1705 eene engelsch-nederlandschportugeesche vloot de haven van Gibraltar was binnengeloopen en de fransche vloot had verjaagd, brak Tessé in de eerste dagen van Mei het beleg op. Ruim vier maanden later sneuvelde de dappere verdediger van Gibraltar bij de bestorming van het bergkasteel Montjouy, het voornaamste verdedigingswerk van Barcelona, welks verovering de overgave der vesting ten gevolge had. Zijn jongste broeder Hendrik, die hem in de verdediging van eerstgenoemde vesting had bijgestaan, en daarbij gewond werd, was ook hier aan zijne zijde en mocht hem 't laatst de hand drukken. Hij is ongehuwd gebleven.

Zijn heldenleven is beschreven door Heinrich Künzel, Das Leben und der Briefwechsel des Landgrafen Georg von Hessen Darmstadt (Erste Ausgabe: Friedberg und London 1859, Neue Ausgabe Wien 1869), waaruit uittreksels zijn gegeven door Walther in de Allgemeine Encyklopädie der Wissenschaften und Künste von I.S. Ersch und J.G. Gruber (Erste Section, Theil 99, s. 50-55) en door W. Diehl in de Allg. Deutsche Biographie IL, 285-288.

Zie ook Bosscha, Neerl. held. te land, naamregister en de Jonge, Geschiedenis van het Ned. zeewezen, naamregister.

Koolemans Beijnen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Georg van Hessen-Darmstadt

  • G.J.W. Koolemans Beijnen