Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De amman van Antwerpen (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van De amman van Antwerpen
Afbeelding van De amman van AntwerpenToon afbeelding van titelpagina van De amman van Antwerpen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrator

Edmond van Offel



Genre

proza

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De amman van Antwerpen

(1903)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

X.

Wat zou ze nu doen de volgende dag, als het licht gekomen was?...

Zou ze de arme, jonge vrouw waarschuwen voor het vreselik gevaar, dat nader kwam en nader, dreigend als een noodlot het frisse, mooi-jonge leven?

Zou ze haar raden, - haar helpen om te vluchten?... Het was tijd, meer dan tijd... Ze wist, dat het tijd was. - Ze had het gevoeld, ze wist het heel zeker, dat reeds in die nacht het Vreselike zou zijn gebeurd, het heel Vreselike, dat haar obsedeerde, als hij niet was gestoord geworden door dat geluid, het ruisen van haar adem door de gesloten deur.

Maar hoe wilde hij het doen?

[pagina 72]
[p. 72]

Hoe zou hij het gedaan hebben? Dát wist, dát begreep ze niet.

Het moest in verband staan met dat vastrollen in het laken; met dat krijsende lachen in de nacht; met dat vreemde opstaren naar de maan, met dat zeggen over het verwachte kind en over het verminderde schoon van Mechtildes lijf. Er moest verband zijn tussen dit alles...

Het moest.... Het kon niet anders!

Maar juist dit verband kon ze niet vatten.

Slechts dit ene begreep zij: ze moest haar lieve, jonge meesteres waarschuwen; zij moest er voor waken, dat, deze ene maal ten minste, het Vreselike niet gebeuren zou.

Maar zou de Vrouwe haar geloven?

Mechtilde was een lieve, trouwe gade, en ze hing aan haar man met een bijna aanbiddende liefde van echtgenote en kind tegader. Als ze hoorde, dat men hem van iets vreseliks verdacht; dat de oude, trouwe meid, die zo lang in zijn huis gewoond en zijn brood

[pagina 73]
[p. 73]

geëten had, hem verdacht, hem betichtte van moord..., zou ze het dan geloven,... zou ze haar dadelik op haar woord geloven? En zelfs, indien ze het geloofde, zou die tijding voor haar dan niet veel verschrikkeliker wezen dan de dood, verschrikkeliker dan zelfs een moord kon zijn?

Want nu durfde Brechte het zich zelf bekennen... Het wás van moord, van zesvoudige vrouwenmoord, dat ze haar meester verdacht! God, God, wat moest ze doen..., wat moest ze doen?

Ze liep in haar kamer op en neer, heen en weer: in het koude grauwlicht van de nieuwe morgen, met de magere geelbleke handen stijf ineengeknepen op het fijne, doorzichtige moesselien van haar halskraag en de wanhopige uitdrukking van machteloosheid in de wijdstarende, hulpeloze ogen. Ze was maar een oude, onwetende meid. Wat zou ze vermogen, zij geheel alleen, tegen de machtige Flories van Canticrode, Here van Varick ende van Wilmersdonck,

[pagina 74]
[p. 74]

Amman van Antwerpen en Eredeken van het Schrijnwerkers-Gild?

Neen, alleen, geheel alleen vermocht zij niets! Zou ze Jonkvrouw Veerle, de zuster van haar Vrouwe, in haar vertrouwen nemen? Zou deze haar geloven? Zou ze haar kunnen overhalen, om voortaan, in de eerstvolgende nachten ten minste, wakker te blijven en met haar te waken?

Neen, ook dit was een ijdele hoop! Het meisje zou haar niet begrijpen, geen betekenis hechten aan haar vrees en haar beschuldiging, en bovendien de last van het vreselike geheim zou te zwaar zijn voor het jonge hart.

En de overige verwanten van de jonge vrouw, haar broeders, de oom bij wie ze was opgevoed, geen van allen zou haar willen geloven! Haar eigen biechtvader Guido had haar immers niet geloofd, al jaren geleden, na de dood van de tweede vrouw, toen ze hem haar vermoedens en haar angst had gebiecht....

[pagina 75]
[p. 75]

Neen, ze wilde wachten, ze wilde dan liever noch maar wachten. - Ze was oud en ze sliep heel weinig en heel licht... Ze wist wel zeker, dat ze op zichzelf kon vertrouwen; dat ze drie, vier, ja, als 't moest zijn, vijf nachten wakker kon blijven en waken vóór de deur, om dan bij het minste verdachte gerucht, dat ze weer zou hooren, de zuster en de dienstboden te wekken en naar de kamer te geleiden.

Want, dat het niet lang meer duren kon, dat had ze gelezen in zijn ogen, geraden uit heel zijn doen in die ene, vreselike nacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken