Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.68 MB)

XML (5.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Thiennes de Lombize, Charles Ignace Philippe graaf de]

THIENNES DE LOMBIZE (Charles Ignace Philippe graaf de), geb. te Lombize (prov. Henegouwen) 27 Apr. 1758, overl. aldaar 18 Aug. 1839, was de zoon van Pierre François Eugène de Thiennes de Lombize en Marie Josèphe Jeanne Charlotte Caethovius de Glimes.

Hij studeerde te Leuven, waar hij 27 Aug. 1781 den graad van lieencié (meester in de rechten) verkreeg. Hij werd op 19 Juni 1786 lid van het gerechtshof te Bergen (Heneg.). Vanwege dat Iichaam werd hij in het laatst van 1798 naar Brussel afgevaardigd om met van der Noot on van Eupen, die aldaar de clericale republiek hadden uitgeroepen, te overwegen of Henegouwen zich bij die beweging zou aansluiten. De Thiennes werd te Brussel lid van het comité van oorlog. Hij werd 2 Febr. 1790 door van der Noot afgevaardigd

[pagina 1123]
[p. 1123]

naar den pruisischen generaal von Schlieffen met het verzoek tot het aan de brusselsche regeering leenen van geoefende soldaten, ten einde den jongen vrijwilligers discipline te leeren. De beweging was vooral tegen de anti-clericale maatregelen van keizer Jozef II gericht en nadat deze 20 Febr. 1790 overleden was, ging de beweging vooral door de gematigdheid van zijn opvolger Leopold II te niet. Ook van eenig gevolg aan het verzoek aan von Schlieffen is niets gebleken.

De Thiennes verliet België toen de fransche legers dit land veroverden, in 1794, maar toen het bleek, dat er een gevestigde toestand ontstaan was, keerde hij in 1796 terug.

In 1801 werd hij lid van den algemeenen raad van het departement Jemappes. In den loop der fransche heerschappij vergenoegde hij zich met deze nederige functie, maar nadat de legers der verbonden mogendheden Belgie in het begin van 1814 binnentrokken, bood hij, hoewel clericaal en zeer conservatief, zijn diensten aan den Souvereinen Vorst der Noordelijke Nederlanden, die met ingang van 1 Aug. 1814 door die mogendheden tot gouverneur-generaal van de Zuidelijke Nederlanden aangesteld was, aan en deze werden gaarne aangenomen. De Thiennes werd 11 Aug. 1814 tot commissaris-generaal van Justitie in het voorloopig bewind benoemd. Toen de vereeniging van Noord en Zuid 2 Mrt. 1815 tot stand was gekomen, werd hij onder behoud van zijn ambt 24 Apr. d.a.v. lid der commissie tot het ontwerpen eener grondwet voor het nieuwe koninkrijk. Hij deed in die commissie eenige voorstellen, welke eigenlijk van den ultra-clericalen Vlaming Raepsaet afkomstig waren, maar die deze zelf liever niet deed omdat hij wist, dat de noordelijke leden hem wantrouwden. De Thiennes was van gevoelen, dat hetgeen zijn medeleden uit België wenschten, het onderwerpen van de grondwet aan de goedkeuring van belgische notabelen, op de wijze als in 1814 met de toenmalige grondwet in Noord-Nederland was geschied, was af te keuren. De grondwet was trouwens het gevolg van het verdrag, te Londen door de verbonden mogendheden met den Souvereinen Vorst gesloten. De ervaring heeft hem gelijk gegeven, want de grondwet werd door de meerderheid der belgische notabelen verworpen en toch moest zij ingevolge genoemd verdrag ingevoerd worden.

Tegelijk met de invoering van een ministerie van het vereenigd koninkrijk werd de Thiennes benoemd tot commissaris-generaal van Politie voor de Zuidelijke Nederlanden. Hij behield dit deel zijner functie, maar de Justitie gaf hij over aan van Maanen (dl. III, kol. 803).

Als zoodanig was hij bijzonder streng tegen de vele fransche uitgewekenen, wier getal een groote uitbreiding onderging na de fransche zoogenaamde amnestiewet van 9 Jan. 1816,waarbij alle Koningsmoordenaars (zij die in Jan. 1793 voor den dood van Lodewijk XVI gestemd hadden) verbannen werden. Zij zetten zich wegens den roep van liberaliteit, welke toen nog van Willem I uitging, grootendeels in Zuid-Nederland (de meesten te Brussel) neder. De Koning zag langzamerhand in, dat de zoo strenge politiemaatregelen de zuidnederlandsche bevolking noodeloos verbitterden, zooals ook gebleken was uit den moord, op den kamerpresident van het haagsche hooggerechtshof Reuvens te Brussel op 22 Juli 1816. Daarom hief Z.M. bij besluit van 19 Mrt. 1818 de beide departementen van Politie (er was er ook een in Noord-Nederland) op en vereenigde die met dat van Justitie. De Thiennes verkreeg tegelijk eervol ontslag.

[pagina 1124]
[p. 1124]

Hij werd 1 Sept. 1815 tot lid der Eerste Kamer benoemd en tevens voor het zittingjaar 1815-16 tot haar voorzitter. Op 19 d.a.v. antwoordde hij op de troonrede, waarmede Willem I de eerste vergadering der nieuwe Staten-Generaal opende, dat reeds gebleken was, dat zoowel Noord- als Zuid-Nederland onder Zr. Ms. regeering gelukkig geweest was en dat hij dat geluk ook voor het vereenigd Nederland bij zulk een vorst verzekerd achtte.

Gedurende de beide volgende zittingjaren was hij eveneens voorzitter, maar toen werd aanmerking gemaakt, dat dit hooge ambt ook eens aan een Noord-Nederlander behoorde te worden opgedragen, waar de Tweede Kamer steeds van haar voorzitterschap om het andere jaar een Noord- en een Zuid-Nederlander voordroeg (die ook steeds benoemd werd. In het vervolg was de Thiennes slechts voorzitter om het andere jaar en hij was het juist als de Kamers te 's Gravenhage vergaderden. Op die wijze was er steeds een Noordelijke voorzitter van de Eerste en een Zuidelijke van de Tweede Kamerof omgekeerd. De Thiennes was als, hij voorzitter was, dit ook van de Vereenigde vergaderingen tot opening en tot sluiting der Kamers.

Nadat de onderhandelingen van Reinhold en Goubau (dl. VIII, kol. 626) over een concordaat met den Paus mislukt waren, werd de Thiennes door den Koning in 1826 aangezocht om zich met de onderhandelingen dienaangaande te belasten, hij weigerde dit met het oog op zijn leeftijd.

In de buitengewone zitting van Sept. 1830 te 's Gravenhage was niet hij, die door ziekte verhinderd werd, maar de prins de Gavre voorzitter dor Eerste Kamer.

Na den opstand is hij ambteloos gebleven.

Hij huwde 19 Nov. 1781 Thérèse Marie Ferdinanda Isabelle gravin de Hinnisdael de Crainhem, geb. 3 Apr. 1753, overl. 5 Mrt. 1829, bij wie hij een zoon had.

Ramaer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Ch. Ign. Ph. de Thiennes de Lombize

  • Johan Christoffel Ramaer