Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4 (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.86 MB)

ebook (6.35 MB)

XML (6.03 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Lier, Helperus Ritzema van]

LIER (Helperus Ritzema van), geb. te Assen 4 November 1764, overl. te Kaapstad 21 Maart 1793, naar de getuigenissen zijner tijdgenooten een der beste predikanten, die Zuid-Afrika gehad heeft, was een zoon van Mr. Johannes van Lier, eerst Ette, daarna Gedeputeerde en eindelijk Ontvanger-Generaal van het Landschap Drente, en Rollina Johanna Hofstede, de jongste zuster van den beroemden Rotterdamschen predikant en schrijver van dien naam (kol. 762), die op zijn geestelijke ontwikkeling grooten invloed heeft uitgeoefend en in de Boek-

[pagina 915]
[p. 915]

zaal der Geleerde Wereld van December 1793 zijn nagedachtenis huldigde.

Reeds op zeer jeugdigen leeftijd en ook later op de latijnsche school te Groningen gaf hij blijken van zoo bijzondere begaafdheid, dat toen hij deze 5 Juli 1779 met een latijnsche redevoering: de Laudibus Historiae verliet, van hem in de Boekzaal der Geleerde Wereld als van ‘een zeer uitmuntend jongeling’ wordt melding gemaakt. Op de academie te Groningen, waar hij nog denzelfden dag als student in de godgeleerdheid werd ingeschreven, legde hij zich, behalve op de Oostersche talen, in den beginne vooral toe op de wiskunde en de wijsbegeerte, en behaalde reeds 15 Juni 1782 den graad van Meester in de vrije kunsten en Doctor in de philosophie, na verdediging van een Dissertatio in qua disqueritur qualem necessitatem voluntali creaturarum intelligentium fatum morale divinaque praescientia adferat, en gaf in 1784 te Groningen bij den boekhandelaar Lubbartus Huisingh eene verhandeling uit Over het a gemeen en bijzonder gebruik der Aerostatische Machinus en de verschijnse en die deze ve ons kunnen opleveren. Drie jaren later, 24 Mei 1785, werd hij door de Classis van Emmen praep ratoir en 10 Januari van het volgende jaar door die van Amsterdam peremptoir geëxamineerd, nadat hij zijn voornemen had te kennen gegeven om de Indische kerken te dienen. In het najaar van dat jaar (Sept.) kwam hij te Kaapstad, en werd, ofschoon hij voor de gemeente van Zwartland bestemd was, door den gouverneur van der Graaf en den Politieken Raad, die door zijn groot redenaarstalent reeds bij zijn eerste optreden waren getroffen, terstond tot derden leeraar te Kaapstad aangesteld. Den 8en October 1786 werd hij door den oudsten leeraar der plaats, dominus Christiaan Fleck, in zijn dienstwerk bevestigd, met een leerrede over Jesaja 40 vs. 9 en deed den volgenden Zondag zijn intrede met een predikatie over I Corinth. 2 vs. 2. Ofschoon zijn gezondheid zeer zwak was, hield hij zich ook met wetenschappelijk werk bezig. In 1791 schreef hij een Verhandeling ter aanwijzing van 's menschen oorspronkelijke verplichting en den aard der gehoorzaamheid, die Gods wet vordert, en het volgende jaar een Opgave der beste middelen om den gemeenen man het belang van den Godsdienst te doen gevoelen en hem ter verkrijging van rechtmatige begrippen omtrent dezelve bevorderlijk te zijn; beide als antwoorden op door het Haagsch Genootschap ter verdediging van den Christelijken Godsdienst in 1790 en 1791 uitgeschreven prijsvragen, van welke de eerste met een zilveren, en de tweede met een gouden medaille werd bekroond, en in de Verhandelingen van dat lichaam van 1791 en 1792 zijn opgenomen. In den loop van dat jaar vertoonden zich echter bij hem verschijnselen, die er op wezen, dat hij aan longtering leed, en toen hij den 13en Juli 1792 op den kansel door een hevige bloedspuwing was overvallen, begreep de Gouverneur en de Politieke Raad, dat hij zijn werk niet meer kon waarnemen, waarop hem, nadat in Augustus de waarneming van zijn dienstwerk aan ds. Manger was opgedragen, bij resolutie van 26 Febr. 1793 ontslag werd verleend, met behoud van gage, emolumenten, rang en zitting in den kerkeraad, en de belofte, dat zoo hij weder in staat raken mocht, om zijn werk waar te nemen, hij ‘praeferabel’ zou zijn tot de vervulling der eerstkomende vacature.

Behalve de reeds boven genoemde geschriften zagen in 1792 nog te Utrecht van van Lier een bundel preeken het licht, onder den titel: Verzameling van eenvoudige leerredenen aan de gemeente

[pagina 916]
[p. 916]

van de hoofdplaats van Cabo de Goede Hoop ter gedachtenis toegewijd door haar medeleeraar Helperus van Lier, die in 1796 en 1802 nogmaals zijn uitgegeven door zijn academievriend Cornelis van der Leeuw, predikant te Hoorn. Zijne Nagelaten leerredenen werden uitgegeven door zijn neef Johannes Jacobus Hofstede, predikant te Breda, en in 1836 te Amsterdam herdrukt. Op den titel komt zijn silhouet voor, terwijl een karakterschets door zijn oom Petrus Hofstede, vooraf gaat door dezen reeds vroeger in de Boekzaal van Dec. 1793 geplaatst, maar die niet geheel juist is.

Van Lier was 7 Januari 1787 gehuwd met Maria Johanna van der Riet, uit welk huwelijk twee kinderen geboren werden.

Men zie over hem: du Plessis, A history of Christian mission in South Africa 61-64; M. Carter, Geschiedenis der Nederduitsch Hervormde kerk in Zuid Afrika 29-33; Spoelstra, Bouwstoffen voor de geschiedenis der Nederduitschgereformeerde kerken in Zuid Afrika I 534, 538, 545, 546, 547, 561, 566, 573, 581; I 225, 245, 343, 349, 350, 352; Boekzaal 1779, II, 101; 1752, II, 89; 1785, I, 723; 1786, I, 99; 1787, I, 220; 1790, II, 56; 1791, II, 276; 1792, II, 336.

de Savornin Lohman


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Helperus Ritzema van Lier

  • W.H. de Savornin Lohman