Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.68 MB)

XML (5.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Vegilin van Claerbergen, jhr. Mr. Pieter Benjamin Johan]

VEGILIN VAN CLAERBERGEN (jhr. Mr. Pieter Benjamin Johan), geb. te Leeuwarden 22 Juni 1808, overl. aldaar 29 Mei 1879, was de zoon van jhr. V.L. Vegilin van Claerbergen (die volgt) en A.A.M. Vegilin van Claerbergen.

Hij werd te Groningen 18 Sept. 1828, daarvoor reeds te Leiden 26 Mei 1827 als student ingeschreven en promoveerde aan de universiteit van laatstgenoemde stad 19 Apr. 1833 op een dissertatie De juribus summi imperantis in societates ecclesiasticas.

Hij werd in 1835 ter vervanging van zijn vader tot grietman van Haskerland benoemd. Op 13 Juli 1842 kozen de Staten van Friesland hem tot lid der Tweede Kamer. Hij nam daarin Oct. d.a.v. zitting, maar door de ziekte van zijn vader en het overlijden zijner moeder waren zijn bemoeiingen van particulieren aard zoovele, dat hij bijna geen zittingen heeft bijgewoond. Hij achtte zich dan ook verplicht, ontslag als Kamerlid te vragen, dat hem 7 Juni 1843 verleend werd. Hij stortte de als lid ontvangen gelden terug in 's rijks schatkist. Ook in verband hiermede ontving hij op zijn verzoek 20 Mei 1844 eervol ontslag als grietman van Haskerland.

Op 2 Juni 1845 werd hij door de ridderschap van Friesland tot lid der Provinciale staten dier provincie gekozen, en op 13 Febr. 1850 door zijn

[pagina 1162]
[p. 1162]

medeleden tot lid van Gedeputeerde staten. Hij was toen van gematigd liberale gevoelens.

Toen ingevolge de provinciale wet nieuwe verkiezingen voor de Staten zonder onderscheid tusschen ridderschap, steden en platteland werden gehouden, werd hij op 3 Sept. 1850 in de districten Leeuwarden en Sneek gekozen; in beide was hij degeen, die van alle candidaten de meeste stemmen verkreeg. Hij nam de benoeming voor Sneek aan. Op 27 d.a.v. werd hij ook als Gedeputeerde herkozen; hij was de eenige van het oude college, die bij de kiezers en bij zijn medeleden als zoodanig genade gevonden had. Intusschen nam hij in Sept. 1853 ontslag als lid van Gedeputeerde staten.

Hij was nu de conservatieve richting (een geheel andere soort dan die van voor 1848) toegedaan en werd als zoodanig (het was niet lang na de Aprilbeweging) op 18 Dec. 1855 weder in het district Sneek tot lid der Tweede Kamer gekozen. Met het oog daarop verzocht hij, bij zijn aftreding als statenlid niet in aanmerking te komen en hij werd 27 Mei 1856 vervangen.

Maar het Kamerlidmaatschap was hem weder te zwaar, want bij zijn periodieke aftreding verzocht hij, niet meer in aanmerking te komen, zoodat hij 8 Juni 1858 vervangen werd.

Nu werd hij 10 Mei 1859 weder in het district Sneek tot lid der Staten van Friesland gekozen en ditmaal bleef hij het tot zijn dood.

Uit deze opsomming blijkt wel, hoe gaarne men Vegilin in alle openbare betrekkingen haalde en hoe gering zijn geneigdheid daartoe was.

Hij huwde 9 Oct. 1834 Aurelia van Beyma, geb. 23 Mrt. 1815, overl. 29 Dec. 1851, bij wie hij een zoon en 2 dochters had, en 7 Febr. 1856 Jacoba Johanna van Haeften, geb. 31 Dec. 1830, overl. 21 Nov. 1913, bij wie hij 6 zonen en 7 dochters had. Een der zonen uit het tweede huwelijk, jhr. P.J. Vegilin van Claerbergen, was eerst zee-officier, daarna ijzerfabrikant te 's Hertogenbosch en laatstelijk directeur van het Kabinet der Koningin.

Ramaer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over P.B.J. Vegilin van Claerbergen

  • Johan Christoffel Ramaer