Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.68 MB)

XML (5.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Wall, Mr. Pieter Hendrik van de]

WALL (Mr. Pieter Hendrik van de), geb. te Dordrecht 8 Juli 1737, overl. aldaar 27 Mei 1808, was de zoon van Jacob v.d.W. (die voorgaat) en Margaretha Elisabeth Eelbo. Hij studeerde te Utrecht en promoveerde aldaar in 1758 tot doctor in de beide rechten op een proefschrift: Observationes ad nonnullas ex jure civili leges. Den 31. Dec. 1755, nog voor de voleindiging zijner academische studiën werd hij benoemd tot secretaris ten beleide (d.i. van burgemeesteren), uit welk ambt hij in 1764 eervol ontslag verkreeg. Reeds in 1762 was hij kapitein der burgerwacht, lid van een dordtschen oudraad en schepen. Deze laatste functie vervulde hij in de jaren 1763-64, 1767-68, 1776-77, 1782-83. In de beide laatste ‘teelten’ was hij burgemeester van 's Heerenwege of voorzitter der Schepenbank. In 1772 werd hij lid van Gecommitteerde Raden van Holland (voor 3 jaren), in 1778 en ook in 1783 was hij provisioneel schout van Dordrecht. Verder was hij gecommitteerde tot de administratie der heerlijkheid 's Gravendeel, weesmeester, commissaris der leenbank, raad en rentmeester-generaal van Zuid-Holland en den lande van Heusden (1784-93), commissaris politiek der zuidhollandsche synode, curator der leidsche hoogeschool en ten slotte burgemeester van Dordrecht in 1784-85, 1788-89. In 1785 benoemden de Staten van Holland een commissie tot regeling van den invloed des volks op de regeering des lands. Van deze commissie was van de Wall voorzitter. Door de veranderingen in 1787 vervielen de werkzaamheden dezer commissie. Haar rapport door van de Wall opgesteld is nog in wezen en getuigt van zijn bedaarde denkwijze, maar tevens van zijn verkleefdheid aan 's lands toenmaligen regeeringsvorm.

Tusschen de jaren 1787 en 1795 was hij lid der commissie tot herstel der vervallen zaken der O.l. Compagnie. Na 1795 nam hij geen aandeel meer aan het politieke leven tot 1802, toen hij benoemd werd tot lid van het departementaal bestuur van Holland. Koning Lodewijk benoemde hem tot staatsraad in buitengewonen dienst en tot lid der commissie tot liquidatie en verevening van den achterstand.

Deze zoo bekwame regent van den ouden stempel heeft zich vooral beroemd gemaakt door zijn onschatbaar werk over de handvesten van Dordrecht. Als secretaris van burgemeesteren van Dordrecht was hij reeds bekend geworden met den rijken schat van handvesten en privilegiën van zijn geboortestad en besloot dien grooten voorraad, vermeerderd met hetgeen hij in andere archieven en bij particulieren kon opsporen, uit te geven,

[pagina 1275]
[p. 1275]

Vooraf gaf hij in 1768 in het licht den zg. Voorlooper op de Handvesten getiteld: Verhandeling over de Handvesten en Voorrechtsbrieven der stad Dordrecht Mitsgaders Proeve van Geschied- en Oudheidkundige aanmerkingen over de oudste derzelven, om te strekken tot een Voorlooper eener algemeene uitgave der Handvesten en andere Graaflijke Charters, tot de gemelde stad betrekking hebbende volgens eene bijgevoegde Lijst der daartoe voorhanden zijnde stukken (Dordr. 1768, 4o en 8o). Alles wat van Beverwyck, van Oudenhoven, Balen, van Someren, van Mieris reeds gepubliceerd hadden, vermeerderd met hetgeen door oudheidminnaars en verzamelaars als Meerman, van Heurn, Karsseboom, Pompe van Meerdervoort, van Braam, Gevaerts, Hoeufft, van Alphen, van Slingelandt, van Mieris e.a. was bijeengebracht, werd door hem in zijn werk opgenomen en zoo verscheen in 1770 het eerste stuk van: Handvesten, Privilegiën, Vrijheden, Voorregten, Octrooyen en Costumen, mitsgaders Sententiën, Verbonden, Overeenkomsten en andere voorname Handelingen der stad Dordrecht, opgezogt, overgezien en met de oorspronkelijke stukken vergeleken en met Geschied- en Oudheidkundige Aanmerkingen opgehelderd. De uitgave in tien stukken werd voortgezet tot 1783, en omvat 3 folio deelen, groot 2062 blz. met register, opdracht aan Mr. Pieter Stein, raadpensionaris van Holland, voorrede, lofdichten van J.A. Repelaer en P. Brouwer, en Lijst der stukken in deze verzameling voorkomende, gerangschikt volgens derzelver onderwerpen, verdeeld in XXXIII hoofdstukken. Zij voeren het jaartal 1790 op den titel.

Deze uitgave staat bekend als een der nauwkeurigste. De afdruk der meest origineele teksten, de rijke aanteekeningen, leggen een schitterend getuigenis af omtrent de uitgebreide geleerdheid, belezenheid en scherpzinnigheid van den schrijver.

Van de Wall koesterde ook nog het plan de Handvesten van Zuid-Holland op gelijke wijze uit te geven, en een Dordrechtum eruditum in den smaak van Trajectum eruditum van Burman samen te stellen, maar van geen van beide is iets gekomen.

Alleen is reeds in vroegere jaren van hem verschenen: Tegenberigt op het Naberigt van den Heer Jan Bent, over de Jaar-, Maand- en Dagteekening van de Chartres, Brieven en Handvesten der Graven van Holland, Heeren van Westvriesland (Dordr. 1761). Ook gaf hij belangrijke stukken aan prof. te Water voor diens Historie van het Verbond en Smeekschrift der Edelen.

Zijn portret door een onbekend kunstenaar bevindt zich bij douair. van Repelaer van Spijkenisse te 's Gravenhage.

Zie: Smits en Schotel, Beschr. van Dordr. I, XXXVII-XLII.

van Dalen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Pieter Hendrik van de Wall

  • Jan Leendert van Dalen