Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Claribella (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Claribella
Afbeelding van ClaribellaToon afbeelding van titelpagina van Claribella

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Claribella

(1893)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 172]
[p. 172]

XVI.

 
O! Lange nacht, eindlooze winternacht,
 
o waart gij henen reeds, voor immer henen....!
 
 
 
Kil vult uw licht de kamer, waar ik wacht,
 
de tranen stollend, die ik zit te weenen.
 
En roerloos zweeft, ijskille lijkenwa,
 
uw harde maanschijn over disch en stoelen;
 
ook over mij, aan 't venster, waar ik sta,
 
roerloos en stom, beroofd van elk gevoelen,
 
van elk geloof, van alle liefde en hoop....
 
 
 
Traag schrijdt gij heen, en rekt uw loome schreden
 
uit, hooploos uit, als waar' der Uren loop
 
voor goed gestuit, als moest geen morgen, 't heden
 
nog ooit vervangen, morgenstar noch zon
 
opnieuw de kilbevrozen Aard bestralen.
 
Alsof uw voet nog nauw bewegen kon,
 
loodzwaar verzinkt hij, diep, in donkre dalen....
 
 
[pagina 173]
[p. 173]
 
En - doodsbleek - snak ik om wat levenslust,
 
en - doodsbleek - wacht ik, dat de slaap voorbij ga,
 
een luttel zon mijn bleeke wangen kust,
 
een luttel levensvreugde mij ter zij ga....
 
 
 
En snikken zwellen, zwellen, - eer ik 't weet,
 
mij naar de keel, krampachtig-wilde snikken;
 
en zuchten wurgen mij den strot, en heet
 
stokt mij dan de adem, heet, als moest ik stikken.
 
En diep in mij, heel diep en duidlijk zie
 
ik al de leêgte van dit nutloos leven....
 
- Wat doe 'k hier langer nu? Waarom? Voor wie
 
blijf ik die Smart, d' Ellende prijs gegeven?
 
 
 
Weg zonder doel, mand zonder bodem, zee,
 
waar 't zoekend peillood nergens grond mag raken,
 
- dát is 't bestaan; een afgrond, vol van wee,
 
rustlooze krater, die slechts ramp zou braken;
 
Groot-oceaan van slijk, maar zonder kust;
 
grenzeloos duister, zonder maan noch starren;
 
onvruchtbaar slooven zonder loon noch rust;
 
wurgende lasso, door geen hand te ontwarren,
 
ja tóch te ontwarren, maar door eigen hand,
 
als ik den moed slechts vond een staal te vatten...
[pagina 174]
[p. 174]
 
o Zoet gevoelen, uit den breeden rand
 
der roze, zoete wonde 't bloed zien spatten,
 
zien spatten, jeugdig rood en manlijk breed,
 
en langzaam, langzaam, het verlepte leven
 
wegvloeien voelen, als op 't eigen kleed
 
het eigen bloed, en dan - als geest, te zweven
 
't zwart Eindige uit, het stralend Eindlooze in....!
 
 
 
o 'k Ben zoo laf, zoo lui....
 
 
 
Dien stoot te wagen
 
ik durf het niet.... Een weerloos kind is min
 
dan ik een slaaf van 't nameloos versagen....
 
 
 
Ik ben zoo laf.... zoo kinderachtig laf....
 
 
 
Gij, glimmend mes, kunt gij dit hart niet treffen
 
uit eigen kracht; mes, dat een vrouw mij gaf,
 
moet ik u zelf dan, moet ik zélf u heffen
 
tot....
 
 
[pagina 175]
[p. 175]
 
't Mes valt neer, neer valt het met een plot,
 
vast in den grond.... En zie, het glimt mij tegen,
 
en 'k grijp het, hef het op, en kus het, of
 
't ondraaglijk leven plots mij werd tot zegen....
 
 
 
En weder sta en waak ik in den nacht,
 
roerloos en stom, beroofd van elk gevoelen,
 
en roerloos ligt, in kille, bleeke pracht,
 
de harde maanschijn over disch en stoelen....
 
En - doodsbleek - snak ik naar wat levenslust,
 
en - doodsbleek - snak ik, dat de slaap voorbij ga,
 
een luttel zon mijn bleeke wangen kust,
 
een luttel levensvreugde mij ter zij ga....

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken