Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9,68 MB)






Genre
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen

Vorige Volgende

[Rhemen Van Rhemenshuizen, Mr. Wilt Gerrit Jan baron van]

RHEMEN VAN RHEMENSHUIZEN (Mr. Wilt Gerrit Jan baron van), geb. te Vollenhove 28 Febr. 1757, overl. te Zutfen 7 Apr. 1827, was de zoon van Gerrit Jan van Rhemen van Rhemenshuizenen Johanna Catharina Sloet tot Lindenhorst. Hij werd te Leiden 15 Sept. 1773 als student ingeschreven en promoveerde aldaar in de rechten 5 Dec. 1776 op een dissertatie De Iure civili per Imperatores mitigato, aucto et emendato.

Hij werd provinciaal advocaat te Zwolle in 1779, maar verhuisde in 1781 na zijn huwelijk naar Gelderland, waar hij, behalve rentmeester der domeinen te Dieren, diezelfde betrekking in het generaliteitsland Brabant, kwartier 's Hertogenbosch, verkreeg. De voorname heeren lieten zulke betrekkingen door een homme d'affaires waarnemen, alleen werden de inkomsten, waarvan de waarnemer natuurlijk slechts een klein deel ontving, gaarne geïnd.

In 1795 werd van Rhemen uit zijn ambten gezet, maar hij was een der eerste oranjegezinden, die zich met de nieuwe orde van zaken vereenigden. Op 4 Jan. 1804 werd hij in de 4 ringen van het voormalige graafschap Zutfen gekozen tot lid van het toen uit 35 leden bestaand Wetgevend lichaam. Op 6 Mei 1805 werd hij door Schimmelpenninck benoemd in hetzelfde tot 19 leden gereduceerd college, nu voor geheel Gelderland. Op 25 Sept.

[p. 861]

1806 werd hij door koning Lodewijk weder benoemd in dat lichaam, dat nu uit 39 leden bestond. Dit bleef hij tot de inlijving. Toen nam hij uit handen van den Keizer geen betrekking aan. Op 29 Aug. 1814, na de bevrijding, werd hij benoemd tot lid der Staten van Gelderland en op 27 Nov. 1817 tot hoofdschout van het district Veluwezoom. Na den dood van zijn ambtgenoot voor Midden-Veluwe, A.W.W. baron Sloet van Sinderen, op 28 Aug. 1824, werd hij ook met de waarneming van het hoofdschoutschap in dat district belast.

Hij bleef een en ander tot zijn overlijden. Verder was hij van 1815 tot Juni 1818 vrederechter van Brummen.

In 1814 werd hij in de ridderschap van Gelderland opgenomen. In 1819 werd hem de titel baron toegekend.

Hij huwde 3 Juli 1780 Adriana Sophia Schimmelpenninck van der Oye, geb. 15 Sept. 1763, overl. 10 Oct. 1838, bij wie hij 3 zonen, waaronder Alexander, die voorgaat, en 4 dochters had.

Ramaer


Vorige Volgende

Over het gehele werk

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

over W.G.J. van Rhemen van Rhemenshuizen

Johan Christoffel Ramaer