Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5 (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.38 MB)

XML (4.55 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Perre, Mr. Johan Adriaan van de]

PERRE (Mr. Johan Adriaan van de), geboren 25 December 1738 te Middelburg, overleden 8 April 1790 te Middelburg, oudste zoon van Johan van de Perre, raad te Middelburg en Katharina Kornelia Steengracht (die voorgaat). In 1749 werd hij toegelaten tot de Latijnsche school te Middelburg, die hij in 1755 verliet. Daarna studeerde hij te Leiden in de rechten en promoveerde er in 1757 op een dissertatie De homicidio sui ipsius. In 1760 huwde hij Jacoba van den Brande, dochter van Johan Pieter van den Brande en Maria van Reigersberg; het huwelijk bleef kinderloos. Tot 1760 woonde hij in de Latijnsche-Schoolstraat te Middelburg, van 1761-1763 in de Lange Noordstraat, daarna tot zijn dood in het huis tegenover de Oude Kerk, dat hij zelf had doen bouwen (thans zetel van de Arrondissementsrechtbank). Bij akte van 12 December 1757 kocht hij de heerlijkheid Nieuwerve. Den zomer bracht hij sedert 1784 op Westhove door, welk kasteel door zijn vrouw was geërfd van haar oom Jacob van Reigersberg, overleden 13 December 1784. Kiezer te Middelburg was hij in de jaren 1760-1762, schepen in 1762-64, 1767-69, raad in 1764-1767. In 1768 stelde de Prins van Oranje hem aan als representant van den Eersten Edele in de Staten en Gecommitteerde Raden van Zeeland (beëediging 31 October 1768), als opvolger van Mr. Wilhem van Citters, en in 1769 volgde van de Perre Mr. Jacob van Citters op als eerste gecommitteerde van den Eersten Edele in de Staten van Walcheren. Toen hij in laatstgenoemde kwaliteit zitting nam, was in het polderbestuur reeds jaren lang een beruchte kwestie aanhangig, die de grootste moeilijkheden heeft gebaard. In 1762 was door de Staten en Breede Geërfden tot kassier en boekhouder van het eiland Mr. Jan Willem Maertens aangesteld. In Mei 1767 vertrok deze in

[pagina 486]
[p. 486]

stilte uit Middelburg en bleek in de kas van Walcheren een tekort van ruim ƒ 80.000 te hebben achtergelaten. De leden van het college hielden nu vol, dat hun eerste griffier, Mr. Johan Willem Parker, en Herman Evertsen, schepen en raad van Middelburg, zich hadden verbonden als borgen voor den kassier, maar de beide heeren ontkenden dit pertinent. Een proces hierover tegen Parker werd in hoogste instantie door hem verloren. Bovendien ontstonden onaangenaamheden en processen tusschen het college en individueele leden hiervan, alsmede tusschen het college en de Vierentwintig commissarissen uit de ingelanden, over de aansprakelijkheid. In 1776 veroordeelde de Hooge Raad de leden van het bestuur tot het dekken van het tekort, maar ofschoon van de Perre, als vertegenwoordiger van den Eersten Edele, de meest vrijgevige voorstellen deed, weigerden de veroordeelden aan het vonnis te voldoen. In het volgende jaar verschenen twee deurwaarders om het bestuur gevankelijk naar den Haag te voeren en in gijzeling te stellen. Hierop voldeden eindelijk eenige leden hun aandeel en het ontbrekende betaalde Van de Perre. Het ambt had thans echter voor hem niets aantrekkelijks meer en in het laatst van 1777 nam hij ontslag. In December 1778 trad hij eveneens af als representant van den Eersten Edele in de Staten van Zeeland, om zich in het vervolg als particulier voornamelijk te wijden aan werken van wetenschappelijk en sociaal belang. Hij werd benoemd tot buitengewoon gedeputeerde ter generaliteit voor zijn leden, doch zijn verdere bemoeiingen op politiek gebied bepaalden zich in hoofdzaak tot deelneming aan de beweging van 1787 voor de bekende dankadressen en de akte van verbintenis tusschen stadhouders-gezinde regenten in Zeeland om den bestaanden regeeringsvorm te helpen bestendigen - en tot het bekleeden van het voorzitterschap der commissie van arbitrage, 7 Mei 1789 door de Staten van Zeeland ingesteld tot beslissing van de vraag, of de XXVe penning tot steun van de financiën der Oost-Indische Compagnie ter Kamer Zeeland al dan niet behoorde te worden ingevoerd.

In 1768 was te Vlissingen het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen opgericht en een Middelburgsch departement hiervan werd in 1784 erkend. Voorzitter van deze dochterstichting werd van de Perre. Hij was reeds de leider van het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg, in 1780 door hem opgericht, en dank zij zijn liberaliteit konden in 1787 de beide instellingen, met de Teekenakademie, gezamenlijk worden ondergebracht in één gebouw. Hij schoot namelijk het geld voor, benoodigd tot den aankoop van het huis in de Latijnsche-Schoolstraat, waarin zijn broeder, Mr. M.J. Veth van de Perre, woonde. Het stond ter plaatse, waar later het kantoor der firma van Gend & Loos gebouwd werd. Na zijn overlijden schonk zijn weduwe het gebouw aan het Natuurkundig Gezelschap. Een voornaam doel van van de Perre was de ontwikkeling van den burgerstand, die hij door zijn stichting hoopte te bevorderen. Hiermede en ook met zijn streven om het onderricht voor vrouwen te verbeteren, blijkend o.a. uit de door hem bewerkte oprichting van het Natuurkundig Gezelschap der Dames in 1785, was hij stellig zijn tijd vooruit. Als beheerder van het Museum wilde hij een geleerde doen benoemen, die tevens, in overleg met het stadsbestuur, algemeen openbaar onderwijs zou geven. Zijn keus viel op J.H. van der Palm (kol. 430), die 1 Jan. 1788 voorloopig in van de Perre's particulieren

[pagina 487]
[p. 487]

dienst trad. Om onbekende redenen is het groote plan echter nooit uitgevoerd en toen van de Perre 8 April 1790 overleed, bleef van der Palm huisprediker van diens weduwe. In een buitengewone vergadering van het Middelburgsch Departement van het Zeeuwsch Genootschap op 25 November 1790 huldigde van der Palm in een lofrede de verdiensten van zijn weldoener en beschermer.

Schilderij door Sompsois en een onbekende.

Zie: Notulen van de Staten van Zeeland, 1778, 597 vlg., 1789, 13, 17 vlg., 266 vlg., 293 vlg., 359 vlg., laatste pagineering 47 vlg.; Lijst der Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raden van Zeeland, 6; Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken, XIII (1788), 26 vlg.; van der Palm, Lofreden op Mr. Johan Adriaan van de Perre, in: Verhandelingen, uitgegeven door het Zeeuwsch genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, XV (1792), 1 vlg.; Paspoort, Beschrijving van Zeeland vervolgd (1820), 178 vlg., Zelandia Illustrata, I (1879), 191, 688, 754; Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, II (1893), 374 vlg.; Bussemaker, Aanteekeningen van J.A. van de Perre de Nieuwerve over de acte van verbintenis en de dankadressen in Zeeland in 1787, in: Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap te Utrecht, 1902, 465 vlg.; de Waard, Inventaris van de archieven der besturen van het eiland Walcheren, 1511-1870 (1914), 865 (Parker, Perre), en bijlage VI, d; Nijk, Iets over Johannes Henricus van der Palm (1763-1840) gedurende zijn verblijf te Middelburg (1788-1796), in: Archief, uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1917, 41 vlg.; 1769-1919, Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het anderhalve-eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Middelburg, 17 vlg.

De bibliotheek van het Zeeuwsch Genootschap bezit brieven van van de Perre over wetenschappelijke onderwerpen aan J.W. te Water, zie: van Visvliet, Inventaris der handschriften van het Zeeuwsch Genootschap (1861), 37. Het Rijksarchief in Zeeland bewaart stukken betreffende de akte van verbintenis en de bovengenoemde commissie van arbltrage (Aanwinsten 1897, nrs. 68 en 69), alsmede over het faillissement van den kassier Maertens (Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven 1917, 278).

Meerkamp van Embden


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Johan Adriaan van de Perre

  • A. Meerkamp van Embden