Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5 (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.38 MB)

XML (4.55 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Storm de Grave, Antonie Johan Pieter]

STORM DE GRAVE (Antonie Johan Pieter), geb. te Hattem 12 Aug. 1788, overl. te Roermond 18 Jan. 1864, was de oudste zoon van den voorgaande. Hij trad 17 Aug. 1801 in dienst bij het 1e bataljon van de 1e halve brigade, waarbij zijn vader majoor was en waarvan deze in 1803 kommandant werd. In de eerste jaren is hij steeds bij dit bataljon gebleven, werd daarbij, 29 Januari 1805, aangesteld tot 2en luitenant, en korten tijd daarna tot adjudant. Evenals zijn vader trok hij dus in het korps van Marmont in 1805 mede naar Oostenrijk, in 1806, 1807 en 1808 onder Mortier en Brune naar Pruisen, Zweedsch-Pommeren en Noord-Duitschland aan de Wezer en de Elbe. In zijn stamboek is in het bijzonder vermeld, dat hij heeft deelgenomen aan het beleg van Stralsond en de bataille van Fardininshof tegen de Zweden 16 April 1807, dat is het gevecht, in hetwelk Mortier de Zweden dwong om over de Peene te wijken en in Stralsond terug te trekken, waarbij het, zooals van Löben Sels mededeelt (II, 248, 249), tot een scherp gevecht kwam tusschen de hollandsche troepen en den terugtrekkenden linkervleugel der Zweden, en vooral het 2e regiment infanterie gelegenheid had, zich te onderscheiden.

In Maart 1808 in Holland teruggekeerd, ging

[pagina 827]
[p. 827]

Storm steeds in hetzelfde bataljon (toen 1e bat. 2e regt. inf.) dienende, in Sept. d.a.v. met Chassé naar Spanje, waar hij tijdelijk van zijn vader gescheiden werd, omdat hij den 11en Februari 1809 werd geplaatst bij den staf van den franschen generaal Leval, bij wiens divisie de hollandsche brigade was ingedeeld. In die betrekking, welke hij onder de leiding van den chef van den staf, den adjudant-generaal Allemand, tot groote tevredenheid van zijn chef waarnam, woonde hij alle slagen en gevechten bij, waaraan die divisie deelnam, o.a. die van Talavera (28 Juli 1809), bij Almonacid, ten zuiden van Toledo (11 Aug. 1809) en Ocana, ten zuiden van Aranjuez (19 Nov. 1809).

In den avond van laatstgenoemden slag, waarin de Franschen eene beslissende overwinning op de Spanjaarden behaalden, te Aranjuez terugkeerende, vernam hij aldaar, dat hij naar Holland was teruggeroepen en tot aide-de-camp was benoemd bij zijn vader, die reeds drie maanden te voren vertrokken, en in Holland tot generaal-majoor was bevorderd. Aangezien de Hollandsche brigade was aangewezen, om de 22000 krijgsgevangenen naar Frankrijk over te brengen, en het alleen reizen aan vele gevaren onderhevig was, vergezelde hij zijne krijgsmakkers, totdat zij de fransche grens overschreden (23 Dec. 1809) en spoedde zich toen verder naar Holland.

Tijdens zijne fransche dienstjaren na de inlijving van Holland, heeft hij zijn vader als aide-de-camp vergezeld naar Lyon en Montbrison, en is hij met dezen nog te velde getogen in Portugal, ofschoon hij reeds verlof had aangevraagd wegens ziekte (bloedbrakingen). De toestemming bereikte hem te Valladolid, nadat hij had deelgenomen aan den slag bij Salamanca (22 Juli 1812). Met het convooi, hetwelk den gewonden maarschalk Marmont naar Frankrijk vervoerde, kwam hij 22 Sept. d.a.v. te Bayonne; in het laatst van October was hij hier te lande terug, waar hij tot herstel zijner gezondheid een jaar moest blijven. 21 October 1813 vertrok hij weder naar het leger. Te Dax (in het zuiden van Frankrijk, aan den Adour) ontmoette hij zijn vader, die wegens zijne wonden uit Portugal was teruggezonden. Met dezen keerde hij naar Parijs terug, waar hij 15 Dec. aankwam, om in Maart 1814 weder met hem (altijd in zijne functie van aide-de-camp) naar Aurillac te vertrekken.

17 April 1814 kwam aldaar het bericht, dat Napoleon afstand gedaan had van den troon (11 April). Generaal Storm was nog steeds lijdende, en kon zich moeilijk verplaatsen; daarbij kwamen berichten uit Holland met groote vertraging in. Ten gevolge van een en ander werd eerst in Augustus besloten, dat Antonie alleen naar Parijs zou gaan, om voor zijn vader, zijn broeder en zich zelven eervol ontslag uit den franschen dienst te verzoeken; bij besluit van 8 September 1814 werd dit verleend.

Na zijn terugkeer in Hollandschen dienst bleef hij (aanvankelijk op half-traktement) als kapitein-adjudant bij zijn vader, ten gevolge waarvan hij (hoogstwaarschijnlijk ook wel ten gevolge van zijn gezondheidstoestand) geen deel nam aan de krijgsverrichtingen in de Zuidelijke Nederlanden. Na diens overlijden ging hij, 1 Mei 1817, in dezelfde betrekking over bij generaal van Geen, die destijds te Namen kommandant was van het 6e generale militaire commando. Uit die betrekking is hij, 19 Juni 1819, op verzoek eervol ontheven en op ⅔ traktement gesteld (non-actief?). 5 Mei 1825 trad hij weder in actieven dienst als adjudant van generaal von Goedecke, die mede bij de Hollandsche brigade in Spanje gediend had en hem daar zal hebben

[pagina 828]
[p. 828]

leeren kennen, en die sinds 1 Juni 1824 provinciaal kommandant van Luxemburg was en 's konings commissaris der bondsvesting aldaar. Vijftien jaren heeft hij die betrekking waargenomen, ook nog eenige maanden na de pensionneering van genoemden generaal (27 April 1840). In dien tijd was hij majoor geworden (16 Sept. 1832), in welken rang hij, 19 Sept. 1840, kommandant werd van een der bataljons van de 9e afdeeling infanterie; het volgende jaar werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel bij het 2e regiment infanterie, en drie jaren later (28 Juni 1844) gepensionneerd met den rang van kolonel. Onmiddellijk daarop werd hij aangesteld tot militiecommissaris, welke betrekking hij eerst in Noord-Holland, daarna (1856) in Limburg bleef vervullen tot 1 Februari 1863.

In Franschen dienst is hij door generaal Leval meermalen voorgedragen voor het ridderkruis van het Legioen van eer, welke onderscheiding hem evenwel niet is tebeurtgevallen. Cambier, de laatste minister van oorlog van koning Lodewijk, die, na de inlijving, aanvankelijk tot nadere regeling, zijne betrekking bleef waarnemen, gaf 3 Dec. 1810 in een brief aan den franschen minister van oorlog, generaal Clarke, eene aanbeveling ten behoeve van vele officieren, dienende bij de hollandsche brigade in Spanje, die ten gevolge van de tijdsomstandigheden door hunnen koning niet waren beloond geworden, zooals zij dit hadden mogen verwachten. Hieronder werd ook luit. A.J.P. Storm de Grave genoemd.

Antonie was gehuwd met Caroline Wilhelmine Antoinette van den Heuvel. Zijn eenige zoon Emile Willem Carel Cornelis koos eveneens de militaire loopbaan en werd als luitenant-kolonel provinciaal adjudant in Utrecht in 1875 gepensionneerd met den rang van kolonel.

Op letter- en geschiedkundig gebied was Antonie zeer ontwikkeld; meermalen schreef hij aan familieleden brieven, zoowel in de fransche als in de nederlandsche taal, in versmaat.

Den veldtocht van de hollandsche brigade in Spanje in 1808 en 1809 heeft hij op levendige en onderhoudende wijze beschreven in: Mijne herinneringen uit den Spaanschen veldtogt gedurende de jaren 1808 en 1809 (Amsterdam 1820).

Nog heeft hij in druk doen verschijnen:

Verblijf in Frankrijk gedurende de jaren 1808-1814 (Amsterdam 1822, 2 dln.); Elchéira, Bertha, Laura, Seraphina, Blanca, Irena, Emma. Zevental verhalen (Amsterdam 1850); en vrij vertaald uit het hoogduitsch: Tafereel mijner krijgsgevangenschap in Rusland van den jare 1812 tot 1814 door Frederik Peppler, Kapitein 1e kl. bij het Groothertogelijke 3e Regiment Hessische Infanterie van linie (Gorinchem 1833).

Zie: Bosscha, Neerlands heldendaden te land (Leeuwarden, 1873) naamregister; Del Campo genaamd Camp, Het leven en de krijgsbedrijven van David Hendrikus baron Chassé ('s Hertogenbosch 1849) 34; Van Sypesteyn, Geschiedenis van het regiment Nederl. Rijdende Artillerie (Zalt-Bommel 1852) 150; verder bewerkt met behulp van een staat van dienst en familieberichten.

Koolemans Beijnen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Antonie Johan Pieter Storm de Grave

  • G.J.W. Koolemans Beijnen