Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Claribella (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Claribella
Afbeelding van ClaribellaToon afbeelding van titelpagina van Claribella

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Claribella

(1893)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 168]
[p. 168]

XV.

 
De stroom lag al drie nachten toe. -
 
Zij waren zoo lijdens- en levensmoê.
 
 
 
Zij stonden op het eenzaam strand,
 
als broêr en zuster hand in hand,
 
 
 
doodsbleek, maar zonder een traan in 't oog: -
 
dát was al lang van schreien droog!
 
 
 
Scherp kerfde de wind hun in 't gezicht;
 
de maan verspreidde zulk bleek, doodsch licht...
 
 
 
De stroom lag al drie nachten toe... -
 
Toen sprak hij stamelend: ‘Liefste, hoe
 
 
 
verdraag ik ooit die wreedste pijn?
 
Gij kunt noch moogt er de mijne zijn...’
 
 
[pagina 169]
[p. 169]
 
Een blik vol liefde sloeg ze op hem.
 
‘Gij arme, gij armste,’ sprak haar stem;
 
 
 
o gij armste en liefste! En meent gij dan;
 
dat, om u te ontberen, ik leven kan? -’
 
 
 
Haar stem klonk zoeter dan merelzang:
 
zij wees hem den stroom: ‘Wat toeft gij lang!’
 
 
 
- De stroom lag al drie nachten toe,
 
de jongen was zoo af, zoo moe...
 
 
 
Toen trof zijn oog een zwaren steen:
 
dien tilde hij op; met vaste schreên
 
 
 
trad hij naar het ijs, en smeet, en smeet
 
dat de splinters knetterden wijd en breed;
 
 
 
hij smeet en smeet, met nog krachtiger haal,
 
dat het water borrelde in machtigen straal...,
 
 
 
dat het water spoot, met somber gezucht,
 
in den zilveren maanschijn hoog in de lucht.
 
 
[pagina 170]
[p. 170]
 
En als nu gaapte de breede bijt,
 
stond zij al naast hem, en sprak: ‘'t Is tijd!’
 
 
 
Zij zeiden niet veel en stortten geen traan:
 
zij zagen malkander smachtend aan,
 
 
 
zij zoenden malkander op den mond...
 
- Eén sprong!... Het water spatte rond...
 
 
 
Scherp kerfde de wind; flauw scheen de maan.
 
Stil lag weer het water... 't Was ál gedaan!
 
 
 
Zij waren, ach, zoo lijdensmoê...
 
Het vroor, het vroor... De bijt vroor toe...
 
 
 
De stroom lag al drie nachten dicht... -
 
Wie kan daar leven zonder licht?
 
 
 
Wie kan daar leven zonder min? -
 
De Winter vlood... De Lent keerde in
 
 
 
het land met zon- en bloemenpracht;
 
- en de stroom ontdooide in éenen nacht.
[pagina *1]
[p. *1]


illustratie

[pagina 171]
[p. 171]
 
De stroom ontdooide in een enkel uur;
 
toen vond men, dicht bij den havenmuur
 
 
 
die Twee, vertrokken naar beter land,
 
nog mond op mond, nog hand in hand.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken