Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6 (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.59 MB)

XML (5.29 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Broek, Joachim George le Sage ten]

BROEK (Joachim George le Sage ten), geb. te Groningen, 27 Nov. 1775, overl. te Grave 11 Juli 1847. Hij was de zoon van Johan Jacob le Sage ten Broek (zie het volgende artikel) en Anna Brievingh. Onder leiding van zijn vader, sedert 1777 predikant te Rotterdam, bekwaamde zich de jeugdige George in, verschillende takken van wetenschap; het beoefenen van dicht- en schilderkunst was voor hem de aangenaamste ontspanning. Zijn leermeester in de teekenkunst was de katholieke schilder Ommeganck. Het verblijf te Antwerpen, waarheen zijn vader na de omwenteling van 1787 was uitgeweken, oefende in zoover invloed op de zienswijze van George, dat hij roomsche menschen leerde kennen en roomschen godsdienstluister zag maar roomsch werd hij daardoor geenszins; na de omwenteling van 1795 was het gezin weer te Rotterdam gevestigd. De oude heer l.S.t.B., die zijn zoon voor het predikambt, of, wanneer hij daarvoor geen genegenheid mocht gevoelen, voor de medicijnen bestemd had, liet niet zonder weerzin, George zich op de rechtsgeleerdheid toeleggen,

[pagina 208]
[p. 208]

waarvoor deze steeds een bijzondere voorliefde gehad had. In 1800 huwde George met Wilhelmina van Lil, dochter van een koopman te Rotterdam. Ondanks zijn huiselijk geluk, gevoelde ten Broek toch in zich iets onzekers, wat hem kwelde; hij gaf zich meer en meer over aan overdenkingen van godsdienstigen aard; in 1806 omhelsde hij het katholiek geloof. Nadat zijn overgang bekend was geworden, trok hij zich gedurende eenige maanden naar Megen terug in het klooster der Franciscanen, waar hij meerdere zijner oude antwerpsche vrienden terugvond. In Rotterdam teruggekeerd, wijdde hij zich geheel aan de studie van het notariaat en kreeg van koning Lodewijk Napoleon in 1808 een aanstelling als notaris in die stad. Tot den val van het fransche keizerrijk bleef hij te Rotterdam. In 1813 verzocht hij verandering van standplaats; hij werd naar Naaldwijk, standplaats Loosduinen, verplaatst en onttrok zich zoo aan de hatelijkheden, die godsdienstige onverdraagzaamheid hem berokkende. Sinds dit jaar verschenen van zijn hand tal van geschriften van apologetischen aard. In 1815 gaf hij zijn werkje: De voortreffelijkheid van de leer der Roomsch Catholyke Godsdienst in het licht. Hij doet zich in dit, vol bezadigdheid, geschreven boekje kennen als een hoofsch strijder voor zijn overtuiging. En van nu, 1816 tot zijn dood, rust de voorman der nieuwere katholieke schrijvers van Nederland niet meer. Dit eerste werk heeft tot doel zijn vroegere geloofsgenooten te onderrichten; het riep een reeks van tegenschriften in het leven o.a. ook een van zijn broeder Hendrik Willem (zie vorig art.); het meest bekende is dat van Bilderdijk: Een Protestant aan zijne mede-Protestanten ter gelegenheid van de afschetsing der voortreffelijkheid van de katholieke kerk door J.G. Le Sage ten Broek. Le Sage's beste antwoord op alle aanvallen, was de vijfde druk van zijn boekje, nog in 1816, maar toch stelde hij ook een opzettelijk verweerschrift samen, getiteld: De vruchteloosheid van de aanvallen tegen de leer der Roomsch- Catholijke kerk. Het is een weerlegging van allerlei dwalingen omtrent de leerstukken der katholieke kerk, zooals die in de geschriften der tegenstanders worden voorgesteld. Voor weifelaars schreef hij nog in 1817: Raadgevingen aan twijfelende Protestanten. Omtrent dezen tijd had hij het plan opgevat een pelgrimstocht te ondernemen naar het H. Land, maar Cramer, aartspriester te Amsterdam, raadt het hem af. Hij moet in Nederland blijven en daar zijn pen wijden aan de verdediging van de katholieke zaak. Op aanraden van Raynal, laatsten aalmoezenier van den spaanschen gezant te 's Gravenhage, met wien hij door innige vriendschapsbanden verbonden was, besloot hij tot de uitgave van een maandschrift onder den titel de Godsdienstvriend, bestemd tot verdediging van de leer der katholieke kerk. In Mei 1818 zag het eerste nummer van dit tijdschrift het licht, dat een welgekozen strijdperk voor den onverschrokken kampvechter voor de katholieke waarheid was. Dit polemisch periodiek van den vader der r.k. pers in Nederland, waarvan in 51 jaar, 102 deelen verschenen, vond weldra een tegenvoeter in een ander, getiteld: De Protestant, onder redactie van W. van Volkom, predikant te Breda.

Te midden van het hevig twistgeschrijf dier dagen, waarin de onderlinge verdeeldheid tusschen de Belgen en de Hollanders het hoofd begon op te steken, schaarde ten Br. zich aan de zijde der katholieke oppositie, die zich in België begon te vertoonen. 23 Augustus 1827 werd hij in zijn woning te Loosduinen in hechtenis genomen, en op de Gevan-

[pagina 209]
[p. 209]

genpoort te 's Gravenhage gebracht, onder beschuldiging van in zijn maandschrift verschillende artikelen te hebben opgenomen, die in de termen der strafwetten van 1815 en 1818 vielen, uitgevaardigd tegen het drukken van geschriften, ten doel hebbende om de openbare rust te verstoren. Drie maanden bleef ten Broek gevangen. Op herhaald aandringen van zijn rechtsgeleerd adviseur, liet hij, die ernstig ziek en bijna blind geworden was, zich overreden een verzoekschrift om gratie te richten tot koning Willem I. 19 November werd hij uit zijn kerker bevrijd. Zijn gezondheid was hevig geschokt, zijn gezicht verzwakte met iederen dag; in 1829 verkreeg hij eervol ontslag als notaris.

Nadat hij van 1825-29 uit oprechte overtuiging deel had uitgemaakt van de oppositie, moest hij de gebeurtenissen van 1830 als oprecht vaderlandslievend Hollander uit den grond zijns harten betreuren. Omstreeks dezen tijd werd hij geheel en al blind; hij vestigde zich eerst te Beers en later te Grave, waar hij tot aan zijn dood in 1847 zich onvermoeid bezig hield met het opstellen van geschriften ter verdediging van de katholieke kerk. Daar zette hij de uitgave van: De Correspondent op touw, en gaf hij in 1835 een weekblad uit: Catholijke Nederlandsche stemmen. Dit weekblad verwierf hem in 1838 van paus Gregorius XVI een welwillende breve en drie jaar later, zijn benoeming tot Ridder van den Gouden Spoor. Dat Le Sage, niettegenstaande zijn blindheid, nog zooveel heeft kunnen uitrichten, had hij ook te danken aan zijn zoo zorgvolle echtgenoote en zijn pleegzoon en opvolger als redacteur, Jan Witz. Men kan echter licht begrijpen, dat hij wel eens niet volledig ingelicht was in sommige actueele kwesties, zooals in de zaak van Lammenais' twijfel en afval, daar de hulpelooze blinde zelf niet lezen kon en zijn pleegzoon Jan Witz nog zeer jong en geenszins zoo begaafd als zijn pleegvader was. Terneergebogen onder den last van zijn aanhoudenden, zwaren arbeid, begonnen zijn lichaamskrachten af te nemen. Hij overleed, door een hersenberoerte getroffen, 11 Juli 1847, te midden van zijn arbeid, ruim 70 jaren oud.

Behalve de boven genoemde geschriften, zijn een menigte brochures en kleine werkjes, benevens boeken van grooten omvang, uit zijn pen gevloeid, zooals de Verdediging van de Catholijke Geloofsleer door Luther, Calvijn en andere predikers der Hervorming (1818); De goede trouw der Protestanten tegen Catholyke verdenking verdedigd (1818); Het gulden boeksken (1823); Godsdienstige en zedekundige Mengelingen (1824); Vrijmoedige doch gematigde verdediging van de staat en de vrijheden der Catholijke kerk (1826); Brieven aan de heeren da Costa en Bilderdijk (1829); de Morgenstar (1833).

Vergelijk over hem: Allard, Studiën 1904; A. Beyen, XI Jaarverslag v.h. blindeninstituut te Grave; Het Kath. Nederland 1813-1913, II 345 vlg.; de Godsdienstvriend, Deel 78.

Kleyntjens


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Joachim George le Sage ten Broek

  • J.C.J. Kleijntjens