Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fladderende vlinders (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van Fladderende vlinders
Afbeelding van Fladderende vlindersToon afbeelding van titelpagina van Fladderende vlinders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.40 MB)

ebook (8.74 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrators

Léon Abry

Piet Verhaert

Edgard Farazijn



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fladderende vlinders

(1885)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]


illustratie

VIII
Zoo gansch alleen

 
De herfstwind waart in 't loof... Waar zal ik zwerven, zoo gansch alleen?
 
Op naakten stengel hangt de roos te sterven, zoo gansch alleen...
 
 
 
De dagen vliên. De tijd, op ijz'ren wieken, verschijnt, verdwijnt.
 
Waar zal ik, arme lijder, troost verwerven, zoo gansch alleen?
 
 
 
't Is lang geleên. 't Was Mei! De vogels zongen. De beek sprong los.
 
Toen dwaalde ik niet, met wangen zonder verven, zoo gansch alleen!
 
 
 
Ik weet een' boom. Zoo vaak ik daaraan denke, zit onder 't loof
 
een zalig paar, omringd door bloemengerven, zoo gansch alleen!
 
 
 
Haar oog en wang zijn de uw'; zijn' stroever trekken behooren mij.
 
o Rozenwang, wat moet ik noode u derven, zoo gansch alleen!
 
 
 
Verrukt, volzalig, sneed ik, in de linde, mijn' naam en d'uw':
 
daaronder wil ik nu, als grafschrift, kerven, zoo gansch alleen:
 
 
 
‘Gij al, die mint, 't was heden mijne, en - morgen - is 't uwe beurt:
 
Gij droomt van heil... Ach! Enkel leed zult ge erven, - zoo... gansch alleen!’


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken